Schaam je niet voor poepproblemen
Aambeien, fissuren, ontlastingsincontinentie. Daar praten mensen liever niet over, zelfs niet met hun partner. Pas als het probleem niet meer te hanteren is, gaan ze naar de dokter. Dat vindt chirurg-proctoloog Ingrid Han altijd verdrietig om te horen: al die jaren van getob. ‘Na een ingreep zeggen patiënten vaak: ‘Dokter, ik heb mijn leven weer terug.’

Ingrid Han-Geurts (53) begon haar carrière als kinderchirurg en legt zich nu toe op volwassenen met anale problemen en bekkenbodemproblemen. Sinds 2014 werkt ze als chirurg-proctoloog in de Proctos Kliniek in Rotterdam. ‘Ik vind het leuk om met patiënten te praten, hen te coachen op medisch gebied, hen te behandelen, al dan niet operatief, en ze daarna te blijven volgen. De hele mens te zien, kortom, niet alleen het deel dat ik opereer.’
Best kans dat je dit leest op of rond Nationale Poepdag. Nooit van gehoord? De Nationale Poepdag wordt jaarlijks gehouden op de tweede woensdag in april door de Maag Lever Darm Stichting om de aandacht te vestigen op de relatie tussen ontlasting en gezondheid.
Ingrid Han-Geurts, chirurg-proctoloog (dat wil zeggen: gespecialiseerd in aandoeningen van de anus) vindt het goed dat er zo’n dag is, al zou die wat meer bekendheid kunnen gebruiken. ‘Het vestigt de aandacht op een aantal veel voorkomende problemen waarover de meeste mensen te weinig weten’, zegt ze in haar spreekkamer in de Rotterdamse vestiging van de Proctos Kliniek, de enige kliniek in Nederland die geheel aan deze problematiek is gewijd.
‘Als je te weinig vezels binnenkrijgt, kun je geobstipeerd raken. En van persen kun je aambeien krijgen’
‘Zeker de helft van alle mensen krijgt in de loop van zijn of haar leven een of meerdere keren last van aambeien of fistels, of van ontlastingsincontinentie. Toch hoor je daar weinig over. Ook binnen de beroepsgroep was er lang niet veel belangstelling voor. Er is relatief meer aandacht voor ziektes waar je dood aan kunt gaan. Dat moet ook, natuurlijk. Met anale problemen kun je honderd worden, maar ze kunnen je leven behoorlijk vergallen.
Gelukkig zie ik dat de situatie de afgelopen paar jaar verbetert. Er komt wat meer openheid over, zowel bij patiënten als binnen de beroepsgroep. De proctologie werd lang door artsen gezien als een gebied dat je ‘erbij’ kon doen. Maar het is niet een gebied voor ‘erbij’. Het is net zo belangrijk als welke medische specialisatie dan ook, binnen de chirurgie in ieder geval.’
Het is een fascinerend vakgebied, vindt ze zelf. Toch hangt er nog steeds wel een taboe om anale problemen. ‘Heel veel van onze patiënten durven hun klachten niet eens met hun partner te bespreken. Mensen vinden ontlastingsincontinentie vaak nog veel erger dan urine-incontinentie.’
Het is beschamender?
‘Ja. Ze zijn bang dat anderen het ruiken. En urine kun je vrij makkelijk opvangen in incontinentiemateriaal. Dat bestaat ook voor ontlasting, maar door schaamte vinden mensen de weg daarnaartoe niet zo snel. Het beschermt ook niet helemaal. Het gevolg is dat mensen met dit probleem zich gaan isoleren. Ze durven niet de deur uit voordat ze hebben gepoept, bijvoorbeeld, want dan weten ze dat ze weer voor een aantal uren ‘veilig’ zijn. Ze stippelen vaak hun routes buitenshuis uit aan de hand van de wc’s die ze onderweg tegenkomen.
‘Het is beter om op je hurken te poepen. Zet dus een voetenbankje voor de wc, zodat je houding verbetert’
Zo wordt hun wereld steeds kleiner. Ze komen vaak pas bij ons als het echt niet meer hanteerbaar is. Dat vind ik altijd verdrietig om te horen: al die jaren van getob. Het had waarschijnlijk echt makkelijker gekund. Aan de meeste problemen is echt wel iets te doen.’
Waardoor duurt het zolang voordat mensen de juiste behandeling krijgen? Weten huisartsen wel genoeg over proctologie?
‘Dat denk ik wel, maar misschien vragen ze niet altijd genoeg door. Bij mensen die bijvoorbeeld last hebben van ontlastingsincontinentie moet je daar heel expliciet naar vragen: ‘Verliest u weleens spontaan ontlasting?’ Als je dat niet doet, durven ze het probleem vaak niet aan te kaarten. Jammer, want een deel van de patiënten is al geholpen met een simpele behandeling, bestaande uit een beter dieet en tips voor wc-gedrag. Daarmee beginnen we hier dan ook altijd.’
Kun je daar iets meer over vertellen?
‘Veel problemen kunnen voorkomen en deels genezen worden door een gezond dieet. Daarmee bedoel ik: regelmatig en vezelrijk eten. Zo voorkom je problemen met je ontlasting die vaak ten grondslag liggen aan anale klachten. Het klinkt misschien voor de hand liggend, maar ik kom toch regelmatig mensen tegen die vertellen dat ze ‘heel gezond’ eten: ‘Drie of vier smoothies per dag!’ Maar met smoothies krijg je een heel hoge concentratie suikers en minder vezels binnen, en je mist het voordeel van het kauwen op je voedsel. Als je te weinig vezels binnenkrijgt, kun je geobstipeerd raken, met persen tot gevolg. Dat werkt het ontstaan van aambeien in de hand: uitgezakt slijmvlies aan de binnenkant van de anus met bloedvaten erin die ongemak, jeuk en vochtverlies veroorzaken.
