Twee gezinnen onder één dak
Het aantal samengestelde gezinnen neemt toe. Maar meestal spat de droom om een nieuwe happy family te vormen binnen vijf jaar uit elkaar. ‘Pas nu we accepteren dat we twee gezinnen onder één dak zijn, is er rust.’
‘De afgelopen elf jaar heb ik een paar keer op het punt gestaan er de brui aan te geven. Ik had mijn baan opgegeven en zorgde fulltime voor onze zes gezamenlijke kinderen, maar ik vond het heel ingewikkeld om moeder en stiefmoeder tegelijk te zijn. Ik was hard aan het werk, maar voelde me totaal niet gezien. De frustratie daarover reageerde ik op René af, waardoor er tussen ons veel spanning ontstond. ’Aan het woord is Annemarie. Ze ontmoette René in 2008, zij was single en moeder van twee zonen van acht en tien jaar, hij een alleenstaande vader van vier kinderen in de leeftijd van elf tot 22 jaar. De vonk sloeg over en na een halfjaar besloot het stel te trouwen en samen te gaan wonen in zijn huis. Achteraf vindt Annemarie het ongelooflijk dat ze die stap zo onbezonnen hebben gezet. ‘Als ik had geweten hoe moeilijk het zou zijn om met twee gezinnen onder één dak te leven, was ik waarschijnlijk niet gaan samenwonen. Dat we het toch gered hebben, is te danken aan onze instelling: we zijn altijd blijven praten en zijn blijven zoeken naar verbinding. Achteraf realiseren we ons ook dat we heel wat van alle kinderen hebben gevraagd. De mijne moesten verhuizen naar een andere woonplaats, waardoor ze afscheid moesten nemen van vrienden en school. En in het gezamenlijke huis moest veel worden gedeeld: computer, televisie, plaats aan de eettafel, zelfs slaapkamers.’
Een fundament van rouw
Annemarie en René hebben de moeilijkste tijd achter de rug: vier kinderen wonen intussen op zichzelf. Dat ze het gered hebben, is best uitzonderlijk: twee op de drie samengestelde gezinnen gaat binnen vijf jaar weer uit elkaar. ‘Bij gewone gezinnen loopt dat percentage al naar veertig, bij stiefgezinnen ligt dat dus nog een stuk hoger’, zegt Gideon de Haan, gezinscoach, mediator en auteur van Stiefsucces, survivalgids voor alle stiefvaders en -moeders. Vreemd is dat niet, vindt hij. ‘Bij zo’n samengesteld gezin spelen veel sentimenten door elkaar, vaak ingegeven door een eerdere scheiding. Die scheiding an sich kunnen ouders en kinderen vaak wel aan, maar niet het verlies van vanzelfsprekendheden, het feit dat het clubje uit elkaar is gevallen.
’Karin den Hollander, initiator van Stiefacademie Nederland en co-auteur van De mijne zijn de liefste, herkent dat ook. ‘Wat het vaak complex maakt, is dat er zo veel aan vooraf is gegaan. Zo’n nieuw gezin is gebouwd op een fundament van rouw. Rouw kan zich in allerlei gedrag uiten, maar kan ook ‘ondergronds gaan’; sluimeren en dan opeens opduiken. Zoiets kan soms jaren later gebeuren, door een bepaalde opmerking of situatie laait dat gevoel dan weer op.’
Hoe kijkt Annemaries oudste zoon Elian (21), die inmiddels zelfstandig woont in Leiden, terug op zijn tijd in het samengestelde gezin?
‘Ik kan me nog goed herinneren dat mijn moeder, broertje en ik introkken bij René en zijn kinderen. Het ging allemaal heel snel, maar ik gunde het mijn moeder dat ze het geluk weer had gevonden. We waren een paar keer op bezoek geweest bij René. Ik mocht hem wel, samenwonen met hem en zijn kinderen leek me leuk en gezellig. Bovendien hadden ze een mooi groot huis én een dvd-speler. In mijn kinderlijke brein was vooral dat laatste een enorm pluspunt. Toen we er woonden, merkten we dat het toch niet eenvoudig was om met zo veel verschillende mensen onder één dak te leven. Ik hield heel erg van discussiëren over politiek, René op zich ook wel, maar hij had moeite met mijn felheid.
Ook gingen wij met z’n drieën wat vrijer met elkaar om en dat viel niet altijd goed bij René. Als kinderen merkten we dat de spanningen opliepen tussen René en mijn moeder. Ja, er gebeurde toen veel in ons leven, maar dat was vóór de gezinsfusie ook al zo. En nee, ik heb nooit het gevoel gehad dat ik aandacht van mijn moeder tekortkwam. Eigenlijk waren we gewoon twee gezinnen in één huis. De opvoeding was gescheiden. Mijn moeder voedde ons op. René was niet mijn nieuwe vader, maar de man van mijn moeder. Ook gingen wij anders om met onze moeder dan Renés kinderen met hém. Wij gingen bijvoorbeeld vaker in discussie als we iets niet mochten, terwijl Renés kinderen een ‘nee’ eerder accepteerden, maar zij maakten weer harde grappen naar hun vader. Doordat we niet één gezin vormden en ook omdat twee stiefbroers al snel uit huis gingen, heb ik niet met iedereen een diepe band op kunnen bouwen.’
Verlangen naar een nieuwe eenheid
Realiseren stiefouders zich wel voldoende waar ze aan beginnen als ze onder één dak gaan wonen? ‘Vaak niet’, zegt De Haan. ‘En wat je ook nog eens ziet is dat mensen zo’n besluit nemen in de fase dat ze verliefd zijn. In die fase ben je ontoerekeningsvatbaar. Je ziet alles rooskleurig, zelfs zo’n complexe fusie van gezinnen. Ik raad mensen altijd aan zo’n beslissing pas te nemen als ze van die roze wolk afgedonderd zijn.’ Den Hollander signaleert bij een groot aantal stiefouders een bepaalde missie. ‘Ze hebben een mislukte relatie achter de rug en hebben het gevoel dat ze een herkansing krijgen: nu ga ik het goed doen! Of na een periode van rouw na het overlijden van hun vorige partner: nu mag ik weer gelukkig zijn! Ze verlangen ernaar om weer een eenheid te vormen.’ Dat is volgens Den Hollander meteen ook de grootste denkfout die je als samengesteld gezin kunt maken. ‘Je vormt niet meteen één gezin, het zijn twee halve gezinnen die gaan samenwonen. Met een beetje geluk kan het op termijn één gezin worden. Maar in het boek noemen we het daarom ook liever een stiefsysteem, en daar horen de exen/overleden partners ook bij.’
Ieder opvoeder van de eigen kinderen
De gezinnen van Annemarie en René zijn ook na elf jaar nog geen geheel. ‘Nu we dat accepteren is er rust’, concludeert Annemarie. ‘In het begin wilde ik nog heel graag moederen, maar ik merkte telkens weer dat de loyaliteit van Renés kinderen bij hun moeder ligt. En niet bij mij – wat natuurlijk logisch is. Daarbij kwam ook dat we onze kinderen heel verschillend hadden opgevoed. Mijn kinderen zijn heel erg open en zetten bij tijd en wijle een grote mond op, René en de kinderen waren dat totaal niet gewend. Dat leidde geregeld tot ruzies en spanningen. Uiteindelijk hebben we besloten dat we ieder opvoeder bleven voor onze eigen kinderen. Als er iets was met Renés kinderen, sprak ik niet de kinderen, maar René daarop aan. Nadeel is wel dat zo een zekere afstand tussen stiefouder en stiefkinderen in stand wordt gehouden.’
Hij wat strenger, zij wat vrijer
Anne, moeder van Jens (10) en Elin (8), die een samengesteld gezin vormt met Maarten, vader van Joep (12) en Florine (9), merkt ook dat opvoedstijlen behoorlijk kunnen verschillen. ‘We zijn in oktober 2019 in ons nieuwe huis getrokken, nadat we eerst zo’n twee jaar hebben gelat. Maarten behandelt zijn kinderen meer als zijn gelijken, terwijl ik vind dat kinderen geen meebeslisrecht hebben. Omdat we beiden water bij de wijn doen, leidt dat gelukkig nauwelijks tot grote irritaties. Maarten is wat strenger geworden, ik wat vrijer.’ Eén struikelblok is er nog wel volgens Anne: rommel. ‘Ik heb daar een vreselijke hekel aan. Mijn kinderen hebben dat al van jongs af aan meegekregen, Maarten en zijn kinderen niet. Gelukkig pakt hij dat nu wel goed op en maant hij zijn kinderen regelmatig dat ze hun sokken in de wasmand moeten gooien.’
Stiefouders moeten zich bescheiden opstellen
Niet alleen afwijkende opvoedstijlen, maar ook verschillende familietradities kunnen roet in het eten gooien. Gideon de Haan is behalve coach ook ervaringsdeskundige. ‘Toen ik jaren geleden mijn vrouw leerde kennen, had ze al twee kinderen. Zij hadden de gewoonte om op vrijdagavond op de bank patat te eten en de misdaadserie Baantjer te kijken. Ik vond dat we gewoon aan tafel moesten eten, tot grote ergernis van de rest. Uiteindelijk ben ik daarin toch meegegaan en heb ik gemerkt dat het heel verbindend werkte.’ Sowieso vindt De Haan dat stiefouders zich heel bescheiden moeten opstellen. ‘Zet niet je eigen behoeftes voorop. Als jij als stiefouder interesse toont in het verleden van je stiefkind waarin jij nog geen rol speelde, krijg je eerder een goed contact met je stiefkind, zonder dat er taboeonderwerpen ontstaan. Het creëert voor het kind veiligheid en vertrouwen.’
En dan komt er een baby bij
Uit sommige samengestelde gezinnen komen ook weer kinderen voort. Den Hollander: ‘Zo’n kind kan het gezin complexer maken, omdat er weer een partij bij komt. Maar het kan ook verbinden, omdat iedereen bloedbanden met elkaar krijgt.’ Angela en Pieter uit Zevenaar zijn daar een goed voorbeeld van. Anderhalf jaar geleden kregen ze een zoon, Xaf, nadat ze al vier jaar in één huis woonden met Angela’s zoon Djoa en Pieters zonen Sem (6) en Dax (5). Angela: ‘Het klikt tussen de jongens al vanaf het begin, maar sinds Xaf er is, is de band nog hechter. Hij is de linking pin in ons gezin.’ Dat Xaf altijd in het gezin blijft en nooit naar een ander huis hoeft (de drie andere jongens groeien op in co-ouderschap) vindt niemand vervelend, zegt de oudste van de zonen, Djoa. ‘In het begin vond ik het nog weleens moeilijk dat ik elke keer met mijn spullen heen en weer moest, maar nu ben ik er helemaal aan gewend.’ En opgroeien in twee gezinnen, hoe vindt Djoa dat? ‘Ik weet niet anders. Ik heb er nu een leuke stiefvader bij, en een paar leuke broertjes.’ Anne en Maarten hebben de leeftijd om het gezin nog verder uit te breiden, maar het stel peinst er niet over. ‘We hebben nu ook momenten dat de kinderen bij onze exen zijn. Heerlijk vinden we dat, dan gaan we naar technofeesten of een weekendje weg met z’n tweetjes. Dan heb je echt tijd voor elkaar. Als de kinderen er zijn, leef je toch meer langs elkaar heen.’
Misschien gewoon blijven latten?
Behalve leuke dingen doen, zouden stiefouders ook heel veel met elkaar moeten praten, stelt Annemarie. ‘Bij ons heeft dat ervoor gezorgd dat we beter van elkaar begrepen wat we voelden en wat we bedoelden. René werd daardoor toegankelijker en ik reageerde niet meer meteen mijn emoties en frustraties op hem af.’ Volgens gezinscoach Gideon Haan is het allerbelangrijkste dat samengestelde gezinnen de verwachting loslaten dat ze, op het moment dat ze gaan samenwonen, echt één gezin gaan vormen. ‘Doe je dat, dan neem je veel druk weg. Als de verschillende bloedgroepen hun eigenheid mogen behouden, kun je vervolgens gaan onderzoeken wat verschillende leden met elkaar delen en samen willen doen.’ Karin den Hollander pleit ervoor dat stiefouders ook al vóór de vorming van een samengesteld gezin veel overleggen. ‘Bespreek met elkaar wat jij belangrijke waarden in de opvoeding van de kinderen vindt, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.’ Het liefst zou ze stiefouders daarin coachen. ‘Ik wil een cursus ontwikkelen onder het mom van ‘bezint eer ge begint’, maar daar is volgens mij helemaal geen animo voor. Het lijkt erop dat het eerst mis moet gaan, voordat mensen het nut van zo’n cursus inzien.’ Zou het kunnen dat je op basis van de uitkomst van zo’n cursus vervolgens besluit de relatie voort te zetten, maar niet te gaan samenwonen? ‘Jazeker, latten lijkt misschien een nederlaag, maar je krijgt er veel rust voor terug.’