De huishoudpot van Jolanda van der Gaag
Hoe gaan anderen om met geld, bezuinigingen, boodschappen en bankrekeningen. Jolanda van der Gaag probeert te sparen zodat zij en haar man kunnen stoppen met werken als ze 62 zijn.

Jolanda van der Gaag (53) is 31 jaar getrouwd met Rob (53). Ze hebben drie kinderen van 29, 27 en 24 die op zichzelf wonen. Rob werkt in de sales bij een ICT-bedrijf. Jolanda was verpleegkundige en is sinds 2013 docent zorg en welzijn. Ze geeft les aan vmbo-basis- en kaderleerlingen.
Eerst verpleegkundige, nu docent?
‘Ik vond de verpleging heel fijn, maar vanwege fysieke ongemakken heb ik me laten omscholen. Omdat ik het altijd leuk vond om stagiaires te begeleiden, koos ik voor het onderwijs. Het idee was dat ik op het mbo verpleegkundigen zou opleiden. Tijdens mijn opleiding deed ik ook een verplichte stage op het vmbo. Die doelgroep pakte me helemaal, dus ben ik daar gebleven. Als verpleegkundige urologie werkte ik vooral met oudere mannen, nu met pubers. Het is allebei leuk. Wel fijn is dat ik nu regelmatige werktijden heb en niet meer op feestdagen hoef te werken.’
Kun je goed met geld omgaan?
‘Wij hebben budgetten. Daar zijn we noodgedwongen mee begonnen toen de kinderen klein waren. We kwamen anders niet uit. Op jaarbasis keken we wat er elke maand binnenkwam en wat eruit ging. Huishoudgeld, kleding, vakanties, onderhoud van het huis. Rob heeft daar een computerprogrammaatje voor gemaakt. Toen moest het en nu vinden we het grappig om het bij te houden. Eens per jaar maken we een inschatting en af en toe exporteer ik de uitgaven van de bank naar dat programmaatje. Heel gemakkelijk.’
Hebben jullie altijd allebei gewerkt?
‘Toen de kinderen klein waren werkte Rob fulltime en ik een paar avonden in de week. In het begin was mijn salaris voor de leuke dingen, maar later hadden we het gewoon keihard nodig. Toen de jongste in groep acht zat, ging ik twintig uur werken. Nu werk ik vier dagen in de week. Ik vind het leuk dat ik ook echt geld inbreng. We kijken nu of we kunnen stoppen met werken als we 62 zijn. Daar hebben we over gepraat met een adviseur. Het is fijner als je daar samen voor kunt sparen.’
INKOMEN: Ongeveer 2,5 keer modaal | ||
---|---|---|
Hypotheek | € | 450 |
Boodschappen | € | 900 |
Energie | € | 120 |
Zorgverzekering | € | 230 |
Overige verzekeringen | € | 40 |
Auto | € | 100 |
Telefoon | € | 10 |
Vakanties | € | 290 |
Kleding | € | 300 |
Schoonheids-specialiste, kapper, pedicure | € | 120 |
Sparen | € | Alles wat overblijft |
Zijn jullie het altijd eens?
‘We kijken verschillend naar sparen. Daarin zijn we heel anders opgevoed. Als ik een euro had, ging de helft in de spaarpot. Als Rob een euro had, gaf hij bij wijze van spreken € 1,50 uit. Ik vond heel erg dat we voor de kinderen moesten sparen. Rob had dat niet. Uiteindelijk spaarden we wel. Daarvan konden ze alle drie hun studie betalen. Toen de kinderen uit huis waren, zijn wij verhuisd naar de binnenstad. Dit huis moesten we opnieuw inrichten, want de meubels uit ons oude huis vielen hier helemaal weg. Dat konden we betalen van ons spaargeld. Sindsdien zegt Rob: ‘Sparen is zo gek nog niet.’’
‘Rob vindt sparen inmiddels ook een goed idee’
Verhuisd naar de binnenstad?
‘We woonden in een nieuwbouwwijk. Met kinderen is dat leuk, maar zonder kinderen is de binnenstad leuker. We gaan ’s zomers bijna elke week wel even een terras op of uit eten.’
Waar geven jullie nu het meeste geld aan uit?
‘Aan boodschappen, denk ik. De kinderen komen regelmatig binnenwaaien. Rob kookt in het weekend iets speciaals en daar zoekt hij een goede wijn bij. Die koop hij niet in de supermarkt. Hij heeft een cursus vinologie gedaan. Als iedereen thuis is, met aanhang, zijn we met z’n zevenen. Dan slinkt de wijnvoorraad.’
Waar geef je het liefst geld aan uit?
‘Ik heb een eigen budgetje. Ik ga elke zes weken naar de kapper en elke acht weken naar de schoonheidsspecialiste. Daar koop ik ook mijn producten. Zeker de schoonheidsspecialiste vind ik echt een verwenmoment. Vroeger vond ik het belangrijkst dat de kinderen het goed hadden. Nu denk ik: ik doe iets voor mezelf.’