Ook fissuren – scheurtjes in de anus, veroorzaakt door harde ontlasting – hangen samen met obstipatie. Wat ik ook weleens hoor is dat mensen uit gezondheidsoverwegingen drie grote salades op een dag eten. Maar daarmee prikkel je de darmen weer veel te veel, met diarree als gevolg. Dat irriteert de huid rondom de anus, waardoor je ook aambeien kunt krijgen.
En als je dan ook nog, om wat voor reden ook, een verminderde functie hebt van de kringspieren is de kans op ontlastingsincontinentie heel groot. Diarree kun je veel minder goed ophouden dan wat vastere ontlasting. Dus hoe en wat je eet is van grote invloed op het voorkomen van anale problemen.’

En hoe zit het met die wc-gewoontes?
‘Er zijn mensen die uit gewoonte of onzekerheid heel lang op de wc zitten. De tijd daar benutten ze door een boek te lezen of op hun telefoon te scrollen. Maar zo zorg je wel voor lange tijd veel druk op je onderlichaam, wat aambeien in de hand werkt. Plus: als je naar de wc gaat zonder dat er echt aandrang is, voelen de darmen op een gegeven moment niet meer wat aandrang is. Dat kan leiden tot obstipatie en zo dus weer naar aambeien en fissuren.
Ga als je aandrang voelt, stel wc-bezoek niet uit. Verder hebben we hier in het westen niet echt de beste wc-houding. Het is beter om op je hurken te poepen, waarbij het bekken is gekanteld, zoals men in Azië doet. De wc’s hier hebben als voordeel dat je niet enorm door de knieën hoeft, maar voor goede ontlasting is het niet ideaal. Wat je zou kunnen helpen, is een voetenbankje voor de wc zetten, zodat je houding verbetert.’
Dit soort aanpassingen heeft dus al veel effect op de klachten?
‘Ja, bij zeker de helft van de patiënten kunnen we met dit soort maatregelen klachten verhelpen of verminderen. Als dat op deze manier niet lukt, zijn er voor aambeien, fistels en fissuren verschillende behandelingen mogelijk, van klein tot groot.’
En bij ontlastingsincontinentie?
‘Ook hierbij gaan we eerst heel goed na waardoor dat veroorzaakt zou kunnen worden. We geven dieet- en wc-gedrag-advies, verwijzen patiënten soms naar de bekkenbodemfysiotherapeut, want het kan ook zijn dat de problemen worden veroorzaakt door een te strak aangespannen bekkenbodem.
Als dat niet helpt, zou darmspoelen een optie kunnen zijn. Hierbij brengen mensen een keer per dag een bepaalde hoeveelheid water via een canule in de anus, waardoor de darmen worden leeggespoeld en ze de rest van de dag niet bang hoeven te zijn voor ontlasting.
‘Er bestaat een soort pacemaker die mensen met ontlastingsincontinentie enorm kan helpen’
Een andere oplossing is sacrale neuromodulatie. Hierbij wordt operatief een pacemaker in de huid onder de bil aangebracht. Deze is verbonden met een elektrode die tegen de zenuw aanligt die de bekkenbodem en de darmen aanstuurt. Door deze plek te stimuleren wordt de werking van het continentiesysteem als het ware verbeterd. Sacrale neuromodulatie werkt op het gebied van de bekkenbodemspieren, maar ook op de bewegingen van de darmen, en op de gevoeligheid van de endeldarm, zodat je op tijd voelt dat je naar de wc moet, én op het brein. Daar komt het seintje binnen dat wordt omgezet in een bepaald gedrag, namelijk naar de wc gaan.’
Wonderbaarlijk! Wordt deze ingreep vaak gedaan?
‘Niet vaak genoeg naar mijn idee. Het kan een heel goede methode zijn. Niet voor iedereen, maar wel voor meer mensen dan die het nu krijgen aangeboden. De ingreep – die overigens ook bij urine-incontinentie kan worden ingezet – is eenvoudig om te doen en ook weinig belastend voor de patiënten.
Het apparaatje is duur, dat klopt. Maar een ‘gewone’ pacemaker is ook duur. Een nieuwe heup ook. Een behandeling van slokdarmkanker bij iemand van 85 is nog veel duurder. Er zijn allerlei ingrepen die net zo duur, zo niet duurder zijn en waarover geen discussie is. Maar sacrale neuromodulatie is dan ineens iets waarvan gezegd wordt: te duur!’
Hoe komt dat, denk je?
‘Waarschijnlijk ook weer doordat het niet levensverlengend is. Maar de kwaliteit van leven wordt er wel zeer door verbeterd, en dat is ook veel waard. Dit onderwerp gaat me aan het hart: er zijn zo veel mensen met ontlastingsincontinentie die heel goed geholpen zouden kunnen worden met deze ingreep, maar het niet aangeboden krijgen. Dat is deels omdat de ingreep zo weinig bekend is, zowel bij het publiek als bij huisartsen. ‘Dokter, ik heb mijn leven weer terug’ krijg ik vaak van patiënten te horen. Ze kunnen weer op vakantie, naar de kinderen toe, een middagje winkelen of in extreme gevallen weer naar hun werk. Dat is zo fijn om te horen. Daar doe je het voor.’
De ingreep zou dus vaker gedaan kunnen worden?
‘Het zou absoluut vaker gedaan kunnen worden. Het is dus heel belangrijk dat mensen zelf van het bestaan ervan weten, en dat bekkenfysiotherapeuten en huisartsen– iedereen die beroepshalve te maken krijgt met mensen met ontlastingsproblemen – er ook van weten. Vraag ze erom als het nodig is.’