Uit huis geplaatst

Rond zijn veertiende gaat het mis met Lars. Thuis is hij niet te harden, hij blowt en drinkt, wordt van school gestuurd, loopt almaar weg. Zijn ouders zijn radeloos, hulpverleners kunnen niks met hem. Jeugdzorg grijpt in: Lars moet uit huis. Zijn moeder vertelt.

Op school kan hij goed meekomen. Met vriendjes is het lastig. Zelden komt er een jongetje mee naar huis

‘Godver, jij kunt ook écht niet autorijden. Stom wijf.’ Lars kijkt me woedend aan. Hij tikt met zijn vinger op het dashboard. Stress. ‘Ik wil niet daarnaartoe, ik wil thuis blijven wonen.’ Ik geef geen antwoord, schijnbaar onverstoord rijd ik door. Bij een groot hoekpand in een buitenwijk van de stad parkeer ik de auto. Een vriendelijke jongen doet open. ‘Hi, welkom.’ Hij pakt de tassen van mij over en draagt ze naar boven, gaat ons voor naar een piepklein kamertje met daarin een eenpersoonsbed en een kledingkast. Ik kijk naar buiten. Een oude man laat een hondje uit bij kale bomen op een grasveld. Benieuwd wat hij vindt van de nieuwe bewoners van dit Begeleid Wonen-huis, waar vijf probleemjongeren proberen een zelfstandig bestaan op te bouwen.
Een van deze jongens is mijn zoon Lars. Zeventien jaar geleden was hij een onrustige baby. Zelfstandig inslapen lukt nooit; uren zit ik naast zijn bedje. In de box begint hij na vijf minuten te krijsen. Als ik kook, hangt hij in de draagzak op mijn buik. Tijdens de les babymassage vallen alle baby’s rustig in slaap, maar Lars blijft hard trappelen en met zijn armpjes zwaaien. Vrolijk is hij wel. De juffen op de crèche zijn gek op dit stralende kind. Hij heeft ook een levendige fantasie. Hij verzint een fantasiedier dat sterker en groter is dan alle andere.
Op school kan hij goed meekomen. Met vriendjes is het lastig. Zelden komt er eentje mee naar huis. Voor veel verjaardagen wordt hij niet uitgenodigd. Een werkje maken of een surprise knutselen ontaardt steevast in een woedeaanval. Met Lars in een hotel logeren is niet te doen. Hij maakt te veel lawaai. In het zwembad drijft hij met zijn bommetjes andere zwemmers tot wanhoop. Wij zijn altijd de ouders met het herriekind. Ik meld hem aan voor speltherapie en voor meditatie voor kinderen. Lars is dan negen. Na een half jaar zegt de therapeute: ‘Ik kom niet verder met hem, ga maar eens naar de huisarts, misschien moet hij een pilletje.
’Een pilletje?
De huisarts verwijst ons door naar een academisch centrum voor kinderen, jongeren en gezinnen die psychische hulp nodig hebben. Er wordt vastgesteld dat Lars ADHD heeft. Ik ben er niet van onder de indruk. Iedereen heeft tegenwoordig toch wel een beetje ADHD? De arts raadt ons een oudercursus aan. Ik hoor daar verhalen over kinderen die niet meekomen op school, niks kunnen of willen. Dan valt het met onze zoon nog mee, denk ik. Hij is aanhankelijk, zit nog graag op schoot en blinkt uit in sport. We zijn opgelucht wanneer hij 100 procent scoort met zijn Cito-toets. Hij belandt op een lyceum voor vwo/gymnasium. Het eerste jaar gaat het goed, al wordt hij thuis steeds opstandiger. Snauwen, schreeuwen. Niemand mag hem helpen met huiswerk. Aan het eind van de tweede klas wordt zijn gedrag recalcitranter.

Therapie is niet aan de orde, zo krijg ik te horen, eerst moet er goed contact zijn tussen de hulpverlener en Lars

