Emigreren: 9 vragen, 3 verhalen

Wonen in een ander land. De droom is aantrekkelijk, maar het vergt vaak veel doorzettingsvermogen en een enorme voorbereiding. Negen vragen over emigreren, drie verhalen van emigranten.

1

Wanneer ben je een emigrant?

Als je verwacht acht maanden of langer naar het buitenland te gaan, moet je je uitschrijven als inwoner en word je gezien als emigrant. Je behoudt wel gewoon de Nederlandse nationaliteit.

2

Neemt emigratie toe?

Ja en nee. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat tegenwoordig jaarlijks 120.000 mensen Nederland voor een ander land verruilen. Dat aantal vertoont sinds het begin van deze eeuw een stijgende lijn, maar binnen de groep emigranten zijn er grote verschillen. Zo stijgt het aantal mensen met een migratieachtergrond dat terugkeert naar het land van herkomst, maar daalt het aantal emigranten dat oorspronkelijk in Nederland is geboren. In 2019 emigreerden ruim 40.000 mensen met een Nederlandse achtergrond.

3

Waarom pakken mensen hun biezen? 

Kijk je naar een programma als Ik vertrek, dan zie je vaak mensen die ontevreden zijn over hun baan en bestaan in Nederland. Toch is dat niet de ervaring van emigratieconsulent Paul Hiltemann, die sinds 1994 honderden Nederlandse emigranten heeft begeleid. ‘Ze hebben over het algemeen goede banen en succesvolle carrières, maar zoeken iets dat ze in Nederland niet kunnen vinden, bijvoorbeeld rust, ruimte, natuur of avontuur.’

4

Kun je zomaar naar elk land emigreren?

Voor landen binnen de Europese Unie gelden niet heel veel belemmeringen. Wel moet je je na drie maanden inschrijven (bij de gemeente, politie of vreemdelingendienst). Emigreren naar een land buiten de EU is complexer. Elk land stelt zijn eigen eisen. Op de websites van de diverse buitenlandse ambassades in Nederland kun je zien welke voorwaarden dat zijn. Voor sommige landen heb je een bankrekening met een flink positief saldo nodig waarmee je de eerste tijd kunt voorzien in je levensonderhoud.

Ruth Slob (36) en haar vriend Bas Meijerink (40) verhuisden in juli 2020 naar een ranch in het zuidwesten van Canada. ‘In het vliegtuig naar Vancouver zei Bas dat ik er rekening mee moest houden dat hij in Canada zou willen wonen. We gingen daar in de zomer van 2015 heen voor een rondreis van vijf maanden met een huurauto, de hond en een tentje. Ik vond het maar raar dat hij dat vooraf zei, maar toen we in september in het vliegtuig terug naar huis zaten, voelde ik hetzelfde.
We wilden niets overhaast beslissen, dus spraken we af er tot aan de kerst niet meer over te praten. Als we er dan beiden nog zo over dachten, zouden we een visumproces in gang zetten. Met kerst zeiden we beiden volmondig ja. Uiteindelijk heeft het nog bijna vijf jaar geduurd voor we overgingen.
Canada is van oudsher misschien een emigratieland en voor vluchtelingen zijn ze heel gastvrij, maar voor emigranten zitten ze er tegenwoordig toch wat strakker in. Twee jaar, vele formulieren en een medische test verder kregen we te horen dat we welkom waren, en toen duurde het nog twee jaar voor we huisvesting gevonden hadden. We hebben twee honden en een kat en dan is huren in Canada heel ingewikkeld. Kopen is lastig, omdat je als nieuwe inwoner een derde van de koopsom zelf moet financieren. Daarnaast is de huizenmarkt in Canada overbelast.
Begin vorig jaar hoorden we via Canadese vrienden dat er een huis te huur was op een ranch met 65 hectare land. Een mooie kans, omdat we niet meteen iets hoefden te kopen en omdat onze dieren ook welkom waren. In juli 2020, midden in de coronapandemie, zijn we vertrokken naar Canada. Bas is softwareontwikkelaar en runt hier zijn eigen online bedrijf, en ik heb twee online coachingpraktijken. Verder werk ik veel als adviseur voor de kunstensector, in Nederland en Canada.
Het leven hier is fijn, we wonen op vier kilometer afstand van de geasfalteerde weg. Er is zo veel natuur, rust en ruimte. In Nederland waren we behoorlijke workaholics, hier niet meer. Als we ’s middags geen zin meer in werken hebben, maken we een lange wandeling of gaan we zwemmen in het meer.
Toch is er ook een schaduwzijde. Afgelopen winter is mijn moeder overleden. Ik kon gelukkig terug naar Nederland, maar eenmaal terug in Canada was het ineens heel stil. De rust die zo fijn was, werd mijn vijand, want ik miste mijn familie en vrienden ineens heel erg, zeker toen later ook mijn opa stierf.’

5

Komt er veel papierwerk bij kijken?

Ja, houd er rekening mee dat je bij elkaar dagen bezig bent met het invullen van (online) formulieren. ‘Die papierwinkel wordt steeds erger’, stelt Hiltemann. ‘Landen worden nieuwsgieriger, ze willen precies weten wie in hun land wil komen wonen.’ Toch hoef je er volgens hem niet per se een specialist voor in te schakelen. ‘Het is geen rocketscience, maar wel veel en secuur werk. En je moet heel volledig zijn en geen vraag overslaan, of je ergens makkelijk vanaf maken.’

6

En moet je ook nog zaken regelen met de Nederlandse autoriteiten?

‘Gaat u emigreren? Dan komt er heel wat op u af.’ De tekst op
rijksoverheid.nl is misschien realistisch, maar niet bepaald bemoedigend. Want naast al het papierwerk met het emigratieland moet je in Nederland ook van alles regelen: denk aan legalisatie-documenten, aflossing studieschuld, stopzetten toeslagen, wijzigen zorgverzekering. Hiltemann: ‘Wat mensen zich vaak niet realiseren is dat ze geen AOW meer opbouwen zodra ze emigreren, en dat de meeste landen zo’n oudedagsvoorziening niet kennen.’

7

Zijn er trends in emigratieland?

Jazeker. Waar emigranten vroeger echt op zoek gingen naar werk in hun nieuwe thuisland, zijn er nu steeds meer digital nomads, voor wie het niet uitmaakt waar ze werken, omdat ze hun eigen bedrijf online runnen. Wat je ook steeds vaker ziet is dat mensen ergens een paar jaar wonen en dan weer verder trekken naar een ander land, vertelt Hiltemann. ‘Mensen voor wie het bijna een way of life wordt, maar die tegelijk het Nederlanderschap niet op willen geven omdat ze in hun achterhoofd hebben ooit weer terug te keren naar Nederland.’

Noortje Timmermans (37) en haar partner Michiel Kikkert (37) wonen sinds januari 2020 met hun zoon Jip (3) op Bali, Indonesië.
‘In 2008 maakten Michiel en ik een backpackreis door Thailand. Vanaf dat moment droomden we van leven in een ander land, maar die droom stopten we weg zodra we weer terug in Nederland waren. Tijdens een vakantie in 2017 ontmoetten we in Sri Lanka een gezin dat niets had, maar intens gelukkig was. Voor mij was dat heel confronterend want wij hadden alles, maar waren onrustig en ongelukkig.
Eenmaal terug in Nederland kreeg ik een enorme burn-out. Ik voelde me zo ongelukkig dat ik in de auto soms de neiging had om een ruk aan het stuur te geven, omdat de vangrail me de beste oplossing leek. Ik raakte zwanger en beviel van onze zoon Jip die een huilbaby bleek te zijn. In die periode werd onze wens om ergens anders te wonen steeds sterker. We hadden zoiets van: we willen niet aan het eind van ons leven spijt hebben dat we het niet hebben gedaan.
Bali was een praktische keuze: hier kun je op een plastic stoeltje op elke hoek van de straat nasi eten en daarna shoppen bij H&M, een ideale mix van de oosterse en westerse cultuur. Ook het feit dat hier moderne ziekenhuizen zijn, heeft een rol gespeeld. Een visum voor een halfjaar was zo aangevraagd. Normaal gesproken moet je na dat halfjaar het land even uit om een nieuwe aan te vragen, maar vanwege corona kon dat hier gewoon op Bali.
Ik werk hier online als virtual assistant voor Nederlandse bedrijven en coach daarnaast jonge vrouwen bij het maken van levenskeuzes. Ik werk vanuit huis, Michiel is huisvader en zorgt grotendeels voor Jip. We wonen in een prachtige villa aan het strand tegen een maandelijkse huur waar je in Nederland een studentenkamertje voor krijgt. Ik moet mezelf vaak in de arm knijpen: wonen we echt hier?
Het leven hier is zó anders. We zijn veel buiten en lopen bijna de hele dag op blote voeten. Mensen staan hier heel positief en licht in het leven, net als wij nu. Veel negatiefs hebben we hier nog niet meegemaakt. Ja, soms is het lastig om iets voor elkaar te krijgen. Zoek je een klusjesman, dan vind je die niet zomaar op Google.
Als je besluit naar het buitenland te vertrekken, moet je er wel hetzelfde in staan. Dat checken Michiel en ik regelmatig bij elkaar. Als een van ons heimwee krijgt en terug wil naar Nederland, dan weegt dat zwaarder. Maar daarvan is nu absoluut geen sprake.’
Noortje volgen op Instagram? @doornoortje_lifestyle_design

8

Wat is de grootste valkuil?

Als je als stel of gezin emigreert, ben je in het begin heel erg op elkaar aangewezen en zijn er altijd periodes van twijfel. Hiltemann: ‘Op zo’n moment is het belangrijk dat je er allemaal hetzelfde in staat. Wat je niet moet hebben is dat de een het voor de ander doet, want dat werkt niet. Dat zet de meeste relaties behoorlijk onder druk.’ Emigreren met oudere kinderen kan volgens Hiltemann op een drama uitlopen. ‘Je kunt van een tiener met een grote vriendenkring niet verwachten dat hij of zij dat allemaal opgeeft voor de droom van zijn ouders.’ Voor wie regelmatig naar Ik vertrek kijkt, zal dat heel herkenbaar zijn.

9

Wat is je Gouden tip?

Hiltemann: ‘Doe goed research en ga er eerst twee keer een flinke tijd heen. En doe dat ook een keer in een minder aantrekkelijk seizoen, zodat je weet wat je te wachten staat als de zon niet schijnt.’

Arjan van den Akker (36) en zijn vrouw Marijn Radersma (36) vertrokken in maart 2021 met Carel (3) en Louise (2) naar Haugesund in Noorwegen. ‘Marijn en ik zijn behoorlijk avontuurlijk ingesteld. Zo hebben we in 2014-2015 een reis door zuidelijk Afrika gemaakt met een Toyota Land Cruiser. Dat beviel zo goed dat we afspraken weer zoiets te doen na Marijns opleiding tot maag-, darm- en leverarts, maar toen zij bijna klaar was met haar specialisatie hadden we inmiddels kinderen. Bovendien durven we er nu niet zomaar weer een tijd tussenuit te gaan, omdat de arbeidsmarkt voor mdl-artsen in Nederland niet rooskleurig is. In een ander land werken leek ons een goede optie.
Op de emigratiebeurs in februari vorig jaar ontdekten we dat Noorwegen een artsentekort heeft, en dat het ziekenhuis van Haugesund, een kustplaats in het zuidwesten van Noorwegen, een mdl-arts nodig had. Vanwege corona is de sollicitatie helemaal online verlopen. Ik ben huisarts, en toen we besloten te gaan had ik hier nog geen werk. Maar al na zes weken bood het ziekenhuis van Haugesund mij ook een baan aan, op de spoedeisende hulp.
De taal is lastig. Dat komt ook omdat we in Nederland de Noorse standaardtaal Bokmål hebben geleerd terwijl ze hier Nynorsk spreken. We verstaan elkaar, maar de taal blijft een complicerende factor. Sowieso is het heel irritant dat je nog niet precies kunt zeggen wat je wil zeggen. Maar misschien stellen we te hoge eisen aan onszelf na slechts een paar maanden Noorwegen.
We kwamen hier in maart aan. De eerste weken hadden we heel slecht weer, met ijsregen en soms wel vijf sneeuwbuien per dag. Dat viel mij in het begin behoorlijk tegen.
We wonen hier prachtig, in een vrijstaand huurhuis met een flinke tuin. In de weekenden trekken we er vaak op uit met onze Land Cruiser. Als je 25 minuten naar het oosten rijdt, zit je midden in de natuur. Je zet je auto in een tafereel van een ansichtkaart, maakt een vuurtje, bakt worstjes en slaapt met de kinderen in de tent op het dak van de auto. We zoeken avontuur en vrijheid in combinatie met een goede werk-privébalans. Het ziet ernaar uit dat we dat hier gevonden hebben. maar of we over twintig jaar nog in Noorwegen wonen, weten we niet.’

Lees meer over: Samen leven

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu