Zo verdelen zij thuis de taken
De verdeling tussen mannen en vrouwen bij het managen van het huishouden en de opvoeding van de kinderen valt anno nu behoorlijk tegen. Wendy, Esther en Emily vertellen hun ervaringen.
Wendy Broersen (50) is ondernemer en spreker.
‘Ik krijg van mijn man een bloemetje op secretaressedag. Zijn manier om te waarderen dat ik overal aan denk: alle verjaardagen van familie en vrienden, cadeautjes voor de kinderen en alle sociale afspraken. Dat is vanaf het begin van onze relatie zo geweest. Dat sociale verantwoordelijkheidsgevoel mag dan niet eerlijk zijn verdeeld, de taken zijn dat wel. En daar ben ik trots op.
De zorg voor de kinderen verdelen we netjes of doen we samen. Al voelde ik toen ik zwanger was van mijn eerste wel de druk van mijn omgeving om de zorg op me te nemen. Ik kreeg constant de vraag: hoe combineer je een fulltimebaan met een baby? Aan mijn man werd die vraag nooit gesteld. Toen de juf mij vroeg om wat taken te doen, heb ik haar verwezen naar mijn man. Vervolgens kreeg ik te horen dat het zielig voor ons zoontje was dat ik zoveel werkte.
Ik heb steeds beter geleerd om me niet overal verantwoordelijk voor te voelen. Delegeren kun je leren. Ik denk aan de verjaardagen en doe de financiën, maar mijn man is verantwoordelijk voor grote technische aankopen zoals zonnepanelen en hij regelt in huis alles wat met sport en techniek te maken heeft. Daar bemoei ik me verder niet mee. Anders ben je nóg niet aan het delegeren, maar geef je de ander een taakje. En dan heb je nóg de verantwoordelijkheid en de stress die daarbij hoort.”
Esther Ekkel Vorstenbosch (49) is werkzoekend.
‘Ik ben degene die altijd overal aan denkt. Mijn man is een slechte organisator: heeft hij een activiteit voor zijn werk, dan belt hij naar huis om mij te vragen of hij die avond privé iets te doen heeft. En toen de kinderen nog klein waren, maakte ik altijd een planning voor de dagen dat hij met ze thuis was. Als niet op de kalender stond dat ze naar zwemles moesten, dan vergat hij dat gewoon.
Ik was daar jarenlang gefrustreerd over, maar mopperen deed ik vooral tegen mijn vriendinnen. Er waren een paar heftige ruzies en vervolgens goede gesprekken nodig om die frustratie weg te nemen. We kwamen tot de conclusie dat we het gelukkigst zijn als we doen waar ons talent ligt. Ik ben een regelaar, ook in mijn werk. Mijn man is IT’er en meer van de vierkante millimeter. Het is dus ook logischer dat ik het huishouden organiseer en hij andere taken heeft. Laatst had de cv-ketel kuren en dan bestelt hij de onderdelen en lost het op. Ik heb daar verder geen omkijken naar. Misschien erg traditioneel, maar het werkt zo wel voor ons.
Sinds die gesprekken ben ik ook in gaan zien wat hij allemaal wél doet. Toen onze zoon laatst voor het eerst ’s ochtends vroeg zijn krantenwijk liep, ging mijn man mee en kon ik me nog een keer omdraaien. Ook heb ik moeten leren loslaten. Ik regelde altijd onze vakanties en was daar dagenlang mee bezig. Nu doen mijn man en kinderen het samen en dat leert ze rekening te houden met ieders wensen. Als je iets uit handen geeft, krijgt de ander ook de kans zich te ontwikkelen.’
Emily Jacometti (37) is ondernemer in de gaming industrie.
‘Speeldates, cadeautjes, kerstkaarten, kids inschrijven voor sportclubs, ons sociale leven – het staat allemaal op míjn lijst. Terwijl ik absoluut een moderne man hebt. Vraag hem te koken en hij tovert een feestmaal op tafel. Geef hem een boodschappenlijst en alles wordt in huis gehaald. De kinderen brengt hij naar sport, en haalt hij weer op. Maar er knaagt wel altijd iets.
Ik moet het hem namelijk altijd vrágen. Dat impliceert toch dat de verantwoordelijkheid voor al deze taken alleen bij mij ligt. Als manager van het huis. We zijn een geëmancipeerd gezin: ik ben moeder van drie kinderen van zeven, vijf en drie jaar en werk fulltime. Mijn vriend werkt parttime en doet deels het huishouden. We denken erover na hoe we de taken zo eerlijk mogelijk kunnen verdelen, ook omdat we onze kinderen een goed voorbeeld willen geven. Het nadeel is dat die mentale last een onzichtbare taak is. Mijn vriend begrijpt niet hoeveel stress dat veroorzaakt.
Wat ik ook lastig vind: onze omgeving duwt ons telkens terug in het traditionele rollenpatroon. Voor de crèche en school ben ik het eerste aanspreekpunt. En ik word ongevraagd toegevoegd aan een appgroepje met moeders over een kinderverjaardag.’