Pedaalemmer op chic
Irene wil ontspullen. Best moeilijk, want de verleiding loert altijd en overal. Als je eenmaal googelt naar bijvoorbeeld een afvalbak met compartimenten, blijven de advertenties voor soortgelijke producten je om de oren vliegen. Sta dan maar eens sterk in je schoenen.

Sinds ik afval scheiden serieus nam, was bij ons thuis een heuse milieustraat ontstaan. Ik had genoeg van het bakje vol gft op het aanrecht. En de grote bakken met glas en plastic die in de garage naast de kliko voor oud papier stonden. En al helemaal van die lelijke pedaalemmer in de keuken. Ik wilde een vuilnisbak die zowel mijn interieursmaak als mijn duurzame levensstijl weerspiegelde. Kortom, ik wilde zo’n exemplaar met verschillende bakjes, in vuilnisbakkenjargon ‘compartimenten’ genaamd. En die zijn er, zo bleek na een korte zoektocht op internet.
Mag ik even voorstellen? De BinBang, een zwarte stapelbare afvaltoren, waar je met krijt op kunt schrijven wat erin zit. Veel stijlvoller dan die ingedeukte bak die wij hadden. Maar poe hee wat een prijs: een exemplaar met vier lades, en die heeft een beetje afvalscheider wel nodig, kost bijna € 200. Zo wordt afval scheiden wel een prijzige aangelegenheid. Ik kan me niet aan de gedachte onttrekken dat hoe duurzaam onze intenties ook zijn, de commercie er wel raad mee weet. Heel goed dat je de auto de deur uit doet, dan kun je dit hippe elektrische scootertje wel gebruiken. Met een mooie helm erbij, en bijpassende regenjas. En ik moet eerlijk zijn: ik ben daar gevoelig voor. Ik mag mezelf graag belonen als ik iets goeds voor de wereld heb gedaan. Of als ik het van plan ben.
Spullen zijn mijn blinde vlek. Dus kocht ik twee boeken over ontspullen
Vorig jaar nam ik me serieus voor te ontspullen. Ik sprak Babette Porcelijn, auteur van het boek De verborgen impact. Zij vertelde dat de gemiddelde Nederlander met zijn spullen veel meer schade aan het milieu veroorzaakt dan met vlees eten, autorijden of vliegen. De productie van al die spullen is vaak erg vervuilend; schadelijke stoffen belanden in de lucht, het water en de bodem. Het maken van spullen kost bovendien veel energie. Ik eet geen vlees en heb al een paar jaar niet gevlogen, maar ik besefte dat spullen mijn blinde vlek waren. Dus wat ik als eerste deed? Twee boeken kopen over ontspullen.
Je zult begrijpen: ontspullen gaat me niet makkelijk af. De verleiding om iets te kopen is overal aanwezig. Niet alleen als ik door de stad loop, ook online komen er voortdurend sliders met jurkjes, kinderkleding en nu dus ook vuilnisbakken voorbij. Die online advertenties houden mijn slechte gewoonte in stand. In de kantlijn van Facebook zie ik de dingen die ik net heel verstandig heb weggeklikt. Wegwezen jullie, ik wil jullie niet kopen!
De BinBang kocht ik dus niet. En ook alle andere mooie vuilnisbakken met compartimenten die mij online lastig bleven vallen, wist ik te weerstaan.
Het compromis met mijn lief was dat ik geen dure afvalbak kocht, maar wel een grote afsluitbare bak voor plastic mocht aanschaffen. Maar toen kondigde een paar maanden later mijn gemeente Rotterdam aan het plastic afval niet meer apart in te zamelen. De stad had een geavanceerde scheidingsinstallatie aangeschaft waarmee ze het achteraf konden scheiden. Plastic moest dus weer bij het restafval. Dat zou mijn compartimentenbak zomaar in de war hebben geschopt. Maar nu zitten we wel met die grote plastic bak van Ikea in onze maag.
Het leven van een wereldverbeteraar gaat niet over rozen.