Welkom thuis

Van alle plekken op de wereld waar Mischa ooit woonde, is er eentje waaraan ze geen herinneringen heeft, omdat ze daar te jong voor was. Maar toen ze er 35 jaar later terugkeerde, voelde ze zich er meteen thuis.

Een kamer van drie bij drie met een raam met uitzicht op een binnenplaats waar zelfs het felle, Spaanse zonlicht nooit kon doordringen. Een krakkemikkig eenpersoonsbed. Een klein bureautje. Een stoel. Een schemerlamp. Een stenen vloer. Zo zag mijn studentenkamer eruit toen ik een jaar in Sevilla woonde. Een soort gevangeniscel. Toch was ik er belachelijk gelukkig. Waarom? Omdat ik er nooit was. Ik wandelde urenlang in het park van Plaza de España, terwijl ik de zoete geur van de sinaasappelbloesem opsnoof. Of ik zat met vrienden aan een barretje tapas te eten, terwijl de barman met krijt op de bar schreef welke we al achter de kiezen hadden. Of ik danste flamenco. Of ik zat achterop de scooter van mijn Spaanse vriendje, terwijl de wind door mijn haren blies en ik mijn armen stevig om zijn middel klemde. 

Jaren later, een studentenkamer op Curaçao. Een kleine kamer met tralies voor de ramen. Het wemelde er van de muizen en de muggen en het was er ontzettend warm, want geen airco. Ook daar was ik nooit. Ik lag op het strand, ik zwom in de zee of ik danste op salsamuziek tijdens happy hours. Die studentenkamer ruilde ik vervolgens in voor een appartement op hetzelfde eiland. Iets luxer. Een bijna lege woonkamer en een aparte slaapkamer met een airco waar ‘s nachts regelmatig een kakkerlak uit werd gelanceerd. Een simpele keuken zonder huishoudelijke apparaten. Een basic badkamer. Geen warm water, dus vier jaar lang douchen met koud water. Maar als ik tijdens het douchen uit het bad­kamerraampje keek, zag ik het Spaanse Water en regelmatig vlogen er felgroene dwergpapegaaitjes voorbij.  Als ik terugdenk aan de plekken waar ik het meest gelukkig was, dan zijn dat vaak niet de meest luxe woningen. Sterker nog, het zijn de huizen waar ik bijna nooit was. Belangrijker voor mij is de plek waar dat huis stond. En de mate waarin ik mezelf goed voel in het huis wat ik altijd bij me draag: mijn lichaam. 

Het was de geur die me terugbracht naar een wereld die ooit de mijne was

mischa

Home is where the heart is. Love my home. Home sweet home. Het zijn de teksten op de houten bordjes die zoveel Nederlanders achter hun raam plaatsen of aan hun muur hangen. Ik vind het een fascinerend begrip, thuis. Ik voel me thuis op plekken waar ik langere tijd heb gewoond: Sevilla, Curaçao, Londen, Rotterdam, Hilversum, Utrecht. En dat is logisch. Je kent de gebouwen, restaurants, de pleintjes. Iedere straat is gekoppeld aan een herinnering. Vreemd vind ik het als ik me thuis voel op plekken waar ik nooit eerder ben geweest. Bijvoorbeeld toen ik de eerste keer in het Italiaanse Lecce was, toen ik fietste in het Thaise Ayutthaya of de eerste keer rondliep in Antigua in Guatemala. 

Mijn meest bijzondere thuis-ervaring? Dat ik me thuis voelde op een plek waar ik ooit was, maar waar ik helemaal geen herinneringen aan had. Ik liet Zuid-Korea achter me toen ik heel klein was. Ruim 35 jaar later keerde ik voor het eerst terug. Toen ik het vliegtuig uitstapte, werd ik direct overvallen door een heel vertrouwd gevoel. Niet vanwege het vliegveld, dat was zoals zoveel luchthavens zijn. Het was de geur. Een mengeling van zuur en knoflook. Noem het licht bedorven. Kimchee. Een geur die me terugbracht naar herinneringen die ik niet meer had, naar een wereld die ik niet kende, maar die wel ooit de mijne was. ‘Welkom in Zuid-Korea’, las ik op de bordjes op het vliegveld. En inderdaad, ik had me nog nooit zo welkom gevoeld.

Lees meer over: Columns

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu