Bacteriën zijn je beste vrienden

Raar maar waar: ‘Hoe meer je weet van de bacteriën die in je darmen leven, hoe beter je voor je brein kunt zorgen’, zegt hoogleraar Iris Sommer. Ze ziet een verband tussen de verslechtering van onze darmflora en de toename van aandoeningen als ADHD, autisme, burn-out, depressie en angststoornissen.

Afgelopen zomer verzamelde Iris Sommer, hoogleraar psychiatrie aan het UMC Groningen, poepmonsters op Lowlands. Het was de bijdrage van de bezoekers van het festival aan het onderzoek van Sommer en haar team naar de relatie tussen darmbacteriën en veerkracht. Ze kijkt er met plezier op terug, meldt ze een paar maanden later opgewekt via Zoom. ‘We hadden het project prikkelend ‘Shitty Science’ genoemd en dat sloeg aan. Zo konden we de Lowlandsbezoekers iets vertellen over wat hun poep zoal laat zien en het belang van goede darmflora.

Ik vind het fantastisch om als wetenschapper allemaal interessante nieuwe dingen te mogen onderzoeken, maar wetenschapscommunicatie, dus praten over mijn onderzoek, vind ik ook een leuk en belangrijk onderdeel van mijn vak. Ik besteed er graag een deel van mijn werktijd en mijn vrije tijd aan. De bacterie en het brein, mijn nieuwe boek is daarvan een goed voorbeeld, net als dat project op Lowlands. Voor het onderzoek waren die proeven niet per se nodig, maar we deden het om mensen te bereiken die er anders niet zo snel mee in aanraking komen. Dat vind ik een leuke uitdaging: hoe kun je een zo breed mogelijk publiek aanspreken? Ik wil vertellen hoe razend interessant en belangrijk die microwereld in ons lichaam is en dat mensen met die kennis hun voordeel kunnen doen. Hoe meer je weet van je lichaam en de bacteriën die in je darmen leven, hoe beter je voor je brein kunt zorgen en hoe gezonder je oud kunt worden.’

Dat we via een gezond dieet iets kunnen doen aan welvaartsaandoeningen als diabetes en hart- en vaatziekten was al eerder bekend. Nu blijkt dat ook aandoeningen die altijd als psychisch of erfelijk worden gezien – denk: depressie, autisme, overgewicht, astma, parkinson – daar ook baat bij te kunnen hebben. Dat komt doordat we steeds meer te weten komen over de functie van de darmflora, de verzamelnaam van de miljarden bacteriën, schimmels en archaea (oerbacteriën) die in onze darmen leven. Bacteriën in de darm blijken aanzienlijk bij te dragen aan het voorkómen van psychiatrische en neurologische aandoeningen. En dat zou betekenen dat we via onze voeding ze ook kunnen voorkomen of genezen.’

Hoe beïnvloeden bacteriën ons brein?

‘Dat gebeurt via een aantal routes. Eén van die routes gaat via de boodschapperstoffen in de hersenen. Boodschapper­stoffen zijn stoffen zoals serotonine en dopamine, die de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk maken. Ze worden gemaakt uit aminozuren uit de voeding en daarbij spelen darmbacteriën een rol. Als je bijvoorbeeld met een breedspectrum antibiotica in één keer de darmflora uitdunt, heeft dat zijn weerslag op de huishouding van die boodschapperstoffen in de hersenen: die werken dan minder goed.

We weten dat serotonine een rol speelt bij depressie. Mensen met een depressie hebben gemiddeld lagere concentraties van bepaalde bacteriën in hun darmen, lager dan mensen die geen depressie hebben. In Australië wordt nu een grote studie gedaan waarin patiënten met een ernstige depressie worden behandeld met een poeptransplantatie. De bacteriën in hun darmen worden vervangen door die van iemand zonder depressieklachten. Lost dat de depressie op? Dat weten we nog niet, maar ik ben er heel benieuwd naar. Een andere manier waarop darmbacteriën inspelen op ons brein is via het immuunsysteem.’

Hoe gaat dat?

‘Veel immuuncellen zitten op enig moment in de darm. Je zou de darm kunnen zien als hun opleidingscentrum: ze worden daar getraind voor hun taken, omdat ze daar via wat je eet en je darmflora veel contact hebben met de buitenwereld. Als dat immuunsysteem niet goed wordt getraind, geeft dat eerder kans op allergie en aanleg voor psychische aandoeningen. Hersenen varen wel bij een rustig immuunsysteem. Een gezonde, diverse darmflora zorgt daarvoor. Je moet de darmflora zien als een soort bos. Een puur sparrenbos of een puur eikenbos is kwetsbaar; hoe diverser het bos, hoe beter het tegen allerlei plagen bestand is. Dat geldt ook voor de darmflora: in het ideale geval is dat zo divers mogelijk. Die diversiteit wordt voor een groot deel door voedsel bepaald. Uit onderzoek op muizen weten we bijvoorbeeld dat de juiste darmbacteriën stressbestendiger maken.’

Geldt dat ook voor mensen?

‘Dat lijkt wel het geval te zijn. En veerkracht is een beschermende factor tegen het ontwikkelen van aandoeningen als depressie en angst. Daar zouden we dus echt iets aan kunnen hebben. Onlangs bleek uit een rapport van het Trimbos-instituut dat het aantal Nederlanders met een psychische aandoening is toegenomen. Schokkend, vond ik. Preventie is echt de weg die we moeten gaan, want we kunnen niet aan die enorme vraag om psychiatrische hulp blijven voldoen.

Er wordt op dat terrein nu veel ingezet op het voorkomen van eenzaamheid en op mindfulness. Op zich effectieve methoden om angst en depressie te verhelpen, maar ook mensen die niet eenzaam zijn kunnen een depressie krijgen en sommige mensen houden niet van mindfulness. Door ook te kijken naar voeding en het effect daarvan op de darmflora heb je op het gebied van preventie meer tools.’

Heeft de toename van psychische klachten iets te maken met de kwaliteit van onze darmflora?

‘Ik denk van wel. Als je kijkt naar de afgelopen pak ’m beet zeventig jaar, de periode na de Tweede Wereldoorlog, is een aantal dingen structureel veranderd. Om te beginnen de ontdekking van antibiotica. Die worden veel gebruikt, ook door heel jonge kinderen. Daar ben ik niet tegen, het is vaak levensreddend, maar het heeft wel als bijeffect dat de goede ontwikkeling van de darmflora wordt vertraagd. ook in de bio-industrie worden natuurlijk massaal antibiotica gebruikt. Dat komt niet alleen terecht in het vlees dat wij eten, maar ook in het grondwater, en dus bij ons. Ook de intrede van de koel-vriescombinatie heeft gevolgen gehad.

Vroeger stond bij veel mensen ’s winters in de kelder een vat met zelf ingemaakte zuurkool. De bacterie die bij het inmaken een rol speelt, is een heel gunstige voor onze darmen. Tegenwoordig hebben we een pak spinazie in de diepvriezer liggen, waar geen bacterie aan te pas komt. Er worden dus minder voedingsbacteriën gebruikt voor het bereiden van voedsel, waardoor onze darmflora ook weer minder divers wordt. Ook de pesticiden die op grote schaal worden gebruikt, zorgen ervoor dat ons (plantaardige) voedsel minder gezonde bacteriën bevat.

Tot slot: de opkomst van ultrabewerkt voedsel. Daaraan worden conserveermiddelen toegevoegd, en die zijn bacterie­dodend om te voorkomen dat het voedsel al in de verpakking bederft. Al met al hebben we in de afgelopen decennia waarschijnlijk als bijwerking van de vooruitgang een veel slechtere darmflora gekregen.’

En dat heeft dus effect op onze psychische toestand?

‘Ik kan het nog niet bewijzen, maar ik heb wel het idee dat er een verband is tussen achteruitgang van de kwaliteit van onze darmflora en de toename van psychische aandoeningen als ADHD, autisme, burn-out, depressie en angststoornissen. Maar ik ben optimistisch: je kunt zelf via voeding veel doen om de kwaliteit van je darmflora te verbeteren!’ Hoe doe je dat? ‘Door om te beginnen voldoende voedingsvezels te eten. Dat zijn de bestanddelen in voeding waarop je even moet kauwen. De dunne darm kan ze niet verteren, maar darmbacteriën zijn er dol op.

Die vezels zijn een prachtige voedingsbodem voor je darmflora. Je vindt ze in groenten, zeker als je ze niet te lang kookt, in fruit en in volkorenproducten. Eet je appel met schil en al, kook je aardappels in de schil. Rodekool, boerenkool, allemaal goed, want die houden het immuunsysteem stabiel. Dat geldt ook voor het caroteen in gele, rode of anderszins gekleurde groenten.’

Wat is minder gezond voor je darmflora?

‘Vlees en met name vlees van zoogdieren maakt het immuunsysteem actiever, wat dus niet wenselijk is voor je brein. Dat geldt ook voor suikerhoudende producten zoals frisdrank en milkshakes.’

Stel: ik eet al jaren veel vlees en suiker, maar ik wil dat veranderen. Is mijn darmflora nog te redden?

‘Ook als je jarenlang ongezond hebt gegeten, is de darmflora nog prima te herstellen door over te gaan op gezonde voeding. Zeker als je ook gefermenteerde producten gaat eten, zoals yoghurt, zuurkool, kimchi – het pittige broertje van zuurkool. Het gaat trouwens niet alleen om wat je eet, maar ook om wat je niet eet. Kant-en-klare maaltijden en ultrabewerkt voedsel zou je moeten schrappen. Alcohol is ook slecht: daarmee moord je je darmflora uit. We gebruiken het niet voor niks in het ziekenhuis als ontsmettingsmiddel. En let op je medicijngebruik. Maagzuurremmers bijvoorbeeld zijn niet best voor de darmflora. Als het ook zónder kan of in lagere doses, is dat winst.’

Het onderzoek naar wat er allemaal kan via bacteriën staat nog in de kinderschoenen. Waar ben je benieuwd naar?

‘Naar zo veel! We weten bijvoorbeeld dat de ontwikkeling van een gezonde darmflora al tijdens de geboorte begint. Baby’s die vaginaal worden geboren hebben een voorsprong op baby’s die via een keizersnede ter wereld komen, omdat zij via de bacteriën in de vagina van de moeder al een hoop gezonde darmbacteriën opdoen. Daardoor hebben zij als volwassenen niet alleen minder kans op astma, allergie en overgewicht, maar ook op ontwikkelingsstoornissen zoals ADHD en autisme.

Er is een studie gedaan waarin vrouwen in het laatste trimester van hun zwangerschap en in de eerste maanden na de geboorte van hun kind een probioticum kregen toegediend: bacteriën waarvan we denken dat ze een gunstig gezondheidseffect hebben. De kinderen van die vrouwen zijn lange tijd gevolgd. Uit dat onderzoek bleek dat de baby’s van vrouwen die het probioticum kregen geen ADHD ontwikkelden. In de met een placebo gecontroleerde groep waren er wél kinderen met ADHD. Als die studie herhaald zou worden en dezelfde uitkomst oplevert, dan zou dat natuurlijk een fantastische, eenvoudige manier van preventie zijn. Dat hoop ik heel erg.’

Lees ook deze bijlage

Kun je darmflora beïnvloeden?

Wetenschaps­journalist Diana de Veld eet ’s ochtends nog weleens een bakje chips. Waarom ben jij niet dik? vragen mensen haar verbaasd. Na Diana’s bezoek aan microbioloog Jos Seegers weet ze het: ze heeft mazzel met haar darmbacteriën.

Verder lezen
Lees meer over: Gezond lijf

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu

Log in om de reacties te lezen (4)

B. Vroemisse
22-03-2024 om 09:52

Ik heb heel lang(40 jaar) migraine gehad. Op mijn 69st werd ontdekt dat ik glutensensitief was. Gelijk glutenvrij gaan eten en… nooit meer migraine gehad!!

Berna Vroemisse

Praat mee