Zit een dure bh beter?
RADAR+- eindredacteur Judith Postema droeg jarenlang goedkope beha’s. Tot ze een lingeriewinkel instapte en er een wereld voor haar openging.
Een beetje hippie in de jaren zeventig droeg natuurlijk geen beha. Dus ik ook niet. Sterker: ik had tot ik zwanger was van mijn eerste kind amper beha’s in de kast, en toen was het toch al 1991. Vanaf die tijd droeg ik ze wel, maar om nou te zeggen dat ik er in investeerde, nee. Noodzakelijk kwaad. En óndergoed toch, dus niemand die het zag. Nu heb ik laatst een lade opgeruimd van een overvolle commode die al 25 jaar dienst doet en daar kwamen warempel drie ongelooflijk sexy exemplaren uit, zelfs eentje met een doorzichtig mini-jurkje eraan vast. Ik wist het nog wel: gekocht voor een weekje Venetië waar mijn toenmalige echtgenoot en ik een poging waagden ons huwelijk wat leven in te blazen en iemand mij het onzalige advies had gegeven: koop jij nou gewoon een paar leuke setjes, dan zul je eens zien… Enfin, gekocht, lang verhaal kort: niet gelukt.
We springen even in de tijd. Ik draag al jaren goedkope flodderbeha’s. Van H&M, van de Hema, per ongeluk ’ns een keer eentje van Hunkemöller. Zien er allemaal prachtig uit. Kanten ruche hier, geborduurd bloemetje zus. Maar eigenlijk zit ’t voor geen meter. En dan prikt er ook ineens een venijnige aluminium beugel in mijn oksel. Nog eens wat: welke maat heb ik eigenlijk? Ik vergeet het altijd. 75B was het vrij lang, maar een meisje wordt ouder. Met als gevolg niet eens zo zeer een weelderiger boezem als wel een spekkeriger rug. Op de gok kocht ik dan maar weer eens 80C. En altijd blij aan het eind van de dag om ‘m uit te trekken. Kortom: ik behoorde tot zeven van de tien vrouwen die een foute behamaat dragen (TNS NIPO-onderzoek!), en ook tot de 73% die zegt dat een dag vaak verpest wordt door een slecht zittende beha.
Kanten ruche, hier, bloemetje zus. Maar ’t zit voor geen meter
Toen kreeg ik borstkanker. Als dat geen reden is om een goede en mooie en dure beha te kopen, weet ik het niet meer. Ik werd geopereerd. Allebei mijn borsten zijn er nog. Het duurde nog een jaar voor ik naar een fijne lingeriewinkel toog. Ik werd geholpen door een kordate vrouw die mij met mijn kleren aan monsterde en meteen een beha uit een laatje haalde die mijn maat bleek te zijn. Ze trad daarna ook de paskamer binnen waar ik ontbloot stond, wat ik absoluut niet erg vond, maar juist behulpzaam. Zij mat, ik paste. En ik verliet de winkel met twee (2!) nieuwe beha’s.
De pasvorm is zo fijn, vertelde zij (en ik voelde onmiddellijk wat ze bedoelde) omdat de cups de borsten omvatten, maar niet opduwen en al helemaal niet fijn persen. Mijn nieuwe beha’s bewegen met mij mee. De cups zijn twee aparte eenheden en de beha is niet, zoals goedkopere dat vaak wel zijn, een borstenopvangkledingstuk dat van links naar rechts gaat. Ik heb er nu eentje aan, lichtblauw BB-ruitje, strikje in het midden. Hij blijft op z’n plek als ik mijn armen in de lucht steek. En ik vergeet dat ik ‘m aan heb. Dat is nog het fijnst.