Hoe je darmen je gedrag en gevoel beïnvloeden
We denken dat aandoeningen als depressie tussen de oren zitten, maar misschien kijken we wel op de verkeerde plek, dacht neuropsycholoog Laura Steenbergen. Ze onderzoekt hoe bacteriën in de darmen onze hersenen beïnvloeden en daarmee ons gedrag en onze gevoelens.
Onlangs sprak neuropsycholoog Laura Steenbergen (27) op een symposium over human potential. ‘Maar ik begon met te zeggen dat het misschien beter was om het over het bacterial potential te hebben’, zegt de wetenschapper in haar werkkamer op de Leidse universiteit. Bacteriën, darmen en het brein – het is een hot onderwerp waarmee zij zich als onderzoeker bezighoudt. Wij blijken namelijk niet meer alleen ons brein, maar óók onze darmen te zijn. Dat zit zo: als enige orgaan in ons lichaam hebben de darmen een eigen zenuwstelsel dat via een zenuwbaan – de nervus vagus – verbonden is met het centrale zenuwstelsel in onze hersenen. Tussen darmen, darmbacteriën en hersenen wordt informatie uitgewisseld en via die uitwisseling kunnen de darmbacteriën chemische processen in de hersenen beïnvloeden en daarmee ons gedrag en onze gevoelens. Maar hoe? Dat wil Laura Steenbergen heel graag weten. Met ‘Denk aan je darmen’, haar onderzoek naar wat de brein-darm-as wordt genoemd, hoopt ze een bijdrage te kunnen leveren aan het voorkomen van psychische aandoeningen, en dus aan het vergroten van ons aller mentale gezondheid. De resultaten van haar onderzoek deelt de jonge onderzoeker waar ze kan met het grote publiek, op het podium – bij TEDx of in het Op zoek naar geluk-theatercollege, waarmee ze met een aantal ‘geluksspecialisten’ door het land reisde, en in de media. ‘Ik vind niet dat de wetenschap boven of buiten de maatschappij moet staan. Ik doe mijn onderzoek met gewone mensen. Waarom zouden de resultaten van dat onderzoek dan ver van gewone mensen afstaan? Ik ben geen ivoren toren-wetenschapper. Misschien dat mijn achtergrond hierbij een rol speelt: voordat ik ging studeren wist ik niet eens dat er onderzoek gedaan werd, laat staan dat daar iets kon uitkomen wat voor mij relevant zou kunnen zijn. Mijn vader is rozenkweker, mijn moeder overblijfjuf, mijn broertje automonteur. Mijn opa en oma vragen nog steeds regelmatig: ‘Is het niet eens tijd dat jij klaar bent met studeren?’ Maar ik ben door het wetenschappelijk onderzoek gegrepen.’
Hoe ben je als psycholoog uitgerekend bij darmbacteriën uitgekomen?
‘Bij toeval eigenlijk. Ik kom uit de cognitieve neurowetenschappen, waarbij we kijken naar de manier waarop stofjes in de hersenen gedrag beïnvloeden. Het doel daarbij is om stoornissen te kunnen voorkomen. Ik houd me vooral bezig met stressgerelateerde aandoeningen, zoals burn-out, angststoornissen en depressie, maar je zou ook aan stoornissen als epilepsie en schizofrenie kunnen denken. Al die aandoeningen worden inmiddels op een of andere manier in verband gebracht met darmbacteriën. Voor mijn promotie deed ik onderzoek naar methoden om het brein te verbeteren, onder meer door middel van voedingssupplementen. Toen ik me daarin verdiepte, stuitte ik op de probiotica: goede bacteriën. Er bleken dierstudies te zijn die aantoonden dat ratten en muizen zich minder depressief en angstig gingen gedragen als ze die toegediend kregen. De eerste kleine klinische studies met mensen lieten zien dat probiotica ook een gunstige invloed kunnen hebben op mensen met een depressie. Wat ze met mensen zonder psychische klachten deden was nog onbekend. Die vraag interesseerde me omdat ik ervan overtuigd ben dat er manieren moeten zijn om stressgerelateerde aandoeningen bij een groot deel van de mensen te voorkomen. De psychologie onderzoekt al jaren behandelmethoden en preventiemethoden, maar nog steeds lukt het niet om iedereen te genezen of om aandoeningen te voorkomen. Wie weet kijken we wel op de verkeerde plek, dacht ik. We denken dat het allemaal tussen de oren zit, maar misschien is dat wel helemaal niet zo.’
Zit het dan in onze darmen?
‘Bij het onderzoek dat ik deed met mensen zonder depressie-klachten vonden we dat de proefpersonen die vier weken lang een door ons samengestelde mix van probiotica hadden gebruikt, minder waren gaan piekeren vergeleken met degenen die een placebo hadden gekregen. Ze reageerden ook minder agressief op tegenslag.’
Dat was dus een belangrijke ontdekking!
‘Het werd inderdaad groot opgepakt, want het was de eerste studie die echt aantoonde dat probiotica ook iets deden met ‘gezonde’ mensen. Via dit onderzoek ben ik het brein-darm-veld ingerold. Ik ging de resultaten presenteren op conferenties, waar ik de psychologen, neurowetenschappers, farmacologen en de maag-darm-leverartsen leerde kennen die zich met dit onderwerp bezighouden. Ineens hoorde ik ook bij deze zeer divers samengestelde groep. Na mijn promotie wilde ik er graag in verder. Bij wie werken die probiotica en waarom? Hoe verloopt de communicatie tussen brein en darmen? De nervus vagus, de zenuw die dus de fysieke, directe verbinding tussen brein en darmen vormt, zendt signaaltjes door. In dierstudies is gevonden dat er bacteriën zijn die deze communicatie sneller kunnen laten verlopen. Dat is een van de dingen die ik nu bij mensen onderzoek.’
Moeten we nu allemaal aan de probiotica?
‘Zo simpel is het niet. We weten nog niet hoe het werkt en bij wie. Ieder mens heeft een individueel samengesteld microbioom, net zo uniek als onze vingerafdruk. Het is nogal wat om te bepalen welke bacteriën voor iedereen zouden kunnen werken. Maar het kan geen kwaad om probiotica te slikken, mits je je aan de innamevoorschiften van de producent houdt. Als je medicatie gebruikt is het verstandig om eerst even te overleggen met je arts. Ik gebruik zelf ook probiotica, iedere maand een andere. Soms merk ik iets, soms helemaal niks. Commerciële probiotica zoals je die vindt in producten als Yakult, Optimel of Vifit zouden ook iets kunnen doen, maar dan in de sector: baat het niet, dan schaadt het niet. Ze doen waarschijnlijk niet veel op het gebied dat ik onderzoek. Je zult zelf moeten uitproberen of wat je over probiotica hoort of leest voor jou inderdaad zo werkt. In die zin zijn we allemaal een beetje wetenschapper. Als dat niet het geval is, kun je verder zoeken.’
Waar moet je bij het gebruik van probiotica op letten?
‘Kies voor een variant met zoveel mogelijk verschillende bacteriën. Diversiteit is heel belangrijk bij een gezond microbioom. Het is overigens niet zo dat die verschillende bacteriën die je slikt zich allemaal in je darmen gaan nestelen. Het doel is dat ze daar bepaalde functies gaan versterken. Vergelijk het met een voetbalelftal dat een nieuwe trainer krijgt: daarmee verandert het elftal niet, maar waarschijnlijk wel de manier waarop het speelt. Probiotica zou je kunnen zien als de nieuwe coach van je bacteriën. De mix die wij gebruiken in ons onderzoek verstevigt de darmwand. Die is bij iedereen een beetje lek, waardoor er giftige stoffen vanuit de darmen in de bloedbaan kunnen belanden. Daar kunnen ze niet alleen het ontstaan van ontstekingen bevorderen, maar ook depressies. Door de darmwand te verstevigen, kun je dat voorkomen en kunnen de bacteriën die in de darmen zitten hun werk beter doen. Voor de goede orde: niet alleen de bacteriën bepalen of jij een depressie of een andere stoornis krijgt. Misschien dat je er dankzij je microbioom iets gevoeliger voor bent, maar dan moet je nog steeds eerst blootgesteld worden aan stressoren. Mensen zijn best complexe wezens. Het is dus waarschijnlijk een combinatie van veel verschillende factoren.’
Afgezien van probiotica, wat zouden we nog meer kunnen doen om via onze darmen onze stemming wellicht te verbeteren?
‘Door middel van wat je eet kun je ook de samenstelling van je darmbacteriën positief beïnvloeden. Er zijn zelfs suggesties dat bepaalde bacteriën je eetbehoeften kunnen sturen. Dat zou een rol kunnen spelen bij het ontstaan van overgewicht en obesitas. Maar in het algemeen: door vezelrijk voedsel te eten – denk aan linzen, bonen en bananen – zorg je goed voor de darmbacteriën die je al hebt; met producten met melkzuurbacteriën, zoals zuurkool, yoghurt en olijven, kun je je bacteriënpopulatie uitbreiden. Zo zorg je voor een divers microbioom. Snelle suikers en koolhydraten daarentegen zijn niet voedzaam voor je bacteriën en dragen dus niet bij aan de gezondheid van je darmen.’
Er valt dus nog veel te ontdekken.
En we willen zo graag weten hoe het zit! ‘Je leest inderdaad steeds vaker krantenberichten met als teneur: ‘Probiotica kunnen autisme genezen!’ Daar doet iedereen dan heel opgewonden over, zonder te beseffen dat het hierbij om een resultaat uit een onderzoek bij muizen gaat. We weten nog niet of het ook zo bij mensen werkt. We kunnen sowieso heel veel vragen nog niet beantwoorden. Ik zou ook graag willen weten welke probiotica ik zou moeten slikken om gelukkig te worden, maar daar zijn we nog lang niet, als we er al komen. Het is enorm complex allemaal. Als mensen het proces willen bespoedigen, zou ik ze willen adviseren: doe een keer mee aan een onderzoek. Mijn onderzoek wordt bemoeilijkt vanwege het gebrek aan proefpersonen.’
Wat maakt dit onderzoek zo aantrekkelijk voor jou?
‘Dat alles nog mogelijk is. Dat betekent natuurlijk ook dat je niet weet of je wel op het juiste spoor zit. Misschien blijkt over tien jaar dat we in een andere richting hadden moeten denken. Iedere vraag die we nu beantwoorden levert tien nieuwe vragen op. Dat kan natuurlijk frustrerend zijn: je legt een stukje van de puzzel om te ontdekken dat die veel groter was dan je dacht. Maar toch: dat ene kleine stukje van de puzzel oplossen blijft heel bevredigend.’
Meedoen aan een onderzoek van Laura? Zie haar website: laurasteenbergen.com of neem contact op via onderbuikgevoelens@gmail.com.
Alexandra Russel
15-01-2021 om 18:15Ik zou graag meedoen aan onderzoek maar als ik op de link klik krijg ik de melding dat dit onveilig is.
RADAR+ redactie
18-01-2021 om 15:32Het klopt dat haar site geen slotje heeft, omdat zij nog http gebruikt in plaats van https. Zolang u geen gegevens op de site invoert, hoeft dit geen probleem te zijn. U kunt haar ook rechtstreeks mailen naar onderbuikgevoelens@gmail.com