Deze mensen doen vrijwilligerswerk. Vijf portretten

Vrijwilligerswerk doen is fijn voor wie je het doet. Maar het is óók een manier om je eigen geluk, welzijn en tevredenheid over het leven te vergroten. En iedereen kan het, zegt hoogleraar vrijwilligerswerk Lucas Meijs: ‘Vraag jezelf eens af waarom je géén vrijwilligerswerk doet.’

Jason Calmez (52) is kok in de wijkkeuken van welzijnsorganisatie Diverz.

‘Ik ben geboren op Curaçao en opgegroeid in Amerika. Honkbal was in mijn jeugd mijn lust en mijn leven. Op zeventienjarige leeftijd bereikte ik het Triple A-niveau. Dat is het hoogste spelniveau in de Minor League Baseball in de Verenigde Staten. Toen sloeg het noodlot toe. Ik kreeg een motorongeluk. Zo’n beetje alles in mijn lichaam was gebroken. Dat betekende het einde van mijn honkbalcarrière.

Ik heb toen een opleiding als kok gevolgd. Vrienden haalden me over om naar Nederland te komen. Ik woon hier nu elf jaar. Helaas heb ik nog altijd forse klachten als gevolg van het ongeluk. De pijn in mijn rug gaat niet weg, ook al ben ik in behandeling bij een pijnpoli.

‘Bij de welzijnsorganisatie vond ik het meteen gezellig’

Hier in Nederland wilde ik graag in de horeca werken. Dat is misgegaan. Naast de pijn kreeg ik ook hartklachten. Toch blijf ik altijd positief. Dat hoort bij mij: ik heb een sterke geest. Een vriendin van mij vroeg eens aan me of ik meeging naar welzijns­organisatie Diverz in Zwijndrecht. Dat is nu meer dan tien jaar geleden. Ik vond het direct gezellig. Niet lang daarna ben ik begonnen als kok in de wijkkeuken van Diverz. Dat doe ik drie keer per week.

Daarnaast geef ik twee keer per maand kookles. Iedereen in de buurt is welkom. Het liefst maak ik Aziatische gerechten, zoals een pittige Chinese kip in sinaasappelsaus. Ik maak nooit twee keer hetzelfde recept, dus voor de mensen die komen eten, is het iedere keer weer een verrassing wat ze van me krijgen. Ja, ze vinden het heel lekker wat ik maak! Ze willen niet dat ik wegga en dat wil ik zelf ook niet.

‘Het is goed om te zien dat eenzame mensen samen eten met anderen

Ik vind het heel fijn om vrijwilligerswerk te doen. En mensen die in de wijk eenzaam zijn, kunnen samen met andere mensen eten. Zelf ben ik ook eenzaam, want ik woon alleen, maar ik heb er geen last meer van omdat ik altijd bezig ben met iets. En als ik pijn heb tijdens het koken, zijn er altijd mensen die me helpen.’


Renske Baars (24) is brandweervrouw.

’Als tiener gingen mijn twee broers bij de jeugdbrandweer. Ik kon niet wachten tot ik er ook bij mocht. Als ik de verhalen hoorde waarmee ze thuiskwamen, dacht ik: dat wil ik ook.

Op mijn zestiende was het zover. Bij de jeugdbrandweer krijg je theorie- en praktijklessen over brand, hulpverlening en de brandweerorganisatie. Je oefent wel in bluspak, helm, veiligheidslaarzen en handschoenen, maar wordt dan nog niet blootgesteld aan echt vuur en echte rook.

Twee jaar later kreeg ik de mogelijkheid om door te stromen naar de vrijwillige brandweer. Niet iedereen wordt toegelaten. Je moet echt fit zijn en daarnaast redelijk stressbestendig. Dat wordt ook getest. Je moet bijvoorbeeld twintig meter onder water zwemmen en een Coopertest afleggen waarbij je binnen twaalf minuten minstens 2200 meter moet rennen. Ook krijg je testjes om eventuele hoogtevrees en angst voor kleine, gesloten ruimtes aan het licht te brengen. Haal je dat, dan mag je de opleiding tot Manschap gaan volgen, zoals dat heet. Dat is de basis voor het uitoefenen van het vak van brandweerman of -vrouw.

‘Ik had sterk de behoefte om echt iets voor de samenleving te betekenen’

Ja, het is pittig, maar mensen helpen is iets wat me heel erg trok. Vooral iets doen voor het algemeen belang spreekt me aan. Ik heb ook in de kraamzorg gewerkt. Dat voelde meer als een lijstje afwerken: daarna mocht ik weer gaan. Natuurlijk help je in dat werk net zo goed mensen, maar mijn behoefte om echt iets voor de samenleving als geheel te kunnen betekenen, werd steeds sterker. Dat ik dat nu ook daadwerkelijk doe, voelt heel goed.

Sterker: ik heb er sinds kort ook mijn beroep van gemaakt. Ik ben nu dus brandweervrouw als professional én nog steeds als vrijwilliger, want één dag in de week werk ik nog steeds bij de vrijwillige brandweer. Extra leuk is dat ik mijn vriend heb leren kennen bij de brandweer. Soms zitten we samen op de wagen. Dat is heel fijn, want we kunnen supergoed samenwerken. We hebben inmiddels een zoontje van vijf maanden. Misschien gaat hij later ook wel bij de brandweer.’


Birsen Basar (36) geeft lezingen over autisme in Turkije.

‘De diagnose autisme kreeg ik op mijn 21ste. In mijn jeugd had ik veel moeite om contact te maken met anderen. Als ik vrienden probeerde te maken, kreeg ik te horen: ‘Waarom loop je me achterna?’. Daardoor werd ik bang om afgewezen te worden. Om de twee weken bleef ik thuis van school. Dan meldde mijn moeder mij ziek.

Ik kom uit een Turks gezin. Autisme is een diagnose die niet makkelijk wordt geaccepteerd. Mijn oma zei dat ik maar veel moest bidden, dan ging het wel over. Bullshit natuurlijk. Mijn ouders begrijpen me wel. In Nederland vind ik veel Turken traditioneler dan in Turkije zelf. Maar ook daar is behoefte aan informatie over autisme.

Ik doe betaald werk als ambtenaar bij de gemeente Breda, daar ben ik controleur subsidies. Dat is heel precies werk. Maar daarnaast wil ik meer bekendheid creëren over autisme, zowel in Nederland als in Turkije. Dat lukt, ik heb vier boeken geschreven. Daarvan zijn er drie vertaald in het Turks.

‘Na een lezing zeggen ouders tegen mij: ‘Ik begrijp mijn kind nu veel beter’

Naast mijn baan heb ik vorig jaar de opleiding tot jeugdzorgwerker afgerond. Met mijn scriptie over het vergroten van draagkracht van ouders van jeugdigen met autisme heb ik de HanneMiekeprijs 2022 van de Nederlandse Vereniging voor Autisme gekregen. Als vrijwilliger geef ik lezingen in Turkije. Mijn doel is om alle 81 provincies van Turkije te bereiken. Tot nu toe ben ik in veertig provincies geweest.

Ik ben dag en nacht met autisme bezig, het is heel intensief, maar ik ben in elk geval nuttig in de samenleving. Natuurlijk geeft dat een goed gevoel, anders zou ik het niet doen. Soms komen ouders na een lezing naar me toe om me te bedanken. ‘Ik begrijp mijn kind nu veel beter’, zeggen ze dan. Er zijn soms ook ouders die mij vragen of ik iets weet dat autisme bij hun kind kan genezen. Ik zeg dan dat ze het moeten accepteren, want autisme gaat nooit meer weg.’

Lees ook deze bijlage

Marcel Wels (52) is vrijwilliger bij vier organisaties.

‘In het dagelijks leven werk ik bij de overheid, maar bijna al mijn vrije tijd steek ik in vrijwilligerswerk. Dat willen helpen zit er bij mij gewoon in. Het begon op mijn zeventiende. Mijn vader had een EHBO-diploma en dat wilde ik ook. Twee jaar later werd ik vrijwilliger bij het Rode Kruis en ik ben er nooit mee gestopt.

‘Het is prachtig om te doen, maar ook emotioneel’

Na het halen van een heleboel diploma’s ben ik op veel plekken inzetbaar: als chauffeur, teamleider en in het noodhulpteam. In 2009 werd ik vrijwilliger bij het Kinderbeestfeest, een besloten feest voor chronisch zieke kinderen en kinderen met een beperking of specifieke zorgbehoefte. Eén keer per jaar brengen we kinderen met loeiende sirenes naar Artis, waar ze een avond heerlijk kunnen genieten met hun familie.

Een jaar of vijf later werd me gevraagd om op Facebook een oproep te delen van het Ronald McDonaldhuis. De organisatie zocht vrijwilligers die ’s nachts aanspreekpunt wilden zijn voor gezinnen die er logeren om dicht bij hun kind in het ziekenhuis te kunnen zijn. Waarom ga ik dat zelf niet doen, dacht ik. Sindsdien slaap ik er één nacht per maand. Ik werk 36 uur in mijn betaalde baan, maar het is prima te combineren. Meestal kan ik gewoon slapen. Soms moet er iets onverwacht geregeld worden of komen er ouders binnen die je vervolgens opvangt en wegwijs maakt.

’Het zo waardevol en bijzonder, ik krijg er bakken energie van’

Vanaf de oprichting in 2016 ben ik ook vrijwilliger bij Stichting Wensambulance Utrecht, gespecialiseerd in het vervullen van wensen van ernstig zieke volwassenen en kinderen. Het is prachtig om te doen, maar ook emotioneel. Ik krijg nog steeds tranen in mijn ogen als ik denk aan Arlette, een meisje van zeven met een ernstige spierziekte, dat snel zou komen te overlijden. Ze wilde dolgraag de Disneyprinsessen zien dansen tijdens Disney on Ice in de Jaarbeurs Utrecht. In de ambulance zong ze uit volle borst ‘Let it go’ uit Frozen mee, met allerlei slangetjes en apparatuur onder haar prinsessenjurk. Op zo’n moment kom je heel dichtbij in het leven van mensen. Je ziet de blijdschap van het kind en het verdriet van de ouders die weten dat ze hun enige kind binnenkort gaan verliezen. Tegelijkertijd is het zo waardevol en bijzonder: ik krijg er bakken energie van.’


Noor Toemen (53) helpt laaggeletterden.

‘In het verleden heb ik als leerkracht in het basisonderwijs gewerkt. Nu ben ik begeleider in de ouderenzorg. Sinds een halfjaar doe ik vrijwilligers- werk bij Stichting Prago, een landelijke organisatie die op 33 plekken in Nederland praktisch gericht onderwijs biedt aan laaggeletterden. De docenten van Prago zijn betaalde krachten en ik ondersteun als vrijwilliger de docent in Tilburg.

Bij ons leren mensen lezen en schrijven, rekenen en ICT-vaardigheden. Ook sociale interactie komt aan bod. Zo oefenen we met nieuwsbegrip, interactieve leeslessen op zes niveaus, waar het NOS Jeugdjournaal wekelijks een filmpje bij maakt. Cursisten oefenen op papier en digitaal en werken aan het vergroten van de woordenschat. Maar dat is niet het enige. We willen mensen laten beseffen dat ze er mogen zijn.

’Je ziet die mensen denken: ik mag er zijn, ik word gezien en gehoord’

Mensen die laaggeletterd zijn, verstoppen zich soms een beetje. Zo hadden we in de groep een Chinese man die vrijwel geen woord Nederlands kon spreken en schrijven. Hij hield zich daarom altijd op de achtergrond. We zijn begonnen met enkele woorden en korte zinnetjes, zoals ‘goedemorgen’ en ‘hoe gaat het?’. Daarna kwam hij bij de koffie uit zichzelf bij de groep zitten. Dat was zo mooi. Hij voelde: ik mag er zijn, ik word gezien en gehoord.

We bouwen met de cursisten echt een vertrouwensband op. Dat levert waardevolle momenten op en geeft veel voldoening. Naarmate de cursisten zich ontwikkelen, groeit ook hun zelfvertrouwen. Als ik een trotse blik en een glimlach zie, voel ik me zelf ook trots en blij. De stichting zorgt ervoor dat mensen kunnen meedoen in de samenleving. Ik ben dankbaar dat ik daar een steentje aan mag bijdragen.

En zelf leer ik ook nieuwe mensen kennen met verschillende achtergronden en culturen. Dat is zo verrijkend! Ik kom iedere keer met heel veel energie thuis. We hebben net acht weken zomervakantie gehad, dan is Prago gesloten. Nou, voor mij is dat veel te lang! Het liefst zou ik gewoon het hele jaar willen doorgaan, zoveel plezier geeft dit vrijwilligerswerk me. Ik meen het echt: ik wil hier nooit meer weg!’

Dit is een bijlage van:
Lees meer over: Samen leven

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu