Dries Roelvink zanger: ‘Als ik een randje vet zie, denk ik: dat moet weg’

Zanger Dries Roelvink traint vijf keer per week en loopt ook vier keer per week hard. “Soms is het lastig, want ik ben een Bourgondiër en houd van lekker eten en drinken.”

‘Toen ik vroeger betaald voetbal speelde, was ik heel fit. Toch was ik niet tevreden. Mijn benen waren goed ontwikkeld, maar mijn bovenlijf bleef achter. Hier klopt iets niet, dacht ik. Zo rond mijn 24ste zag ik tijdens een avondje uit een man met een mooi gespierd bovenlijf. Ik ben gewoon naar hem toe gegaan en heb hem gevraagd hoe hij dat voor elkaar had gekregen. Die man zei: kom maar eens meetrainen, dan laat ik het je zien. Met die man heb ik vervolgens twintig jaar lang getraind. Op tv begon ik naar bodybuilderswedstrijden te kijken. Als ik Arnold Schwarzenegger zag, dacht ik: wauw, dat wil ik ook. Inmiddels volg ik al 35 jaar hetzelfde schema. Ik train vijf keer per week en ik loop ook vier keer per week hard. Soms is het lastig, want ik ben een Bourgondiër en houd van lekker eten en drinken. Maar ik ben heel ijdel: als ik onder de douche sta en ik zie een randje vet onder mijn navel lopen, denk ik: dit móet weg. Dat gebeurt vooral in het voorjaar. Mijn vrouw weet precies hoe laat het is als ik zeg dat ik strandklaar moet worden: dan ga ik nóg meer cardiofitness doen. Zo vaak trainen vereist discipline: heb je dat niet, dan ben je kansloos. Dan moet je maar zo min mogelijk naar het strand gaan, denk ik. Voor mij is het strand heel belangrijk, dus ik heb die discipline om te trainen. Omdat ik ’s avonds aan het zingen was, heb ik daar overdag ook altijd de tijd voor gehad. Ik merk wel je op een zekere leeftijd niet meer tot het uiterste kunt gaan. Iemand zei eens tegen me: ‘Behandel je lijf als een prachtige oldtimer: je kunt er nog heerlijk mee toeren, maar je moet ‘m niet meer op z’n staart trappen. Dat heb ik goed in mijn oren geknoopt.’