Fit op je tachtigste dankzij sterke spieren
Fit zijn op je tachtigste, lukt niet door alleen flink te fietsen en te wandelen. Wie tot op hoge leeftijd zelfredzaam wil blijven, moet aan de slag met krachttraining.
Er zouden veel minder mensen in verpleeghuizen terechtkomen als ze aan krachttraining zouden doen. Dat zegt Luc van Loon, hoogleraar Fysiologie van inspanning aan Maastricht University. Hij spreekt regelmatig vijftigers en zestigers die bezorgd zijn over hun zelfredzaamheid, later in de toekomst. Hulpbehoevend worden, je eigen boodschappen niet meer kunnen tillen, geen trappen meer kunnen lopen: het is voor velen een schrikbeeld. Daarom gaan ze er vaak op uit. Als je veel wandelt en fietst, zo is de gedachte, dan blijf je fit. Een misvatting, zegt Van Loon. Want als je sterk wil blijven, moet je je spieren trainen. En dan is wandelen en fietsen niet voldoende: ‘Dagelijks wordt in ons lichaam 1 tot 2 procent van al het spierweefsel afgebroken en weer opgebouwd. Daar zijn twee dingen voor nodig om dat proces goed te laten verlopen: een goede voeding met voldoende eiwitten en krachttraining. Onze spieren bevatten grofweg twee soorten spiervezels. Langzame spiervezels, ook wel type 1 spiervezels genoemd, gebruik je voor tragere vormen van beweging, zoals lopen of fietsen. Als je een sprintje naar de bus wil trekken, de trap op wil lopen of iets zwaars moet optillen, gebruik je snelle spiervezels, dat zijn type 2 spiervezels. Het zijn voornamelijk die snelle, krachtige spiervezels die dunner worden als we ouder worden.’
Spiermassa en spierkracht
Dit is een EXTRA artikel
Dit EXTRA artikel is alleen te bekijken voor abonnees. Maak eenvoudig een account aan en kies het abonnement dat het best bij je past. Je krijgt direct onbeperkt toegang tot alle artikelen!