Niet sporten maar wel fitter worden? Lekker de tuin in!

Bewegen. Je wordt er fitter, vrolijker en slanker van én het verkleint het risico op allerlei ziektes. Deze keer gaan we tuinieren. Ja, dat kun je gerust een sport noemen. En je immuunsysteem heeft er ook baat bij.

Wat zegt de expert?

Drie vragen aan bewegingswetenschapper Hans Savelberg, hoogleraar academisch onderwijs in beweging.

  • 1

    Wat maakt tuinieren zo gezond?
    ‘Elke vorm van beweging is goed voor je hart en vaten, je spieren, pezen, botten en je brein. Het unieke van tuinieren is dat het niet voelt als sporten. Mensen doen het omdat ze het leuk vinden of omdat het nodig is. Daarnaast train je met tuinieren alle grote spiergroepen en gewrichten. Je schoffelt, je maait, je plant en je snoeit, het zijn allemaal verschillende activiteiten waardoor je al snel je hele lichaam traint.’

  • 2

    Hoe lang moet je per week in de tuin werken om gezond bezig te zijn?
    ‘De gezondheidsraad heeft een beweegrichtlijn opgesteld waarin staat hoeveel je moet bewegen om gezond te blijven. Voor volwassenen is dat 150 minuten per week gecombineerd met twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten. Wie vijf keer per week een half uurtje in de tuin werkt, voldoet daar al aan. Als je daarnaast op de fiets je boodschappen doet of wandelt met de hond, ben je helemaal goed bezig. Om voldoende te bewegen is de sportschool echt niet nodig. Het gaat erom dat je zo weinig mogelijk zit. Dus schoffel zo nu en dan een beetje; goed voor de tuin, goed voor jezelf.’

  • 3

    Tuinieren kan nogal wat van je lichaam vergen, hoe voorkom je dat je spit krijgt van het spitten?
    ‘Bij tuinieren worden spieren, botten en gewrichten belast op een manier die ze soms langere tijd niet meer gewend zijn. Je kunt een kruiwagen in een keer helemaal volladen of een paar keer op en neer met een emmertje lopen. Doseer de werkzaamheden. Een lange tijd op je knieën onkruid wieden kan pijn gaan doen. Wissel werkzaamheden daarom af. Buig nooit voorover als je iets wil plukken of van de grond wil pakken. Zak altijd door je knieën en zorg ervoor dat je als je iets optilt je je buik-, rug- en bilspieren goed aanspant.’

Dit is een EXTRA artikel

Dit EXTRA artikel is alleen te bekijken voor abonnees. Maak eenvoudig een account aan en kies het abonnement dat het best bij je past. Je krijgt direct onbeperkt toegang tot alle artikelen!

Maak een account aan