Er komen steeds meer eenpersoonshuishoudens in 2030

Peter Boelhouwer is hoogleraar Housing Systems aan de TU Delft en houdt zich vooral bezig met het woningmarktbeleid. Hoe ziet hij de toekomst op dat gebied?

Ooit woonde ik met zeven anderen in een smerig Leids studentenhuis, met gedeeld sanitair en één keuken annex huiskamer. We kookten en aten samen, hingen samen voor de tv en deelden lief en leed met elkaar (en sommigen het bed). Het was een geweldige tijd – tot relaties sneuvelden, de maden letterlijk uit de vuilnisbakken kropen en ergernissen over de verdeling van huishoudelijke taken ons uit elkaar dreven. Tegenwoordig woon ik heel gewoon met mijn gezin in een rijtjeshuis. Nederland is een nogal individualistisch land. We zijn gesteld op onze privacy en leven het liefst met onze eigen partner of gezin – of alleen. Begin 2018 telde ons land 7,9 miljoen huishoudens, waaronder 3 miljoen eenpersoonshuishoudens. Naar verwachting zal het aantal alleenwonenden zeker tot 2030 blijven toenemen, onder meer door echtscheidingen en vergrijzing. ‘Momenteel is 17 procent van de Nederlanders ouder dan 65 jaar, maar dat wordt wel een kwart van alle mensen’, weet professor Peter Boelhouwer. ‘Het verhaal was altijd dat ouderen zouden verhuizen naar een klein appartement in de stad, maar in de praktijk gebeurt dat weinig. Mensen verhuizen soms wel als de kinderen de deur uitgaan – maar meestal gewoon naar een eengezinswoning.’ Oude bomen moet je niet verplanten, luidt het spreekwoord, en volgens Boelhouwer zit daar wel wat in. ‘Ouderen zijn sterk geworteld in hun omgeving. Ze hebben er hun sociale netwerk, buurtgenoten helpen elkaar met van alles. Verhuizen is vaak ook niet per se nodig: kamers die je niet gebruikt, doe je op slot. Als je slecht ter been raakt, neem je een traplift en laat je boodschappen bezorgen. Bovendien is het vaak goedkoper om te blijven wonen in je koophuis met grotendeels afbetaalde hypotheek of in die huurwoning waar je al tientallen jaren woont.’

‘Zelfstandig blijven wonen én een gemeenschappelijke ruimte delen? Dat kan in een knarrenhofje’

Friends-concepten

Het was niet voorzien dat ouderen zo veel eengezinswoningen ‘bezet’ zouden houden. Boelhouwer: ‘Maar het is een logisch gevolg van ons ouderenbeleid. Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig blijven, bejaardentehuizen bestaan bijna niet meer. In Zuid-Europa wonen ouderen vaak bij hun kinderen, in Nederland is dat niet erg gebruikelijk.’ Er zijn wel initiatieven om ze te verleiden om te verhuizen naar een klein appartement. ‘Zo geven woningcorporaties soms voorrang aan senioren die een huurwoning achterlaten. Of zij mogen voor dezelfde huurprijs doorstromen naar een duur appartement. Wat ook goed werkt is het bouwen van appartementen in de eigen wijk. Dan wil een deel van de senioren wél verhuizen.’ Daarnaast zijn er andere woonvormen in opkomst. Boelhouwer: ‘Zelf ben ik erg gecharmeerd van knarrenhofjes. Daarin wonen senioren in zelfstandige woningen, maar met een gedeelde tuin en een gemeenschappelijke ruimte voor gezelligheid, om te kaarten of te biljarten. Bewoners helpen elkaar in het dagelijks leven en blijven zo langer zelfstandig.’ Verspreid over het land lopen al ongeveer tachtig projecten om knarrenhofjes te starten. Ook jonge alleenstaanden in de binnensteden kiezen vaak voor het delen van een woning. ‘Dat noemen we Friends-concepten, naar de tv-serie. Deze mensen doen dat meestal omdat ze het niet kunnen betalen om zelfstandig in de stad te wonen. In steden in het buitenland zie je zelfs gezinnen die min of meer noodgedwongen een huis delen.’ Iets minder ‘samen’ maar toch ook niet helemáál op jezelf is het wonen in een wooncoöperatie. Het gaat om bewonersverenigingen die gemeenschappelijk hun eigen woningen beheren, waarmee ze de woonlasten beperken. In Den Haag werden 65 woningen uit de Roggeveenstraat gekocht door hun huurders, die niet wilden dat ze gesloopt zouden worden. Zij beheren hun woningen zelf en besparen zo op kosten. ‘Allerlei regels en afspraken maken het vaak lastig om zoiets van de grond te krijgen, vooral in de grote steden. Dat geldt trouwens ook voor knarrenhofjes. Veel grond is in handen van ontwikkelaars en speculanten en die verdienen nu eenmaal het meest met ‘gewone’ koopwoningen. Ondanks die moeilijkheden lijken samenleefconcepten de toekomst te hebben.

Lees meer over: Wonen

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu