Altijd te laat
Iedereen heeft er wel eentje. Een vriendin die steevast een halfuur te laat aan komt zetten, terwijl jij duimen zit te draaien op de afgesproken plek. Of ben je zelf een notoire laatkomer? Tips om het gedrag van je vriendin óf dat van jezelf te verbeteren.
Ze doet het niet expres
Als ik vriendin R. halverwege onze afspraak vraag hoe het eigenlijk kan dat ze het elke keer weer presteert om te laat te komen, terwijl ze weet hoe storend dat is voor haar omgeving, schiet ze in de verdediging: ‘Ik doe het toch niet expres?’ En misschien heeft ze daar wel gelijk in, want volgens Pieternel Dijkstra is de typische telaatkomer iemand die chaotisch, makkelijk en nonchalant is. ‘Mensen die chronisch te laat komen, zijn vaak een beetje slordig in bijvoorbeeld hun huis, komen heel spontaan over en zijn erg flexibel. Als jij een afspraak op het laatste moment afzegt of een kwartier of langer vertraging hebt, is de kans groot dat de laatkomer zijn of haar schouders ophaalt en denkt: helemaal geen probleem, kan gebeuren!’
Sommige mensen komen altijd te vroeg
Manon van Staveren kan zich daar niets bij voorstellen. ‘Als kind zat mijn moeder m’n broer en mij achter de broek als we ergens naartoe moesten: heb je je tas gepakt, je tanden gepoetst, welke schoenen trek je aan, moet je nog naar de wc? Haar vaste riedel was dat het respectvol is om je aan je afspraken te houden, want de ander investeert ook tijd in jou. Ik ben dat nooit vergeten en kom altijd en overal te vroeg: meestal een minuut of tien, soms langer. Vorige week zat het verkeer onderweg naar de fysiotherapeut mee, alle stoplichten stonden op groen. Een halfuur van tevoren stond ik al op de parkeerplaats, maar voor zulke situaties heb ik altijd een boek bij me. Ik heb lekker een kwartier gelezen en ben toen rustig naar binnen gegaan.’
Typerend voor mensen als Manon die nooit te laat komen, is volgens Pieternel Dijkstra dat ze graag bezig zijn met schema’s en planningen. ‘Ze gaan georganiseerd te werk, hechten aan orde en regelmaat, wonen in een opgeruimd en schoon huis en houden zich aan afspraken’, aldus Dijkstra. ‘Andere mensen weten precies waar ze aan toe zijn met dit soort personen, waardoor ze soms worden weggezet als saai en voorspelbaar: daar heb je haar weer, met haar lijstjes. Onterecht, want mensen die zich aan hun afspraken houden, hebben vaak veel zelfdiscipline. Ze komen niet alleen overal op tijd, ze doen ook hun werk goed, eten gezond en sporten bijvoorbeeld regelmatig. Dat is niet negatief, maar juist iets waar veel mensen maar wat jaloers op zijn.’
De mentale valkuil van de optimist Als mensen iets plannen, zijn ze vaak te optimistisch over hun tijd. Ze denken dat het allemaal wel gaat lukken, maar in de praktijk blijken dingen vaak meer tijd te kosten. In de psychologie wordt dat de ‘planning fallacy’ genoemd: een mentale valkuil die voortkomt uit een soort optimisme dat kenmerkend is voor psychisch gezonde mensen. Juist om die reden is het verstandig om een planning ‘ademend’ te houden: plan op een dag nooit alles strak op elkaar en zorg voor adempauzes. Valt iets tegen in termen van tijd, dan heb je uitlooptijd. Loopt iets niet uit, dan heb je gewoon een pauze of kun je even iets anders doen.
