Deze mensen maakten een ommezwaai
Je bent al een poosje consultant, horecaman of recruiter. Je hebt een eigen pr-bureau, of komt net uit de gevangenis. En het knaagt vanbinnen: eigenlijk wil je je leven anders invullen. Dan word je min of meer gedwongen te luisteren naar je innerlijke stem.
Vanwege corona vielen voor Lara Aangeenbrug (37) en haar gezin de plannen voor een tweede wereldreis in duigen. Omdat ze zich opgesloten voelden in de stad, kochten ze een boerderij in Overijssel. Nu is Lara paardencoach.
‘Als ik in de tuin zit, naar de paarden in het weiland kijk, naar de honden die naast me liggen en luister naar de vogels, voel ik me intens gelukkig. Ooit was ik teamleider bij een recruiter, en werkte Joost als human resource manager. Ons leven was strak geregeld en de werkdruk hoog. Er waren veel to-dolijstjes en tijdschema’s. Om te ontspannen ging ik regelmatig paardrijden. Paarden zijn mijn lievelingsdieren, ik ben ermee opgegroeid.
Al heel lang droomden mijn man en ik over het maken van een wereldreis, samen met onze dochtertjes. Begin 2019 was het zover: we gingen naar Australië, huurden een fourwheel-drive met een daktent. Na Australië reisden we verder naar Vietnam en eindigden op Bali. Er hoefde even niets, een leven zonder verplichtingen. Vier maanden waren we weer thuis. We konden slecht in het oude werkende leven komen. Ik kreeg huilbuien, was gespannen en kwam thuis te zitten. Coaches en therapie hielpen me erbovenop. Het was wel duidelijk dat we ons leven anders wilden inrichten.
Ik besloot een opleiding voor paardencoach te gaan doen. Paarden zijn sensitieve dieren, ze reageren op gevoelens of kwesties waarmee jij worstelt. De wisselwerking tussen jou en het paard is als een spiegel. Als je bijvoorbeeld makkelijk over je grenzen gaat, komt dat naar voren in de manier waarop je reageert op het paard en het paard op jou reageert. Zo leer je wat je eigenlijk zou willen doen, waardoor je je krachtiger voelt. Eind 2019 besloten we ons huis te verkopen. De eerste stap naar vrijheid. We huurden een piepklein huisje in Haarlem.
Toen kwam corona. Daar zaten we dan, opgesloten in het stadse leven. Terwijl we naar buiten wilden, de natuur in. In Overijssel vonden we ons droomhuis, inclusief een flink stuk grond voor de paarden en met een kleiner huis erbij, waar we een mooi bed and breakfast zouden kunnen beginnen. Na een aantal maanden hard klussen zijn we vorig jaar zomer verhuisd. In no time waren we gewend. Natuurlijk missen we onze dierbaren, maar we hebben goed contact met de nieuwe buren, en de ruimte en de vrijheid hier maken alles goed. De bed and breakfast loopt al prima. We hebben een heel nieuw leven gekregen. Heerlijk.’
Ella Hustinx (28) werkte als consultant maar miste iets. Ze liep al langer met het idee een eigen bedrijf te starten. Corona gaf haar uiteindelijk de focus die ze nodig had. Inmiddels heeft ze haar eigen interieurlabel.
‘Mijn baan ging best goed. Al knaagde het regelmatig van binnen. Ik miste vrijheid en creativiteit. Voor mezelf beginnen, daar droomde ik van. Iets met traditionele, handgemaakte stoffen, daar heb ik een zwak voor. Maar het leek me ook een onzeker bestaan.
Begin 2018 kreeg ik de kans om in het atelier van Elizabeth Visser te kijken, die al twintig jaar lokale textieltradities bestudeert en verzamelt. Direct viel mijn oog op rollen Malinese stof, afkomstig uit de Dogon-regio, vlak tegen de grens met Burkina Faso. Handgeweven en -geverfd in prachtige kleuren! Nadat ik in januari 2019 terugkwam van vakantie wist ik het zeker: ik wilde een textiellabel starten. Met kussens en wandkleden. Het was het juiste moment: ik had wat geld gespaard, geen kinderen en geen koophuis, en mijn werk liep af. Om een extra buffer te bouwen, nam ik voor een paar maanden een freelance klus aan als crisismanager.
Toen kwam corona. Dat gaf me de tijd en energie om te focussen op mijn droom. Ik hoorde over atelier Made Here in Amsterdam-Oost. Daar stikken kleermakers met een vluchtelingenachtergrond ontwerpen in elkaar. Het klikte direct met de eigenaresse van het atelier en we besloten wat samples te maken. Ik voelde dat ik op de goede weg zat. Op 4 juni 2020 ging mijn label Elle La officieel van start.
Natuurlijk is het schipperen met de inkomsten. Hiervoor had ik een werkgever die alles voor me regelde, van een auto van de zaak tot en met de zorgverzekering en internetrekeningen. Nu moet ik rondkomen van mijn inkomsten. Het helpt wel dat ik door corona niet steeds in een restaurant kon zitten of kon winkelen. Maar de marges zijn klein. En ik moet alles zelf doen, zelf beslissen. Iedere nieuwe stap gaat gepaard met veel wikken en wegen. Zal ik een showroom huren of zal ik personeel aannemen? En ik wil graag een tweede collectie lanceren, daar moet je ook in investeren, kan dat wel financieel? En slaat die dan ook goed aan? De pieken zijn hoger en de dalen dieper. Maar ik vind het alles meer dan waard. Ik heb genoeg vertrouwen gekregen in mijn idee, dus ik durf door te gaan. Groei zorgt voor energie. Daar heeft iedereen profijt van: de makers in Mali, de kleermakers in het atelier en ik ook.’
Bas Christiaans (45) uit Castricum was een horecaman. Die eigenlijk leraar wilde worden. Door corona werd hij min of meer geforceerd om de beslissing te nemen naar de pabo te gaan.
‘Vijfentwintig jaar werkte ik in de horeca. ik had een club in Amsterdam en de laatste vijf jaar runde ik samen met mijn vrouw een restaurant. Maar goed horecapersoneel is schaars en toen eind 2019 ons tweede kind werd geboren, hebben we ons restaurant verkocht en zijn we naar Castricum verhuisd, vanwege de natuur.
Ik had al langer de wens leraar te worden; ik heb een poosje hotelschoolleerlingen begeleid en dat vond ik geweldig. Mensen uit mijn omgeving zeiden toen al: jij moet het onderwijs in, dat is echt wat voor jou. Maar dat betekent ook: weer naar school en nauwelijks een inkomen. Daarom koos ik toch voor een baan als shiftleader bij Holland Casino. Toen kwam corona. Het casino ging dicht, mijn toekomst was onzeker. Mijn wens om onderwijzer te worden borrelde weer op.
Voordat ik me kon aanmelden op de pabo, moest ik flink wat toelatingsexamens doen, waaronder een rekentoets en een capaciteitentest. Ik stortte me er vol overgave op, werd steeds enthousiaster en slaagde. In februari dit jaar kon ik beginnen bij Hogeschool Inholland, in Haarlem. Nu ga ik een dag per week zelf naar school en loop ik twee dagen per week stage in groep drie van de Juliana van Stolbergschool. Een fijne, lieve klas.
Op de twee andere dagen ben ik thuis bij onze eigen kinderen. ‘s Avonds en in het weekend leer ik. Dat is best een pittig schema. Maar het lesgeven geeft me superveel energie; ik ben als een kind zo blij als ik thuiskom. Ik verbaas me erover hoe makkelijk het me afgaat. Het is de bedoeling dat ik over drie jaar mijn diploma haal. Voor de juf bij wie ik in de klas meedraai, heb ik diepe bewondering. En weet: ik moet nog veel leren. Gelukkig vindt mijn mentor op school dat ik geschikt ben voor het onderwijs. Ik ben optimistisch, opgeruimd, heb heel veel geduld en ik beschik over een natuurlijk overwicht. Ik geniet als ik zie dat kinderen iets leren. Horeca is een prachtvak, ik heb een waanzinnige tijd gehad, maar om het nu als zinnig te bestempelen? Ik heb nu echt voldoening van mijn werk, daar ben ik dankbaar voor.’
Younes Finani (28) zat in totaal zeven jaar vast wegens inbraken, overvallen, straatroof, oplichting en (drugs)dealen. Weer vrij, begon hij een nieuw leven. Toen kwam corona. Uit pure verveling schrijft hij een boek.
‘Op 7 november 2016 kwam ik vrij. In totaal had ik, met tussenpozen, zeven jaar vastgezeten. Opnieuw beginnen was niet makkelijk. Ik miste de inkomsten van de criminaliteit, was enorm op mezelf aangewezen en bang om terug te vallen. Ik overwoog te gaan rappen. Dat had ik in de gevangenis veel gedaan. Maar ik wilde ook wel een bedrijfje in kant-en-klare broodjes beginnen. Alles kwam stil te liggen toen de coronatijd begon. Ik zat thuis, speelde FIFA op de PlayStation en verveelde me. Op een dag dacht ik: goh, zal ik een boek schrijven?
Aanvankelijk was bang mezelf en anderen in een negatief daglicht te zetten. Maar het idee bleef door mijn hoofd spoken en toen besloot ik gewoon te beginnen. Na het eerste hoofdstuk, over mijn ontsnapping uit de gevangenis Amsterbaken, kwam de rest vanzelf. Binnen drie maanden had ik 650 pagina’s. Na flink wat schrapwerk kwam in november 2020 mijn boek in eigen beheer uit: Johannes uit de Jordaan. Over mijn gelukkige jonge jaren, mijn puberteit in de Jordaan en de jongens van de straat met wie ik rottigheid uithaalde.
Het begon met stelen en inbreken. Er kwamen overvallen bij. Drugs dealen. Toeristen geld afhandig maken. Ik wilde een dure, luxe levensstijl zonder ervoor te werken. Daarvoor ben ik hard gestraft. En terecht. Achteraf vind ik mezelf een naïeve, impulsieve, beïnvloedbare dombo. Toch zie ik mijn leven als een positieve leerschool. Ik heb zoveel meegemaakt dat ik nu anderen kan helpen.
Door mijn boek word ik overal uitgenodigd om te spreken. De gemeente heeft me gevraagd mee te werken aan het opzetten van het platform Credible Messengers. Een nieuw programma, bedoeld om in contact te komen met probleemjongeren uit onder meer de Top 600, dat is een lijst met de 600 meest criminele veelplegers van Amsterdam, met wie jongerenwerkers moeilijk contact krijgen. Met de mensen die ik vroeger tegenover mij had, zoals het Openbaar Ministerie, Jeugdzorg en psychiaters, werk ik nu samen. Bang om terug te vallen, ben ik nooit meer. Ik ben een positief rolmodel geworden.’
Sylvia Avontuur (51) had 25 jaar een eigen pr-bureau en een hectisch leven in de stad. Ze verlangde naar rust en natuur. De coronatijd gebruikt ze om zich te verdiepen in permacultuur en zelfvoorzienend leven.
‘Na 25 jaar een eigen pr-bureau te hebben gehad met veel klanten in de mode, besloot ik twee jaar geleden dat het genoeg geweest was met mijn altijd haastige leven. Ik wilde natuur en rust. Ik verkocht mijn bedrijf en vertrok naar de Filippijnen, om te gaan surfen. En voor een social media detox. Daar zat ik, in een hutje midden in de jungle, zonder wifi. En dacht na. Ik besefte dat ik in mijn vak vooral bezig was geweest met het aanjagen van kopen van spullen.
Na mijn terugkeer in Nederland besloot ik me serieus te verdiepen in permacultuur. Bij permacultuur – permanente agricultuur –houdt het ecosysteem zichzelf in stand. Dieren zorgen voor de begrazing, hun uitwerpselen worden gebruikt als mest, je eet wat er groeit op de ontstane vruchtbare grond die niet kunstmatig wordt bemest. Een circulair en zelfvoorzienend systeem dus, goed voor de duurzaamheid en de biodiversiteit. Hét antwoord op overbemesting en overproductie van de landbouw.
Toen corona uitbrak vertrok ik naar Portugal voor een permaculture design-cursus. Ik hielp met tuinieren, koken, een voedselbos aanleggen en compost maken. Vervolgens verbleef ik een tijd op de boerderij A Quinta da Lage in Alentejo. Ik ontdekte hoe weinig je eigenlijk nodig hebt om goed te kunnen leven. Je eet wat er op het land groeit, draagt waar je je lekker in voelt en bent continu in de buitenlucht. Inmiddels volg ik de internationale vervolgopleiding Permaculture Diploma. Daarvoor moet ik diverse stages lopen. Daarom ben ik in maart dit jaar opnieuw teruggegaan naar dezelfde Portugese farm. Ik help nu de schaapherders bij de verzorging van schapen en de pasgeboren lammetjes, en zet ’s avonds de kippen op stok.
Tussendoor studeer ik. Wanneer we goed de natuur volgen, redden we het wel met zijn allen. Als het systeem weer gezond wordt, de biodiversiteit hersteld is, is er geen schaarste, maar overvloed. We hebben al zo veel, laten we daar dankbaar voor zijn. Deze gedachte motiveert me om mijn studie af te maken. Ik voel me echt anders van binnen. Tevredener. Eenvoud maakt rustig.’