Plantaardig plan voor de toekomst
Als je diëtist Wendy Walrabenstein vijftien jaar geleden had uitgelegd wat de voordelen zijn wanneer meer mensen puur plantaardig zouden eten, had ze vreemd opgekeken van haar biefstukje.
Dr. Wendy Walrabenstein werkte jarenlang in de financiële wereld tot ze werd gegrepen door het leefstijlverhaal. De trigger voor de ommezwaai van bankier naar diëtist-onderzoeker was het leeftijdsverschil – 23 jaar – met haar grote liefde Leo: ze wil dat hij zo lang en gezond mogelijk blijft leven. Ze promoveerde bij het Amsterdam UMC op haar onderzoek naar het effect van leefstijl op veel voorkomende ziektes.
Ik eet inmiddels al zo’n twaalf jaar vrijwel volledig plantaardig. Best bijzonder voor de dochter van een slager die vroeger genoot van het vetrandje aan de entrecote en een Franse kaasplank. Ik herinner me nog goed hoe mijn man de andere kant op keek toen ik pens at op Sardinië, terwijl er een big aan het spit werd geroosterd. Heerlijk!
Langzaam maar zeker veranderde ik van koers. Het kostte wat overtuiging om mij van mijn smakelijke bordje vlees te halen, maar uiteindelijk gaf de wetenschap de doorslag. Mensen die meer plantaardig eten, hebben een – soms aanzienlijk – lager risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, kanker, nierfalen, leververvetting, de ziekte van Parkinson, slaapapneu en vervroegd overlijden. Die gezondheidswinst is deels te verklaren doordat plantaardige voeding meer vezels, meer anti-oxidanten en minder verzadigd vet bevat.
Dit betekent overigens niet dat iemand die alles ‘perfect’ doet, niet ziek kan worden. Uit onderzoek blijkt dat er altijd een factor van ongeveer 25 procent ‘pure pech’ overblijft. Bedenk ook dat cola, chips en koekjes weliswaar vegan zijn, maar niet wat bedoeld wordt met een volwaardig, onbewerkt en gezond overwegend plantaardig voedingspatroon. En dat laatste adviseert onze eigen Gezondheidsraad al sinds 2015.
Later ontdekte ik ook dat het eten van dierlijke producten een enorme impact heeft op het klimaat. Als de hele wereld in 2050 plantaardig zou eten, dan zou de terugkerende wilde natuur tot die tijd meer dan 500 miljard ton CO2 kunnen vastleggen. Dat staat gelijk aan zo’n vijftien jaar van de huidige wereldwijde CO2-uitstoot. Dat zijn gigantische hoeveelheden!
Onlangs woonde ik een presentatie bij van Berno Strootman, landschapsarchitect en voormalig rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving. Berno vertelde over de campagne Nederland Vleesland uit de jaren tachtig en negentig. Deze campagne promootte vlees als een belangrijk onderdeel van de Nederlandse cultuur.
Berno’s bureau onderzocht, samen met de Universiteit Leiden, wat het zou betekenen voor Nederland als we allemaal plantaardig zouden eten. Niet langer Nederland Vleesland, maar Nederland Veganland. Hij schetst een plantaardige toekomst voor Nederland, waarin ruimte is voor 20 miljoen mensen, meer huizen, ruimte voor natuur en groenere steden, een Nederland zonder dierenleed, vol gezondere mensen. Nederland Veganland is ook helemaal economisch doorgerekend. De maatschappelijke kosten-batenanalyse laat zien dat de brede welvaart over een periode van 20-25 jaar in Nederland toeneemt.
Het verhaal van Berno gaf me een warm gevoel. Het deed me denken aan de grote Nederlandse waterwerken. Die hebben we toch ook mooi voor elkaar gekregen. En zelfs als niet iedereen volledig zonder een biefstukje of stukje kaas kan, geloof ik dat we met een 90%-scenario al een heel eind zouden komen. Zou dat niet geweldig zijn?
Heb je een leefstijlvraag aan Wendy? Stel hem hier!