Hoe vind je de perfecte partner?

Moeiteloos de liefde vinden met behulp van slimme algoritmes, wat zou dat een hoop date-gedoe en teleurstellingen schelen. Helaas, zo makkelijk gaat dat nog steeds niet. Essentieel blijkt altijd weer: staan jullie op dezelfde manier in het leven? Wat zijn jullie persoonlijkheidskenmerken? En, nog belangrijker: hoe zijn jullie vroeger gehecht?

Het matchen van mensen voor een duurzame relatie is een van de oudste beroepen van de wereld. Oude koppelaarsters – het waren meestal vrouwen – zochten een geschikte bruid of bruidegom als de familie daar zelf niet in slaagde. Nog steeds zijn wereldwijd de meeste huwelijken gearrangeerd. Hier in het Westen willen we tegenwoordig zelf beslissen met wie we ons leven delen. We laten ons leiden door intuïtie, maar ook door de wetenschap. Deze staat ons ter beschikking in de vorm van algoritmen en apps die de weg zouden wijzen naar de perfecte match. Maar welke criteria leggen wetenschappers aan voor het matchen van mensen? Verschillen die van wat de koppelaarsters vroeger deden? En: is het werkelijk mogelijk om de perfecte match te maken?

Je houding ten opzichte van de ander

In het tv-programma Married at first sight, waaraan ik drie seizoenen heb meegewerkt als een van de matching experts, leren de toekomstige echtgenoten elkaar pas kennen voor het bureau bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Ze geven elkaar het jawoord en gaan pas daarna ontdekken of de op de wetenschap gestoelde match klopt: eerst op huwelijks­reis en daarna tijdens het samenwonen-op-proef.

Wij experts hadden geen grote database of slimme algoritmen tot onze beschikking. We moesten het bovendien doen met de mensen die zich hadden aangemeld en dat waren altijd meer vrouwen dan mannen. Daarom besloot ik het praktisch te houden. Mijn criteria voor matching waren leeftijd, attitude en topografie.

Groningers vinden het lastig om met Limburgers te trouwen, want dat is zo’n eind rijden. En er zijn maar weinig mensen die in het huwelijksbootje willen stappen met iemand die veel ouder of veel jonger is, al was het maar omdat het dan moeilijker is om kinderen te krijgen. Maar wat helemaal nooit gaat werken is wappies matchen met woke mensen, bourgondiërs met zwarte kousen, of reislustigen met huismussen.

Dit laatste gaat over attitudes. Je attitude is je houding ten opzichte van de wereld. Deze houding is gebaseerd op vroegere ervaringen, overtuigingen en waarden. Mensen met dezelfde houding voelen zich sterker tot elkaar aangetrokken. Het is eigenlijk nog maar kort geleden dat wetenschappers hebben vastgesteld dat attitude bepalend is voor het matchen van stellen voor een relatie. Dat wil zeggen: voor een moderne relatie in het vrije Westen. Want door de eeuwen heen en op andere plekken werden heel andere criteria aangelegd.

Liefde was een wankele basis

De verbinding tussen man en vrouw (zoals bekend zijn huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht pas in de recente geschiedenis mogelijk geworden) diende lange tijd een ander doel dan een liefdesrelatie op zich. Mensen werden gematcht omdat families macht, grond of goederen wilden samenvoegen of herverdelen. Huwelijken werden gesloten om vrede te sluiten of te bewaren. Families probeerden hun status te vergroten door hun kinderen zo gunstig mogelijk uit te huwelijken.

De oude koppelaarsters wisten heel goed dat ze het aantal koeien, kleden of kamers van beide families moesten tellen om tot een goed advies te komen. En als de verbintenis niet bracht wat iedereen ervan had gehoopt, bijvoorbeeld omdat vrouwen geen zoons baarden of omdat de schoonfamilie haar geld of macht verloor, werd er gescheiden om het met een betere kandidaat nog eens te proberen.

Zulke rationele of pragmatische matches hebben lang de boventoon gevoerd in de wereld. Liefde werd beschouwd als een veel te wankele basis voor zo’n belangrijk instituut als het huwelijk. In de zeventiende eeuw raadden priesters jonge mensen aan om te trouwen met iemand van wie ze konden leren te houden. De band met de familie van herkomst (grootouders, vader en moeder, broers en zussen) werd veel belangrijker gevonden dan de band met een huwelijkspartner.

Een goede match is nog geen goed huwelijk

Pas tijdens de verlichting en vooral door de Franse en Amerikaanse revoluties begon hierin iets te schuiven. Vanaf dat moment werd iedereen geacht persoonlijk geluk na te streven; the pursuit of happiness werd een recht voor iedereen. Maar hoe moest je dan gelukkig worden als geld, goederen en status niet meer de belangrijkste criteria waren? Het antwoord op deze vraag was in de negentiende eeuw: opposites attract, dus een huwelijk werkt vooral als een pure en onschuldige vrouw zich verbindt met een sterke en wereldwijze man.

Van de negentiende-eeuwse clichés zijn we gelukkig afgestapt, tegenwoordig kijken we naar persoonlijkheidskenmerken als we mensen willen matchen. Nu denken we vooral: soort zoekt soort. In een overzichtsartikel van de nieuwste wetenschappelijke inzichten noemen psychologen Shanhong Luo en Eva C. Klohnen dit assortative mating. Religieuze achtergrond, de opinies over politieke en maatschappelijke fenomenen, hoe en of we stemmen, hoe we zijn opgeleid en het soort mensen met wie we graag omgaan – dat alles moeten ongeveer overeenkomen, willen we zelfs maar enigszins geïnteresseerd raken in elkaar. Maar Luo en Klohnen zeggen ook: een goede match is nog geen goed huwelijk.

Jan en Tineke groeien uit elkaar

Jan en Tineke zijn twaalf jaar samen en hebben twee kinderen. Ze merken dat ze uit elkaar zijn gegroeid. ‘Sinds Tineke met yoga bezig is, begrijp ik haar niet meer’, zegt Jan tijdens ons eerste gesprek. Tineke vindt het jammer dat Jan zo weinig belangstelling toont. En dat hij de laatste tijd meer met vrienden doet dan met haar. Ze willen allebei wel meer samen doen, maar het komt er niet van. Bij Jan en Tineke speelt de drukte natuurlijk een rol. Twee banen en twee kinderen geven een drukke gezinsagenda. Maar het gevoel dat ze uit elkaar groeien, een veelgehoorde klacht bij stellen die al wat langer samen zijn (en een van de belangrijkste redenen die mensen opgeven voor een scheiding), is ook een kwestie van veranderende attitudes.

Mensen veranderen van mening omdat ze dingen leren, of ze krijgen meer levenservaring en daardoor een andere houding ten opzichte van de wereld om hen heen. Natuurlijk is het dan belangrijk dat ze elkaar meenemen in de veranderingen, zodat hun geliefde kan meegroeien. Maar je moet je niet alleen blindstaren op zulke veranderingen.

Pas na de kennismaking leer je elkaar kennen

Uit het moderne psychologische soort-zoekt-soort-onderzoek blijkt namelijk dat tevredenheid met een relatie niet enkel samenhangt met een overeenkomstige attitude, maar ook met persoonlijkheidskenmerken. Die zijn meer verborgen dan attitudes, die bij de eerste kennismaking al worden uitgewisseld. Pas als stellen langer bij elkaar zijn, komen basale persoonlijke kenmerken aan de oppervlakte. Dan geldt: hoe meer deze overeenkomen, hoe langer de relatie zal blijven bestaan.

Eerst dacht men dat overeenkomsten in persoonlijkheidskenmerken zoals (emotionele) intelligentie, extraversie, spontaniteit en empathie bepalend waren voor het al dan niet ontbranden van de liefde. Deze persoonlijkheidskenmerken vormen ook de basis van de algoritmen van talloze dating­apps en matching bureaus. Mensen die even slim zijn, net zo introvert of even ambitieus, zo werd gedacht, zullen eerder samen gelukkig worden dan mensen die verschillen op zulke kenmerken.

Maar geen enkele datingapp is tot op heden in staat gebleken om de perfecte match te maken op basis van deze grootheden. Er is namelijk nóg een kenmerk met grote matching potentie: de manier waarop mensen zijn gehecht. Hechting is de mate waarin je je veilig voelt als je intiem wordt met een ander. Hechting gaat over de mate waarin je je leven deelt met elkaar, over seks, maar vooral ook over verbondenheid. Meningen en levenshouding kun je meteen delen als je elkaar leert kennen. Maar gehechtheid blijkt pas gaandeweg een relatie en is daarom bepalend op de lange termijn.

Hechten kun je leren

In een volgend gesprek blijkt dat Jan altijd al afstandelijk is geweest in zijn relatie met Tineke. Van huis uit is hij gewend om alles alleen te doen, omdat zijn ouders veel afwezig waren. Tineke is juist gewend om de balans te zoeken tussen haar eigen leven en het leven samen met anderen. Deze hechtingsstijlen botsen. Dat blijkt de échte reden waarom ze voelen dat er weinig verbinding is. In de loop van de (emotiegerichte) relatietherapie leren ze om zich veiliger te voelen bij elkaar, vooral doordat ze leren mentaliseren: uitspreken wat je voelt op het moment dat je het voelt.

De perfecte liefdesmatch bestaat niet, maar we kunnen tegenwoordig een heel eind komen. Geliefden herkennen dezelfde levenshouding bij elkaar als ze elkaar leren kennen. Deze herkenning geeft het gevoel van een goede match. Maar daarna blijkt pas hoe goed de geliefden bij elkaar horen op grond van hun hechtingsstijl. Het goede nieuws is dat we hechtingsstijlen kunnen veranderen. Vaak gebeurt dit min of meer vanzelf, doordat geliefden hun diepere emoties bespreken – en anders kan emotiegerichte relatietherapie uitkomst bieden.

Zulke gesprekken over diepere emoties worden steeds meer nodig in een tijd dat mensen langer leven en dus ook langer samen zijn. Lang leefden we hoogstens dertig, veertig jaar. Een match was vooral belangrijk voor de voortplanting. Tegen de tijd dat de kinderen volwassen werden kwamen de ouders te overlijden.

Nu moeten we ons bezinnen op een leven samen als voortplanting en de zorg voor kinderen niet langer het doel zijn van een relatie. Hoeveel doen we samen en in welke mate leiden we ons eigen leven? Het legenestsyndroom dwingt stellen om de balans tussen die twee telkens weer te zoeken. Uiteindelijk zijn we het meest tevreden in een veilige, intieme relatie. Dat onze geliefden er soms wat vreemde denkbeelden op na houden, bedekken we graag met de mantel der liefde.

Zo worden jullie een perfecte match

  • Overeenkomstige levenshouding en persoonlijkheidskenmerken lijken in eerste instantie bepalend voor een perfect match. Maar of de relatie ook duurzaam zal zijn, heeft vooral te maken met hoe jullie beiden gehecht zijn. Gehechtheid blijkt pas gaandeweg een relatie en is daarom bepalend op de lange termijn.

  • Wil je een relatie? Zoek iemand die ongeveer dezelfde denkbeelden heeft als jijzelf, die in de buurt woont en ongeveer even oud is als jij.

  • Ga in een langere relatie het gesprek aan over behoeften, drijfveren en emoties in plaats van over verschillende denkbeelden. Je wilt de ander niet overtuigen, je wilt de ander leren kennen op een dieper niveau.

Lees ook deze bijlage
Lees meer over: Samen leven

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu

Log in om de reacties te lezen (1)

M. Bonnet
07-11-2023 om 23:10

Goed artikel. Ik kan hiermee verder. Je blijft elke dag leren van je partner en je omgeving.(67)

Praat mee