Zo ga je om met laatkomers
Als je je ergert aan iemand die te laat is, dan is het volgens Pieternel Dijkstra goed om eerst naar jezelf te kijken. ‘Waarom stoort het gedrag van de telaatkomer je eigenlijk zo? Stel: de ander is drie minuten later en jij bent al geïrriteerd. Ben jij dan misschien overdreven stipt en ligt het probleem niet zo zeer bij die ander, maar bij jezelf? Is het antwoord ‘ja’, dan moet je eerst iets doen aan jouw extreme punctualiteit.’ Maar het kan ook zijn dat de ander altijd te laat is, wat voor jou en anderen vervelend is.
In dat geval kun je daar op een tactvolle manier iets van zeggen. Beperk het tot één specifieke situatie en zegt niet: ‘Je komt altijd te laat’, want dan krijg je een discussie: ‘Nee hoor, drie maanden geleden was ik juist tien minuten te vroeg.’ Speel het niet op de persoon, maar houd het concreet en benoem wat het gedrag van de ander met jou doet: ‘Ik vind het jammer dat je drie kwartier te laat bent, want ik krijg daardoor het gevoel dat je onze afspraak niet belangrijk vindt.’ Op die manier zal de ander zich minder aangevallen voelen en komt de boodschap beter over.
Een andere optie: jezelf erop instellen dat de ander toch weer te laat gaat komen en van tevoren appen dat je om 13.30 uur wilt afspreken, maar in je agenda zetten dat je er pas om 14 uur moet zijn. Ook een goed idee bij chronische laatkomers: zorgen dat je niet afhankelijk bent van hem of haar, dus je niet laten ophalen op kantoor of thuis en altijd met je eigen vervoer gaan, zodat je zelf geen last hebt van het te laat komen van de ander.
Plan meer tijd in voor activiteiten
Ben jij zelf een chronische telaatkomer en wil je daar iets aan doen, dan is een betere planning maken een essentiële stap. ‘Misschien wíl je wel op tijd komen, maar prop je te veel in één dag,’ zegt Dijkstra. ‘Houd dagelijks in een agenda bij wat je allemaal moet doen en zet afspraken en activiteiten niet te strak achter elkaar: denk je ergens een halfuur over te doen, plan dan voor de zekerheid drie kwartier in. Doe een horloge om, wen jezelf aan om daar regelmatig op te kijken en stel piepjes in op je mobiel als teken dat je aan de volgende activiteit moet beginnen. Waak er wel voor dat je niet paranoïde wordt, want het wordt best getolereerd als je toch een keer te laat bent. We willen alles perfect doen, maar perfectie bestaat niet, en een beetje op tijd is ook goed genoeg.’
Steevast te laat?
-
Kijk eens om je heen hoe andere mensen met tijd omgaan: hoe ziet de agenda van collega’s eruit, zeggen zij vaak ‘nee’ als iets niet goed uitkomt, op welke manier ronden zij een gesprek fatsoenlijk af?
-
Leef je wat meer in de ander in: hoe zou jij het vinden als jij altijd op andere mensen moest wachten? Zou je dat dan zien als tijdverspilling? Dit kan helpen om jezelf te motiveren om vaker op tijd te zijn.
-
Installeer op je telefoon een timemanagement-app die je helpt om je tijd beter in te delen, zoals Be Focused (maakt hapklare brokken van je werk) of bijvoorbeeld OmniFocus (al je taken in een handig dagoverzicht).
-
Controleer elke dag een paar keer of je planning nog klopt. Zit je nog op schema of is er iets uitgelopen? En zo ja, kun je dat dan oplossen? Of is het handig om nu alvast te appen dat je bij je volgende afspraak iets later bent?
-
Te laat komen is één ding, niets van je laten horen is een ander verhaal. We hebben vrijwel allemaal de hele dag een mobiele telefoon onder handbereik, dus het is een kleine moeite om te appen of bellen dat je verlaat bent.
-
Er zijn een heleboel boeken die je leren om meer grip te krijgen op tijd. Aanraders zijn: Meer doen in minder tijd van Jan-Dirk Reijneveld, GRIP van Rick Pastoor, Time- management volgens Covey van Stephen Covey.