Lars is hondsbrutaal, zijn vader gaat in de aanval
Vier dagen na zijn veertiende verjaardag, in 2016, krijg ik ’s avonds een telefoontje. Lars is gevonden op straat, dronken. Hij zou met wat vrienden zijn verjaardag vieren bij een ander vriendje en daar blijven logeren. Er is daar drank en er wordt wiet gehaald. Lars verdwijnt steeds vaker, de straat op. In zijn zak vind ik vloeitjes, aanstekers en zakjes wiet. Ik kieper alles in de vuilnisbak. Zijn taalgebruik ondergaat een metamorfose. Hij vloekt, tiert, is grof en hondsbrutaal. Met name tegen zijn vader. Die trekt dat niet en gaat in de aanval. De sfeer in huis wordt grimmig; ik zie een kind worstelend met zichzelf en een vader die ‘gewoon’ gedrag eist. Ik probeer te bemiddelen, spreek Lars vermanend toe en vraag zijn vader geduldiger te zijn. Er is steeds vaker ruzie. Op een septemberdag in 2016 na een zoveelste escalatie bel ik aan bij een centrum voor gedragstherapie. Nu komt er hulp, bid ik. Lars zal worden aangepakt. Maar eerst worden wij onder de loep genomen. Hoe zijn de onderlinge verstandhoudingen, wat voor ritme heeft ons huishouden? Lars wordt nog een keer door de psychologische mangel gehaald. Dit keer valt het woord asperger, een term die tegenwoordig valt onder ASS, autismespectrumstoornissen.
Lars krijgt medicijnen voorgeschreven tegen ADHD; Medikinet. Hij krijgt er zenuwtics van in zijn gezicht, en buikpijn, waardoor hij zich steeds meer verzet tegen zijn medicijn. Volhouden, luidt het devies, de tics zullen vanzelf overgaan. Via onze nieuwe psycholoog krijgen we ook een gedragscoach aan huis, die met ons gezin een traject van Geweldloos Verzet aangaat. Dat betekent: grenzen stellen vanuit liefde. Het is een theorie van Haim Omer, Israëlisch psycholoog en oprichter van de School of Non Violence.
Kerngedachte: door middel van structuur en duidelijkheid ‘nee’ leren zeggen tegen je kind terwijl je tegelijkertijd laat weten dat je er wel altijd voor hem of haar bent. Als ouder moet je betrouwbaar zijn, fungeren als een sterk anker. Het klinkt prachtig en ik geloof erin. Maar de praktijk blijkt minder makkelijk. Ik vind het moeilijk om ‘nee’ te zeggen, mijn partner verliest nog net zo snel zijn geduld als eerst. Ook valt het niet mee om van een relaxed, nogal ongestructureerd gezin naar een geoliede machine met waterdichte afspraken te switchen. Wanneer de situatie niet verbetert, krijgen wij van onze therapeut te horen dat ze ons niet verder kan helpen. We worden doorverwezen naar een landelijke GGZ-instelling en moeten maanden wachten voor we aan de beurt zijn. Ondertussen krijgen mijn partner en ik steeds vaker ruzie over de aanpak van Lars. Uiteindelijk besluiten we in het voorjaar van 2017 uit elkaar te gaan. Ik blijf achter met een gebroken hart en twee verdrietige kinderen, van wie eentje flink aan het ontsporen is.

De eerste nacht dat hij niet thuiskomt
Lars krijgt van school een Time Out Periode (TOP) opgelegd. Dat betekent dat hij drie maanden naar een aparte klas moet op een Altra School, waar speciaal onderwijs met veel aandacht en begeleiding wordt gegeven in kleine klassen. Lars leert er jongens kennen die met de politie in aanraking zijn geweest. Onze zorgen nemen eerder toe dan af. Na drie maanden mag hij terug naar zijn oude lyceum. Binnen twee weken is het mis en wordt hij definitief van school verwijderd.
Op de nieuwe GGZ-instelling plant een psychiatrisch hulpverlener wekelijkse sessies in met Lars. Steeds vaker komt Lars daar niet opdagen. Uit evaluatiegesprekken blijkt dat hij wel steen en been klaagt over zijn ouders die het verkeerd doen en hem niet begrijpen. Ondertussen gebeurt er niets. Therapie is niet aan de orde, zo krijg ik te horen, eerst moet er goed contact zijn tussen de hulpverlener en Lars. Wanneer er na een half jaar nauwelijks vooruitgang is geboekt, besluit ik het heft in eigen handen te nemen en neem contact op met een kleinschalige gezinsondersteunende instantie. De eerste contacten zijn prettig, er komt een systeemtherapeut voor de ouders en allebei onze zoons krijgen een eigen coach toegewezen aan wie zij kunnen vertellen over hun zorgen en boosheid.
Net voor de zomervakantie lukt het mij om Lars aan te melden bij een privéschool met kleine klassen, zodat ieder kind ruim voldoende aandacht krijgt.
De zomer verstrijkt. Lars wil niet met mij en zijn broertje mee op vakantie en blijft bij zijn vader. Die belt me op een vroege ochtend en vertelt dat Lars die nacht niet is thuisgekomen. Strak van de stress lig ik in mijn bed in Griekenland. Waar is hij? Wat is er gebeurd? Na die eerste nacht waarin Lars niet thuiskomt, volgen er vele. Inmiddels is Jeugdzorg gealarmeerd. Als ouders niet weten waar hun kind uithangt, is de veiligheid van het kind in gevaar en moet er worden ingegrepen. Er wordt een gezinsmanager aangesteld die onderzoek komt doen naar de gezinssituatie. Ik probeer door haar ogen te kijken en zie een mooi groot huis waarin een verscheurd gezin woont; een ontredderde moeder, een ontspoord kind en een kind dat murw is van verdriet.
Het zijn moeizame gesprekken. Ik wil de waarheid vertellen, maar niet als handelingsonbekwaam worden weggezet. Het duurt maanden voor haar onderzoek klaar is. Dat Lars inmiddels met onfrisse jongens omgaat, is ons wel duidelijk. Zijn gedrag is grof, zijn spreektaal is van straatniveau en met een merkwaardig accent; alsof hij tot een rapgroep is toegetreden.
Wanneer Lars vlak voor kerst 2017 op school bij een vechtpartij betrokken raakt, krijgen wij te horen dat men hem ook hier niet langer wil hebben. Gelukkig komt hij in aanmerking voor Altra-onderwijs. Zelf ziet Lars zijn nieuwe school met lede ogen aan. ’Mam, wat een mongolenschool, zie je dat niet, het zijn allemaal autisten hier’, zegt hij. Ik wil alleen maar schreeuwen.

Ik kan hem niet buiten laten staan. Dan belandt hij echt op straat en weet niemand meer waar hij is

Een agent vertelt dat Lars is aangehouden
2018. Een nieuw jaar, een frisse start. Lars blijft blowen. Verdwijnt nog altijd hele avonden. Om midden in de nacht weer voor de deur te staan. Om te voorkomen dat hij gaat spijbelen, breng ik hem ’s morgens naar school. Een halfuur rijden, heen en terug. Lars is behalve opstandig ook vaak woedend. Schreeuwt, snauwt, dreigt. Scheldt mij uit. Hij slaat. Loopt binnen wanneer het hem uitkomt, luistert naar niets of niemand. Hij intimideert mij en nog erger, zijn broertje. Wanhopig vraag ik het universum om een wonder. Jeugdzorg geeft aan dat Lars inmiddels boven aan de wachtlijst is gezet voor een plekje in een jeugdinstelling in het oosten in het land. Op een dag gaat het goed mis. In een woedeaanval slaat hij mijn laptop stuk en bedreigt me. Ik kan niet meer. Hij moet het huis uit. Jeugdzorg zegt dat het nog een kwestie van enkele weken is. In de meivakantie ga ik met onze jongste en een paar vriendinnen met hun kinderen een paar dagen naar Center Parcs. Lars logeert bij zijn vader. De zon schijnt, we huren een bootje en picknicken op een eilandje. Wanneer mijn ex belt om te zeggen dat Lars weer foetsie is, slaat de angst weer toe. Waar is hij? En met wie? Hoe gaat dit aflopen? Wanneer ik op zondagavond thuis ben, gaat de telefoon. Een agent vertelt dat Lars is aangehouden in de tram in het bezit van een taser, een verboden wapen. ’We houden hem een nachtje.’ Mijn grootste angst is werkelijkheid geworden: mijn kind zit in de cel.

Lees ook deze bijlage

Hier worden stoute kinderen opgeborgen
‘Een mooi moment om door te pakken’, zegt onze gezinsmanager. Ze gaat alle paperassen in orde maken die nodig zijn voor de opname in de instelling. Dat duurt even, dus moet Lars nog een nachtje op het politiebureau blijven. Met zijn broertje rijd ik naar het cellencomplex. We gaan een hek door. En nog een. Dan gaat de deur van een cel open. Lars ligt op de bank, zijn hoofd op zijn armen. Hij is moe en boos. De dag erna wordt hij opgenomen. Een week later mag ik op bezoek. Het geheel ziet er verzorgd uit en ligt prachtig in de bossen, maar het voelt beklemmend. Hier worden stoute kinderen dus opgeborgen, denk ik.
Lars staat mij al op te wachten. Zijn voeten gestoken in slippers met sokken. ‘Dat is vanwege vluchtgevaar’, zegt hij. Hij ziet er goed uit. ‘Dag mevrouw, ik ben de mentor van Lars’, zegt een sympathieke blonde jongeman. We drinken thee. Ik kijk Lars aan en vraag hoe het gaat. ‘Prima’, zegt hij nors, zonder mijn blik te beantwoorden. Na een kleine drie kwartier sta ik weer buiten.
De maanden verstrijken. Lars houdt zich aardig aan de regels, leert koken, doet zijn was, stofzuigt en dweilt zijn kamer. Hij zal ook wel moeten, want er is 24/7 controle, en omdat het een gesloten afdeling is, kan hij geen kant op. Iedere week rijd ik op en neer naar de instelling. Lars blijft opstandig en heeft maar één wens: zo snel mogelijk daar weg. Maar de kinderrechter bepaalt dat hij minstens een half jaar moet blijven.
Op een zomerse vrijdagmiddag, een paar dagen na zijn zestiende verjaardag, neemt Lars de benen tijdens het gezamenlijke boodschappen doen. Hij stapt in de trein en reist naar huis. Omdat ik niet thuis ben, gaat hij naar zijn vader die hem in bed legt. De volgende dag wil Lars niet terug. Zijn vader belt de politie. Een busje van de instelling haalt de voortvluchtige op en brengt hem terug. Daarna loopt Lars nog een keer weg. Er komt nieuw psychologisch onderzoek, met een nieuwe conclusie: Lars is een kwetsbaar en getraumatiseerd kind dat veel structuur en regelmaat behoeft. Van straffen leert hij niet en een gesloten afdeling is niet wenselijk voor hem ‘Een hutje op de hei met heel veel begeleiding wel.’ De rechter neemt het rapport serieus. Lars zal worden overgeplaatst naar een open groep. Hij krijgt een apart onderwijsprogramma zodat hij rustig kan instromen. Ook mag hij binnenkort beginnen met weekendverlof.
Voor het zover is, vlucht Lars opnieuw. In de stromende regen loopt hij uren door de donkere bossen. Neemt de trein naar huis en wordt aangehouden door de conducteur. Even later haal ik een bibberende Lars op, zet hem thuis onder de douche en leg hem in bed. De dag erna komt zijn mentor hem halen. Ik ben onder de indruk van zijn vriendelijkheid en overredingskracht.

Aan het dwingende bellen weet ik al wie er voor de deur staat. ‘Hoi ma’, zegt hij en kijkt me aan met onschuldige blauwe ogen. Lars is voor de zoveelste keer weggelopen

‘Kutwijf, je bent een leugenaar’
Als de weekendverloven beginnen stel ik samen met zijn mentor tien gedragsregels op waar Lars zich aan moet houden. Na een paar weken komt de klad er al in. Hij is weer onaardig tegen mij, verschijnt niet bij het avondeten en komt veel later thuis dan de afspraak is. Ook het zelfstandig terugkeren gaat niet goed. Hij wordt op zondagavond verwacht op het station, maar hij maakt van zondag maandag, en maandag wordt al snel dinsdag. Op advies van de systeemtherapeut schrijf ik een brief aan Lars waarin ik vertel dat het niet goed genoeg gaat om in augustus thuis te kunnen wonen. Deze brief lees ik hem voor in het bijzijn van de therapeut. Hij springt woedend op. ‘Kutwijf, je bent een leugenaar!’
Opnieuw loopt Lars weg. Wanneer hij voor mijn deur staat, is hij vastbesloten. ‘Ik ga nooit meer terug.’ Ik bel de politie en smeek of iemand hem kan komen halen. ‘Nee mevrouw, hij zit daar vrijwillig en bovendien zijn we onderbezet.’ Een paar dagen later krijg ik een telefoontje van het politiebureau. Lars is met een andere jongen aangehouden op een scooter zonder kenteken. Hij was in het bezit van een schroevendraaier, ducttape en nog wat verdachte attributen. ’s Middags wordt hij teruggebracht naar het oosten van het land. Een dag later gaat mijn deurbel. Aan het dwingende almaar bellen weet ik wie er voor de deur staat. ‘Hoi ma’, zegt hij en kijkt me aan met grote, blauwe, onschuldige ogen.
De weken verstrijken. Lars loopt in en uit, is ’s nachts vaak weg. De nieuwe gezinsmanager van Jeugdzorg stelt voor dat ik Lars niet meer binnenlaat, en ook zijn vader denkt dat Lars vanzelf wel teruggaat naar de instelling als ik hem de toegang weiger. Maar daar geloof ik niet in; Lars zal nooit meer uit eigen beweging teruggaan naar zijn ‘gevangenis’. Hem niet binnenlaten is voor mij onmogelijk. Dan belandt hij echt op straat en weet niemand meer waar hij is. Via een bevriende coach kom ik in contact met een Begeleid Wonen-groep. Hier heeft Lars wel oren naar. Twee weken later is het zover en hebben we een intakegesprek bij een spiksplinternieuwe woongroep, waar 24/7 begeleiding is. Vol verwachting stap ik met hem het huis binnen. Een moderne keuken, riante zitkamer, vier slaapkamers, een dakterras en zelfs een tuin. Het voelt goed. Lars is de eerste bewoner en kan twee dagen erna al komen. Ik kan het niet geloven. Zelf is hij nog wat sceptisch. Hij kiest een kamertje boven. Vlak voor kerst ga ik met een minikerstboompje naar het nieuwe huis van mijn zoon. Helaas is hij er niet. ‘Hij is er best vaak niet’, zegt zijn nieuwe mentor teleurgesteld. ‘Maar ik ga met hem praten, dan komt het vast wel goed.’

Lees meer over: Gezonde geest en Opvoeden

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu