Vijf portretten van mensen die noodhulp bieden

Soms is een donatie aan Giro555 de enige manier om mensen in nood te helpen. Vaak kun je meer doen dan dat. Oekraïners opvangen bij je thuis, nieuwkomers de Nederlandse taal leren, vluchtelingen helpen met solliciteren. We portretteerden vijf mensen die een flink steentje bijdragen.

Portretten

Tineke Ceelen (59) zet zich als directeur van Stichting Vluchteling zeven dagen per week in voor vluchtelingen wereldwijd.

‘Ik weet niet anders dan dat mijn vader en moeder altijd bezig waren voor anderen. Boodschappen doen voor buren, mensen met de auto ergens naartoe brengen, krulspelden inzetten bij dames die dat zelf niet meer konden … En er is geen kloosterorde die vergeefs bij mijn vader heeft aangeklopt voor geld. Ik was een lastige puber en het leek mijn ouders een goed idee om mij een jaar bij mijn tante in Canada te laten wonen. Zij woonde vlak bij een reservaat van de Canadese inheemse bevolking, en ik zag van dichtbij hoe deze mensen als ‘minder’ werden gezien. Dat maakte me woest. Dat is ook iets dat het vuur heeft aangewakkerd.

‘De wetenschap dat je er iets aan kunt doen geeft energie’

In de laatste dertig jaar heb ik alles aan menselijk leed wel gezien. Hoe ik het dan toch volhoud? Ik zet die boosheid om in hulp. De wetenschap dat je er iets aan kunt doen, motiveert en geeft energie. Ik ging ooit naar Auschwitz en was daar maanden van van slag, ik kon bijna niet meer slapen. Dat ik er niets meer aan kon doen, zorgde er ook voor dat het me zo raakte.

Ik werk zeven dagen per week, ook ’s avonds. Maar ik zie het niet als werk; werk en privé lopen bij mij volledig in elkaar over. Mijn collega’s zijn mijn vrienden. Ik ben zelf net terug uit Oekraïne; we hebben een aggregaat naar een ziekenhuis in Cherson gebracht. Nu kunnen de couveuses aan blijven en operaties doorgaan als de elektriciteit uitvalt. Ik vind het hartverwarmend hoe men in Nederland in actie kwam toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, en hoe groot de solidariteit met de vluchtelingen is.

Tegelijkertijd is het pijnlijk dat we daardoor andere dingen in de rest van de wereld missen. In Afghanistan bijvoorbeeld werd de situatie afgelopen jaar onhoudbaar – 90 procent van de bevolking moet zien te overleven onder de armoedegrens. In de Sahel groeien en bloeien jihadistische bewegingen, met al hun wreedheden. In een groot deel van Nigeria kun je niet eens meer komen omdat het onder controle staat van de jihadisten. In Venezuela en Congo groeit het geweld. Maar voor de mensen daar wordt geen tv-avond georganiseerd. Ik blijf het maar steeds benoemen als ik met de pers praat, er moet meer aandacht voor komen.

Door mijn werk zie ik de vreselijkste dingen. Ik kan me daar niet door laten meeslepen, dan kan ik mijn werk niet meer doen. Niemand heeft er iets aan als ik ’s nachts wakker lig.’

Stichting Vluchteling


Portretten

Angelo Schuurmans (37) is acteur en werkte lange tijd in Los Angeles. De laatste jaren zet hij zich echter fulltime in voor vluchtelingen.

‘In 2015 kwam ik na negen jaar Los Angeles en een halfjaar Australië terug naar Nederland. Ik woonde weer bij mijn ouders in Oss en had het gevoel dat ik helemaal opnieuw moest beginnen. Het was de tijd dat de eerste grote stroom vluchtelingen uit Syrië aankwam in Europa. Ik zag een wanhopige Facebookpost van een vrouw die in Griekenland mensen opving. Ze hadden daar handen nodig. Iedereen in mijn directe omgeving raadde het me af, maar ik boekte van zo ongeveer mijn laatste geld een ticket. Ik zou twee weken blijven, maar dat werd een maand. Ik voelde me zo verantwoordelijk. Die ervaring heeft mijn leven volledig veranderd. Ik werd gegrepen door de ellende die ik zag, maar ook door de kracht en saamhorigheid van de vluchtelingen.

Eenmaal terug in Oss schrok ik ontzettend van de weerstand en zelfs demonstraties tegen vluchtelingen. Ik wilde een tegengeluid laten horen en begon de Facebookpagina ‘Oss verwelkomt vluchtelingen’. Het raakte een gevoelige snaar; binnen twee maanden hadden we al 130 vrijwilligers. Toen een grote noodopvang voor vluchtelingen dichtging, vroeg de gemeente of wij als vrijwilligers ons niet konden ontfermen over nieuwkomers in Oss.

Dat leidde tot de stichting Thuis in Oss, die inmiddels gigantisch is: we hebben achttien medewerkers en 200 vrijwilligers. Met veel hulp van die vrijwilligers hebben we het voormalige kantoor van de Belastingdienst hier in Oss als noodopvang ingericht. Hier wonen vijfhonderd vluchtelingen.

‘In onze opvang wonen Oekraïners samen met andere vluchtelingen, we hebben niet één incident gehad’

Het is uniek dat Oekraïners samenleven met vluchtelingen uit bijvoorbeeld Afghanistan en Syrië. Veel gemeentes willen dat niet; zij verwelkomen mensen uit Oekraïne met open armen, maar wijzen vluchtelingen uit die andere landen af. Het is júíst goed om ze allemaal samen te laten leven, wij hebben nog niet één incident gehad. Er is nog geen boa langs geweest.

Mijn werk met vluchtelingen heeft mijn leven ontzettend verrijkt. Het is heel dankbaar om iets voor anderen te kunnen betekenen. Ik heb zulke mooie mensen ontmoet. Het ontbreekt vaak aan menselijkheid, wij kijken juist heel specifiek naar de behoeftes van mensen. Soms is een kopje koffiedrinken met iemand al genoeg. Ik heb tal van prachtige voorbeelden, maar een verhaal van een man uit Syrië springt er echt uit: hij kwam hier grijs en mager aan, en wilde dolgraag koken. We hebben een pop-uprestaurant voor hem op poten gezet, waar in zes weken tijd 2200 man heeft gegeten. Daarna kon hij ergens als kok aan de slag. Ik heb zijn vrouw aangenomen bij de stichting; zij werkt in de opvang.’

Stichting thuis in Oss


Portretten

Angela Smulders (61) geeft taalles aan anderstaligen, vooral vluchtelingen.

‘Ik ben bij het Rivor Volwassenenonderwijs in Tiel als vrijwilliger begonnen met het geven van sollicitatietraining: het zoeken naar een baan, het schrijven van sollicitatiebrieven, het oefenen van sollicitatiegesprekken et cetera. Ze vroegen me al snel of ik in dienst wilde komen, en dat deed ik. Ik geef nu taalles aan anderstaligen, onder wie veel vluchtelingen. Ik ben naast het werk ook op vrijwillige basis veel met hen bezig. Dat vind ik ongelooflijk leuk om te doen. Het geeft zoveel meer voldoening dan elke maand een zak geld krijgen. Je kunt echt het verschil maken.

Ik doe de meest uiteenlopende dingen met de cursisten. Ik ga bijvoorbeeld met ze naar Wijk bij Duurstede, waar ze een rondleiding krijgen. En ik heb geregeld dat we op bezoek mochten bij een fruitbedrijf. Mochten die vrouwen op de fruitkar door de boomgaard, dat vonden ze prachtig. En mannen vinden het leuk om te vissen, dat help ik dan regelen. Het meest populair zijn de etentjes die ik organiseer. Ik zorg voor de locatie, drankjes, muziek en misschien een spelletje of een liedje; de cursisten zorgen voor eten. Ik laat ze dan vertellen. ‘Jij komt uit Irak, wat heb je gemaakt? Waarom heb je hiervoor gekozen? Hoe bereid je het?’ Eten verbindt, dat weet iedereen. Zo’n diner is ontzettend leuk, en men leert de taal.

‘Ze komen ellendig binnen, en na een paar weken hebben ze kleur op de wangen en lipstick opgedaan’

Verbinding is hét sleutelwoord als je werkt met vluchtelingen, daar heeft ieder mens behoefte aan. En je moet niet vergeten dat het hier om mensen gaat die een heel leven hebben achtergelaten; in veel gevallen waren ze gelukkig en hadden ze een goede baan. Vooral de mensen uit Oekraïne hadden totaal niet verwacht dat ze ineens huis en haard moesten verlaten. ’s Avonds ben ik echt kapot. Maar het is het waard. Het kost niets om anderen blij te maken, alleen je tijd.

Ik vind het prachtig om te zien hoe mensen opbloeien als ze hier les krijgen. Ze komen ellendig binnen, en na een paar weken hebben ze een gezonde kleur op hun wangen en hebben ze lipstick opgedaan. Ze vinden het fijn om naar de les te gaan; dan zijn ze samen met anderen en spreken Nederlands – vaak het enige moment van de week dat ze dat doen. Ook is het een ontsnapping voor de vrouwen die het overduidelijk niet zo gezellig hebben thuis. Iedereen vaart wel bij positieve aandacht.’

Rivor Volwassenenonderwijs

Lees ook deze bijlage
Portretten

‘Het is belangrijk om als nieuwkomer zo snel mogelijk te gaan werken, al is het vrijwillig’

Ayham Mozayek (36) vluchtte uit Syrië en zet zich nu in voor andere vluchtelingen.

‘Ik had een prachtig leven in Aleppo, de grootste stad van Syrië. In 2015 vluchtte ik naar Nederland. Mijn vrouw en twee zoontjes bleven in eerste instantie achter in Syrië, zij kwamen later. De eerste twee, drie weken waren vreselijk, toen besloot ik dat ik iets ging doen. Ik werd tolk bij de IND en voor Vluchtelingenwerk, en besloot mijn verhaal te gaan vertellen op scholen. Ik wil dat mensen begrijpen hoe het is om te moeten vluchten, mensen hebben geen idee, ook niet over het asielbeleid in Nederland. De vraag die ik het meeste krijg, is: waarom Nederland? Mijn antwoord daarop is dat mijn beste vriend hier al woonde, en ik vond het prettig om ergens naartoe te gaan waar ik in ieder geval één iemand kende. Bovendien kende ik Nederland al een beetje – ik houd van voetbal en volgde het Nederlands elftal.

Een andere vraag die ik vaak krijg is of ik terug wil naar Syrië. Dat vind ik een heel moeilijke. Als het aan mij ligt wel. In Syrië had ik mijn eigen telefoonzaak en was ik accountant, ik had het goed voor elkaar. Maar mijn twee zoons hebben hier hun leven, zij kennen Syrië helemaal niet. We hebben vorige maand een dochtertje gekregen, ook zij zal Nederland als basis hebben.

‘Mensen hebben geen idee hoe het is om te moeten vluchten’

Ik zet me nog steeds met hart en ziel in voor andere vluchtelingen, die ik trouwens liever nieuwkomers noem. Ik maak flyers voor de stichting waar ik werk als vrijwilliger, en naast mijn lezingen treed ik nog op als tolk en ga bijvoorbeeld met mensen mee naar de tandarts, huisarts of het ziekenhuis. Soms vertaal ik telefonisch voor ze.

Ik denk dat het voor vluchtelingen essentieel is om de taal te leren, dan kun je ook sneller integreren. Daarnaast is het belangrijk om als nieuwkomer zo snel mogelijk te gaan werken, al is het vrijwillig. Ik heb een jaar in het azc zitten niksen. Dat maakte mijn situatie moeilijker. Ik miste mijn gezin en had stress van de situatie in Syrië. Er kwamen ook nauwelijks vrijwilligers om met me te praten. Nu ik uit eigen ervaring weet hoe goed het je als vluchteling doet om contact te hebben met anderen, helemaal als je dezelfde taal spreekt, praat ik zelf als vrijwilliger met mensen in de opvang.

Het mooiste wat ik in dat licht heb meegemaakt, was een jongen van veertien die een jaar of zes geleden het leven echt niet meer zag zitten. Alleen door met hem te praten en op die manier steun te bieden, klom hij uit dat dal. Het gaat nu prima met hem.’

Vluchtelingenwerk


Portretten

Zussen Chris Lenssen (71) en Joos Lenssen (66) vangen beiden vluchtelingen uit Oekraïne op in huis.

Joos: ‘Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, opperde mijn man vrij snel dat we wel ruimte konden maken voor vluchtelingen. We wilden het even afwachten, maar we merkten al snel dat de situatie steeds erger werd, dus we meldden ons aan. We hebben een groot huis, met een aparte badkamer en wc. Het duurde een maand of drie voordat er daadwerkelijk vluchtelingen kwamen. We wilden het allemaal volgens de officiële instanties doen; we hadden verhalen gehoord van mensen die lukraak naar de Poolse grens reden om Oekraïners op te halen, en hoe dat vaak fout ging.

Er kwamen twee meiden van achter in de twintig bij ons in huis, zij waren collega’s en vriendinnen. We vonden het in het begin best spannend, maar het viel ons mee. Ze waren vrolijk, vriendelijk en bescheiden.
Ze zaten na hun werk veel op hun kamer. ’s Avonds wilden ze graag vapen. Eerst deden ze dat buiten, maar toen het kouder werd, mochten ze dat onder de afzuigkap doen. Ik rook zelf ook e-sigaretten, dus we stonden met z’n drieën onder de afzuigkap, daar maakten we grapjes over.

We kookten om beurten, het is leuk om elkaars eetgewoonten te leren kennen. Maar vooral is het heel fijn om iets te kunnen doen voor vluchtelingen. Je voelt je zo machteloos bij al dat geweld. Deze meisjes zijn nu weg, ze gingen werken in Thailand. We hebben het huis meteen weer gereedgemaakt voor nieuwe mensen. Waarschijnlijk komen er opnieuw jonge mensen.’

‘Het is niet alleen maar geven, je ontvangt ook veel én je leert over een andere cultuur’

Chris: ‘Ik was niet van plan om vluchtelingen op te nemen – ik woon in een semibungalow met één wc en douche, aan weerszijden van mijn eigen slaapkamer. Bovendien woon ik alleen, mijn man is overleden. Dat voelt toch kwetsbaarder. Maar één van de meisjes die bij mijn zus en zwager woonde, had een zus die samen met een vriendin ook weg wilde uit Oekraïne. Toen dacht ik: waarom niet? Hoe fijn is het als je familie hebt in het land waar je naartoe bent gevlucht? Mijn angst dat er niet genoeg ruimte voor ze was in huis, was ongegrond. Ze houden rekening met me, en vinden hun kamer zelfs riant.

Als je op deze manier iets doet voor een ander, ontvang je ook veel, het is niet alleen maar geven. Naast de hulp die je kunt bieden, is het ook mooi om over een andere cultuur te leren. ‘Mijn’ meiden kondigden gisteren helaas aan dat ze willen vertrekken naar Roermond. Ze werken beiden bij het Outlet Center daar. Toen het warmer was, gingen ze er op de e-bike naartoe. Nu moeten ze met de bus, en zijn ze elke dag drie uur kwijt aan reistijd. Dat werd ze te veel.’

Lees ook deze bijlage
Lees meer over: Samen leven, Veilig leven en Werken

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu