Testament met clausule
Om te voorkomen dat ze al hun geld moeten ‘opeten’ als ze naar een verpleeghuis gaan, leggen veel mensen in hun testament vast dat hun kinderen het geld uit de erfenis van de ouder die al is overleden, kunnen opeisen. Heeft dat zin?
Als van een echtpaar een van de twee overlijdt, erft de ander. Zo staat het in de wet. De kinderen erven ook, maar zij krijgen hun erfdeel pas als ook de laatste ouder is overleden. Deze regel geldt sinds 2003. Vóór die tijd maakten mensen vaak een testament om de langstlevende partner te beschermen, maar die wordt nu dus automatisch beschermd. Of de kinderen hun erfenis ooit krijgen, staat niet vast. De overgebleven ouder hoeft het geld niet te bewaren voor de kinderen; hij of zij mag alles opmaken. Wel staat in de wet dat de kinderen het erfdeel van hun overleden ouder direct kunnen opeisen als de andere ouder in de schuldsanering terechtkomt of failliet gaat.
Toch maken veel echtparen een testament. Daarin leggen ze vaak vast dat de kinderen het erfdeel van de overleden ouder ook kunnen opeisen als de andere ouder hertrouwt. Of als die wordt opgenomen in een verpleeghuis. Dit heet de Wlz-clausule (Wet langdurige zorg). Met deze clausule willen ze voorkomen dat hun geld naar het verpleeghuis verdwijnt en de kinderen met lege handen staan. Ze zeggen: ‘Dan moet ik mijn eigen huis opeten en krijgen de kinderen niets.’
In het verpleeghuis betaal je namelijk een eigen bijdrage die afhangt van je inkomen en vermogen. De eerste vier maanden betaal je de lage eigen bijdrage van minstens € 200 per maand en maximaal ruim € 1050 per maand. Daarna betaal je de hoge eigen bijdrage. Die is maximaal bijna € 2900 per maand. Voor het bepalen van de eigen bijdrage telt het inkomen mee, plus een deel van het vermogen. De eerste ca € 32.000 is vrij. Van het meerdere vermogen wordt 4 procent opgeteld bij het inkomen.
Is die Wlz-clausule wel nodig?
Mensen schrikken vaak van de eigen bijdrage. Daarom leggen ze vast dat de kinderen het erfdeel van de overleden ouder alvast uitbetaald krijgen. Dan wordt hun vermogen kleiner en de eigen bijdrage lager, waardoor er meer overblijft voor de kinderen. Wettelijk is daar niets mis mee. De politiek weet al jaren dat dit gebeurt en grijpt niet in. Maar er zit ook wel iets asociaals aan. In plaats van zelf je zorgkosten te betalen, geef je je geld aan je kinderen en laat je de samenleving opdraaien voor de kosten. Een eerlijker uitgangspunt is dat iedereen voor zichzelf betaalt en dat de samenleving bijspringt als mensen dat niet kunnen.
-
De hoogte van de eigen bijdrage is gebaseerd op het inkomen en vermogen van twee jaar eerder.
-
De hoge eigen bijdrage is maximaal bijna € 2900 per maand.
-
Mensen wonen gemiddeld 2 jaar en 3 maanden in een verpleeghuis.
Ook kun je je afvragen of het nodig is om een testament te laten maken met een Wlz-clausule. Aan een testament ben je zo’n € 500 kwijt. Of je er iets aan hebt, weet je niet. Om te beginnen wonen de meeste mensen zo lang mogelijk thuis en komt lang niet iedereen in een verpleeghuis terecht. Verder wordt bij het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage voor het verpleeghuis gekeken naar het inkomen en vermogen van twee jaar eerder. Dus zodra de ouder wordt opgenomen in het verpleeghuis heeft het uitbetalen van het erfdeel aan de kinderen nog geen effect. De eigen bijdrage gaat pas twee jaar later omlaag.
Uit onderzoek van zorgverzekeraar Zilveren Kruis blijkt dat mensen gemiddeld 2 jaar en 3 maanden in een verpleeghuis wonen, dus duurt het effect van zo’n clausule in het testament gemiddeld maar kort. Al zijn er natuurlijk ook mensen die jarenlang in een verpleeghuis wonen. Daarnaast heeft de clausule geen zin bij mensen met een hoog inkomen. Wie netto elke maand € 5000 ontvangt aan AOW en pensioen betaalt ook zonder vermogen de maximale hoge eigen bijdrage. Kortom, al is de Wlz-clausule populair, vaak is hij overbodig en misschien ook niet eerlijk.