Vier mooie wildplukwandelingen
Je snapt: het is niet de bedoeling dat je je wild plukt tijdens een wildplukwandeling. Maar hier en daar wat plukken en rapen voegt zeker iets toe aan je dagje uit. Paar blaadjes watermunt voor de thee, handje walnoten voor de pesto. Geniet!

Leoniek Bontje is herbalist en auteur van diverse wildplukboeken, zij adviseert ronddwalen in het Bantammer Bos in Bussum (circa 4 kilometer), een van de tien ’s-Gravelandse Buitenplaatsen.
‘Wildplukken heeft de laatste tien jaar een vlucht genomen. Wat goed te begrijpen is: mensen zoeken tegenwoordig meer verbinding met de natuur. Om tot zichzelf én tot rust te komen. Tijdens een wildplukwandeling vertraag je immers – ben je lekker aan het dwalen, zonder erg met een route bezig te zijn. Daarvoor is het Bantammer Bos bij Bussum heel geschikt. Het is een prachtig, parkachtig gebied met 17de-eeuwse buitenplaatsen die in elkaar overlopen en waar je nauwelijks kunt verdwalen.
Tijdens een wildplukwandeling vertraag je en dwaal je zonder erg met de route bezig te zijn
Begin deze wildplukwandeling bij de parkeerplaats van de Bussumse Gamma, waarna je de drukke Franse Kampweg oversteekt. Als je vervolgens rechts aanhoudt, kom je bij een veld met bijenkasten. Daar kun je aan de randen onder meer het gele Sint-janskruid en roze Robertskruid vinden, die allebei een geneeskrachtige werking hebben. Maar ze zijn ook gewoon mooi om naar te kijken.
Vervolg je weg en je belandt bij een van de waterpartijen. Aan de oevers daarvan groeit watermunt en de pluimachtige moerasspirea – heerlijk om thee van te zetten. De planten hebben bovendien medicinale eigenschappen. Als je verder dwaalt ga je over wat bruggetjes en langs de villa van Natuurmonumenten, waar je lekker in het gras kunt liggen tussen de madeliefjes, tenminste als je er tussen mei en juli bent, want dan bloeien ze. Die zijn overigens ook niet te versmaden. Ze hebben een lekkere pittige smaak, doen het goed in salades en door ze in te leggen kun je van de knopjes kappertjes maken.
Voordat je via een statige beukenlaan weer naar het startpunt loopt, kom je langs een oud moestuinencomplex, waar je uiteraard niks mag plukken. Maar aan de randen ervan groeit wilde rucola – net als de madeliefjes uitstekend voor in een salade.’
Je kunt ook op pad gaan met Leoniek Bontje. Kijk voor workshops op: De buitenkeuken.

Boswachter Lysander van Oossanen van Staatsbosbeheer vindt de Oude Willem-route vanuit Appelscha (6 kilometer, eventueel uit te breiden) in Nationaal park Drents-Friese Wold een aanrader.
‘Dit Nationaal Park op de grens van Drenthe en Friesland heeft een van de grootste aangesloten bosgebieden van Noord-Nederland. Maar er zijn ook heidevelden, stuifzandgebieden en natte vennetjes. Die afwisseling maakt deze wandelroute zo de moeite waard. Je komt langs open plekken en wildernisachtig bos, waar in het gelid staande naaldbomen – die bedoeld waren voor de houtproductie – zijn vervangen door een natuurlijker loofbomenbos met slingerende paden en meer licht en lucht.
Zodra je de parkeerplaats van Boscamping Appelscha hebt verlaten, duik je het bos in waar op sommige plekken veel zevenblad groeit. Feitelijk een verkeerde naam, omdat dit kruid bestaat uit drie bladeren, samengesteld uit meerdere kleinere blaadjes. De plant woekert als een malle, waardoor tuinders ze met man en macht bestrijden. Maar ik maak er af en toe een heerlijke pesto of stamppotje mee.
Look-zonder-look heeft een knoflooksmaak. Handje walnoten erbij in de hakmolen: pesto!
Ook vind je in het najaar nog look-zonder-look met een karakteristieke knoflooksmaak, dat je eveneens in de hakmolen kunt verwerken tot een pesto. Handje walnoten erbij, en klaar ben je!
Eigenlijk mag je volgens het wetboek niks plukken in de natuur. Maar Staatsbosbeheer vindt dat dat toch enigszins mogelijk moet zijn, omdat we het belangrijk vinden dat mensen kunnen ervaren wat voor moois de natuur allemaal te bieden heeft. Alleen moet het wel met mate gebeuren. Maximaal een champignonbakje vol, is de regel. Om daarmee van zevenblad een stamppot te maken, gaat alleen niet lukken. Daarom vind ik: als het aantoonbaar voor eigen gebruik is, kan het geen kwaad. Toegangsregels Wildplukken
Dat geldt ook voor de beukennootjes, vanaf september weer te vinden. Die zijn overigens rijk aan gezonde vetten, waardoor kleinere zoogdieren en ook vogels er gek op zijn. De nootjes zouden wat dat betreft een goed alternatief zijn voor de pinda’s die mensen voor ze aan slingers rijgen.’
Info: Staatsbosbeheer en Oude Willem
Je kunt ‘m eventueel uitbreiden met de Bosberg-route (5 kilometer), die ernaast ligt. Staatsbosbeheer organiseert wildplukexcursies in het NP Drents-Friese Woldt in samenwerking met het bedrijf ‘In het wilde weg’.

Reinier Boon (de Paddenstoelenman) is enthousiast over de Rondwandeling Wolfheze van Natuurmonumenten (9,7 kilometer).
‘De Wolfhezer Bossen in Gelderland zijn een paradijs voor paddenstoelen. Er groeien oeroude bomen, waaronder wodanseiken. Die zijn beroemd omdat ze door Jacob Jan Cremer zijn geschilderd, medio negentiende eeuw. Daarbij zijn er in dit gebied met kronkelige bospaadjes verschillende beken of eigenlijk sprengen, die honderden jaren geleden werden aangelegd om de papiermolens van water te voorzien.
Check de regels. Sommige paddenstoelen mag je niet plukken. Mag het wel, pluk dan voor eigen gebruik
Omdat het bos zo oud is, doen paddenstoelen het er erg goed. Want ook de soorten die zich traag ontwikkelen, hebben dat er volop kunnen doen. Daartoe behoren de vliegenzwam – rood met witte stippen – en ook de boleet. Die laatste soort – een dikke stam met karakteristieke hoed – groeit bovendien graag in de buurt van dennen, waarvan er in dit bos veel zijn.
Veel boleten zijn eetbaar, maar er bestaan ook giftige varianten. Daarom is het aan te raden om eerst met een expert op pad te gaan om te leren welke je wel en niet kunt gebruiken. Ook is het een goed idee om een paddenstoelengids aan te schaffen, bijvoorbeeld die van Ewald Gerhardt. Daarin staan ook de beschermde soorten die op de Rode Lijst staan, en dus absoluut niet mogen worden geplukt. En uiteraard houd ik me tijdens mijn excursies aan de regel: pluk alleen een beetje voor eigen gebruik. ‘
Nog een tip: wacht tot het écht herfst is geworden. Dat seizoen breekt aan wanneer het na een warmere periode plotseling een stuk kouder wordt en het een paar dagen flink regent. Als je vervolgens een weekje wacht, is dat hét moment op erop uit te trekken – hoewel ik natuurlijk nooit 100 procent garantie kan geven. Uiteraard kun je ze ook alleen bekijken. Paddenstoelen zijn bijzondere levensvormen in allerlei kleuren en vormen; alleen al in Nederland zijn vijfduizend verschillende soorten bekend.
Info: Natuurmonumenten en Rondwandeling Wolfheze
Info: Paddenstoelwandelingen en –workshops met Reinier

Sarah-Mie Luyckx schrijft voor RADAR+ en dagblad Trouw over wandelen en vindt de ANWB-route Landleven op Mariënwaerdt (13 kilometer) een must-do.
‘Deze route in hartje Betuwe is beslist niet alleen de moeite waard in de lente, wanneer de fruitbomen uitzinnige witte en roze bloesempruiken dragen. Ook in het najaar heeft deze stevige wandeling over de Heerlijkheid Mariënwaerdt in het Gelderse Beesd haar troeven. Je bevindt je er op het domein van de adellijke familie Van Verschuer, die er sinds 1734 de scepter zwaait. En waar de negende generatie er alles aan doet om het landgoed op een lucratieve en verantwoorde manier te beheren. Een hele kluif, want alle boomgaarden, weilanden en akkers samen beslaan een oppervlakte even groot als de luchthaven Schiphol.
Vriendelijk verzoek: knuppel de walnoten niet van de takken, raap ze op
Er prijken honderden walnotenbomen, waarvan de familie Van Verschuer de vruchten in onder meer de fenegriekkaas stopt. Niettemin blijft er genoeg over voor de bezoekers van Mariënwaerdt, die overigens wel vriendelijk worden verzocht de walnoten niet van de takken te knuppelen, maar netjes van de grond te rapen. Vanaf half september vallen ze met bosjes.

Ruim over de helft van de route kom je bij de Notendijk en de befaamde Notenlaan, waar de bomen een glorieuze bladerpoort vormen. Prachtig! Daar is het als je een beetje geluk hebt dus flink bukken geblazen, voor misschien wel een van de meest gezonde snacks van Moeder Natuur. Die schijnt ook heel goed te zijn voor de hersenen, waar de walnoot vanbinnen overigens precies op lijkt (toeval?). De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat op de Notenlaan in de herfst wel behoorlijk wat concurrentie rondloopt.
Verder gaat de wandeling onder meer een flink stuk langs de idyllisch slingerende Linge; niet de bekendste maar wel de langste rivier van Nederland. Parallel daaraan loop je over de beroemde Appeldijk, waar je gerust een klein graantje mag meepikken van de herfstoogst, en waar het meestal een stuk rustiger is dan op de Notenlaan. De route sluit af bij de landwinkel van Mariënwaerdt, waar je jezelf echt de fenegriekwalnotenkaas cadeau moet doen.’
Info: ANWB-route Landleven op Mariënwaerdt
-
TIP
Benieuwd in welke maand je wat kunt plukken? Download dan de Wildplukkalender van Goedboerenindestad.nl. En lees ook even voor vertrek deze regels van Staatsbosbeheer.