Korte metten met voedselleugens
Bezig zijn met eten is heel hip. Maar voedingsdeskundige Loethe Olthuis wilde weten wat je nou écht koopt in de supermarkt op grond van feiten, en wat je dus écht eet. Ze geeft antwoord op de meest gestelde vragen.
‘Je moet die speltcrackers nemen. Spelt is gezonder dan tarwe’, zegt een jonge vrouw tegen haar vriendin in de supermarkt. Met lede ogen zie ik de vrouw weggaan met een pakje poepdure, hippe crackers van speltbloem terwijl de goedkope, saaie maar veel gezondere knäckebrödjes van volkorenmeel van het huismerk ernaast liggen. Als ik zoiets hoor, moet ik me bedwingen om me er niet mee te bemoeien. Want niet iedereen is ervan gediend als een wildvreemde vrouw zich zomaar in een gesprek mengt en het dan nog beter weet ook!
In de dertig jaar dat ik over voeding schrijf, heb ik al heel wat hypes en trends voorbij zien komen. Sommige leken elkaar vaak tegen te spreken: zo werd nog geen tien jaar geleden een dieet met weinig vet aanbevolen en tegenwoordig schrapt iedereen juist de koolhydraten om slank te blijven. En als we nog wel brood eten, mogen er opeens geen gluten meer in zitten.
Wat is nou het beste? Je zou er gek van worden! We verdwalen in het doolhof van aanbevelingen, voedingstrends, ‘handige’ en ‘gezonde’ producten en soms ook letterlijk, in de supermarkt. Want wat moet je nou kopen als je het beste voor hebt met je eigen gezondheid en die van je huisgenoten? En als je daar bovendien niet te veel geld aan kunt uitgeven? 98 procent van de Nederlanders doet zijn boodschappen vooral in de supermarkt.
Dit is een EXTRA artikel
Dit EXTRA artikel is alleen te bekijken voor abonnees. Maak eenvoudig een account aan en kies het abonnement dat het best bij je past. Je krijgt direct onbeperkt toegang tot alle artikelen!