Vrijwilligerswerk: strandjutten
Vrijwilligerswerk doen is fijn voor de ontvangende partij. Maar het is óók een manier om je eigen tevredenheid over het leven te vergroten. In elke RADAR+ hebben we een gesprek met een vrijwilliger. Dit keer is dat Martje de Voogd (57), die met Stichting Juttersgeluk het strand opruimt.
Ik kwam zo’n drie jaar geleden in aanraking met Stichting Juttersgeluk toen initiatiefnemer Suzanne Klaassen me vroeg om een zangworkshop te geven op de jaarlijkse vrijwilligersdag. Ik heb altijd als zelfstandige gewerkt, onder andere als zangdocent en oefentherapeut, maar nadat ik vorig jaar long covid opliep ging dat niet meer. Tegenwoordig moet ik zorgvuldig omgaan met de beperkte energie die ik heb.
Om te re-integreren zocht ik iets waar ik, al naar gelang mijn energieniveau, aan mee kan doen, en waarbij ik ook fysiek onder de mensen ben. Ik herinnerde me Juttersgeluk en mijn indruk toen, dat het zo’n leuke en diverse groep mensen was. Het doel past ook bij me. In de jaren negentig was ik al met duurzaamheid bezig, mijn ex-partner en ik waren flexitariërs voordat iemand er ooit van had gehoord. Daarnaast ben ik altijd dol geweest op het strand. Het is bijna niet te geloven, maar jaarlijks komt er elf miljoen ton plastic in zee terecht. Juttersgeluk is een sociale Beach Cleanup Stichting die dit milieuprobleem aanpakt.
Tijdens de juttochten rapen we zo veel mogelijk zwerfplastic van de stranden in Bloemendaal en Zandvoort. Vervolgens maken sommige vrijwilligers in het atelier hier nieuwe producten van, zoals zeepbakjes, lampenkappen, sleutelhangers en oorbellen. Van dinsdag tot en met vrijdag kun je bij Juttersgeluk met een groep jutters mee jutten. Grote bedrijven, soms zelfs multinationals, boeken juttochten als bedrijfsuitje of als teambuilding-activiteit. Andere vrijwilligers doen het vanuit overtuiging, en voor sommigen is het een soort dagbesteding. We starten en eindigen altijd met een kop koffie of thee, heel gezellig. Ik sla nooit over, behalve als ik echt te moe ben.
We gaan bij regen en wind, dus ook dik ingepakt als het ‘s winters ijskoud is, of in de zomer als het snikheet is. Soms is het heerlijk uitwaaien, soms een lome zen-ervaring. We lopen zigzaggend langs de hoogste vloedlijn en terug onder de duinheuvels, want daaronder vinden we vaak nurdles – plastic korreltjes uit de industrie. In de winter verzamelen we vaak wat strandtenteigenaren hebben achtergelaten. We lopen zelden rechtop, soms echt gebukt om ook de kleinste stukjes te vinden. Plukken wier trekken we uit elkaar; daar vinden we veel plastic visnetdraden in.
Juttersgeluk voelt voor mij als een team waar iedereen met zijn eigen talent een bijdrage levert. Het heeft mij geholpen om weer zin aan mijn leven te geven; op mijn leeftijd aan de zijlijn staan zonder perspectief is niet makkelijk. Ik vind dat veel meer mensen vrijwilligerswerk zouden kunnen doen. Niet alleen bestuurswerk, juist het concrete vrijwilligerswerk kan mensen helpen om buiten hun eigen bubbel te treden. Dat heeft de maatschappij heel erg nodig. Ook om te laten zien dat mensen met een psychiatrische aandoening, verstandelijke beperking of andere aandoening of ziekte geen stakkers zijn. Iedereen heeft kwaliteiten.’