Spataders

Zijn spataderen vooral een cosmetisch probleem, zoals patiënten én zorgverzekeraars denken? Integendeel: ze wijzen erop dat de aderen niet meer goed functioneren. Vaat- en lymfoedeemchirurg Marald Wikkeling: ‘Spataderen zijn niet sexy, er is in de media weinig aandacht voor. Maar het gaat om een sluipende ziekte.’

Al op haar 28ste ziet Ester van Ouwerkerk (nu 49) ‘spinnetjes’ op haar benen: kleine spataderen die als een ragfijn netwerk zichtbaar zijn. ‘Besenreiser’ heten deze allerkleinste spataderen ook wel, of ‘takkenbosvenen’, genoemd naar een bezem van berkentakken.

Ester heeft er geen last van, maar ze vindt ze niet mooi. Daarom laat ze de adertjes om de twee jaar in Centrum Oosterwal in Alkmaar scleroseren: de arts spuit een vloeistof in de ader – aethoxysklerol® – die een verkleving van de vaatwand veroorzaakt. De spatader verandert in een dunne streng waar geen bloed meer door stroomt. De omringende gezonde aderen nemen de functie over en het lichaam ruimt het behandelde bloedvat zelf op. Na ongeveer zes weken zien haar benen er weer prachtig uit. De behandeling wordt niet vergoed vanuit de zorgverzekering, maar dat neemt ze voor lief. Haar moeder had ook spataderen: over haar benen liepen dikke, kronkelende blauwe kabels. Dat is het laatste wat Ester wil.

Korte broek

Twintig jaar later ziet ze in een paar maanden tijd boven haar knie, aan de binnenkant van haar been, een grote plek met spataderen ontstaan. Op een afstandje lijkt het op een grote blauwe plek. Omdat ze een enthousiaste hardloper is en vaak in een korte broek buiten loopt, valt het anderen ook op. ‘Ik hoorde mensen vaak zeggen: wat heb je dáár nou?’, zegt Ester. ‘Ik vond die opmerkingen vervelend. Als ik erop drukte, deed de plek ook pijn.’
Afgelopen zomer liet ze de plek met lasertherapie behandelen. De arts plaatst dan na een plaatselijke verdoving een draad in de spataderen die hitte afgeeft. De spatader schroeit daardoor dicht. Meestal blijven de spataderen na een laserbehandeling zeker drie jaar weg.

Voorkom toekomstige klachten

Ester vond de behandeling indrukwekkender dan ze vooraf had gedacht: ‘De behandeling zelf ging snel, die duurde denk ik maar tien minuten. Maar je ligt wel echt in een operatiekamer. En de verdovende prikjes vond ik best pijnlijk. Toch ben ik nu heel blij met het resultaat. Er zijn nog een paar héél kleine adertjes zichtbaar, maar er zit geen groot, blauw vlak meer op mijn been.’

Eerlijk is eerlijk, zegt ze: de reden om haar spataderen te laten behandelen is vooral cosmetisch. Maar ze wil ook toekomstige klachten als pijn en jeuk voorkomen. ‘Bij het ontstaan van spataderen is vaak sprake van een genetische aanleg. Ze komen vrijwel altijd terug. Ik laat er dus af en toe iets aan doen. Dat vergelijk ik dan maar met een bezoek aan de tandarts: ook dat moet regelmatig gebeuren.’

Van mild tot ernstig

Verstandig, vindt Marald Wikkeling, vaat- en lymfoedeemchirurg in ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten en het Medisch Centrum Leeuwarden. Wikkeling is voorzitter van het Dutch College of Phlebology (DCoP), een vereniging ter bevordering van de kwaliteit van de flebologische zorg. Dat wil zeggen: de diagnostiek en behandeling van aderen die niet goed functioneren en eventuele huidziekten die daar het gevolg van zijn, zoals vocht in de benen, aderontsteking en ulcus cruris, oftewel een open been. Want, zo waarschuwt Wikkeling: ook al zien patiënten én zorgverzekeraars spataderen vaak als een cosmetisch probleem, niets is minder waar. ‘Het woord spataderen is eigenlijk niet op z’n plaats: waar we eigenlijk over praten is veneuze insufficiëntie. Dat wil zeggen dat de aderen niet goed functioneren. Er zijn zes classificaties voor, van mild tot ernstig. Hoe ernstiger het probleem, hoe meer je moet doen.’

Kierende klep

Wikkeling vergelijkt de bloedsomloop met een snelwegennet dat zuurstof en voedingsstoffen naar de organen brengt en afvalstoffen ophaalt. ‘Het lichaam bevat tal van diepe en oppervlakkige aderen. Een oppervlakkige ader kun je zien als een oprijstrook naar de snelweg, een grote ader, waarbij er sprake is van eenrichtingsverkeer. Zo’n diepe ader heeft kleppen, die er normaal gesproken voor zorgen dat het bloed niet terugstroomt. Maar als de klep gaat kieren, kan het bloed niet verder stromen. Er ontstaat dan een kolom bloed in de ader, die vervolgens kan gaan uitzetten. Die kolom bloed kan warm aanvoelen, gaat kriebelen en kan pijn gaan doen.’

Pijn en vermoeidheid door spataderen? Zet je kuitspieren in

Als er al sprake is van spataderen, kunnen oefeningen helpen tegen een zwaar, vermoeid gevoel in de benen. De oefeningen remmen het ziekteproces niet, maar kunnen wel klachten verlichten.

  • Ga op je tenen staan en dan weer op de hielen, steeds op en neer.

  • Loop op blote voeten, afwisselend op de tenen en op de hakken. Houd bij het lopen op de hakken de tenen flink omhoog.

  • Ga op je rug liggen met de benen wat omhoog en maak cirkelvormige draaibewegingen met de voeten vanuit het enkelgewricht, eerst in de ene daarna in de andere richting.

  • Ga op je rug liggen en fiets met je benen in de lucht.

  • Als je achter een bureau zit, plaats je voeten plat op de grond en hef afwisselend je tenen en hielen omhoog.

Als een ijsberg onder water

Het woord spataderen klinkt vrij onschuldig, maar het betekent feitelijk dat er sprake is van een stoornis in de bloedcirculatie, benadrukt de Friese vaatchirurg. ‘Ik noem het een ijsbergziekte: veel mensen met een spatader maken zich er weinig zorgen over. Misschien hebben ze af en toe pijn na een dag werken, of hebben ze dikke enkels of vermoeide, zware benen. Pas als de klachten heel ernstig worden, noemen we het een ziekte. Tot die tijd is het een ijsberg onder water. Dat is best raar, vooral nu er steeds meer aandacht komt voor preventie.’ Uiteindelijk kan de aandoening leiden tot vochtophopingen in de enkels of benen, pigmentvlekken, zweren en een gevreesde aandoening: ulcus cruris, een open been. Bij een open been zit er een wond op het onderbeen, meestal aan de voorkant. De wond geneest langzaam – het kan maanden tot een jaar duren – of zelfs helemaal niet.

Strenge zorgverzekeraars

Toch stellen de zorgverzekeraars strenge eisen aan het vergoeden van spataderbehandelingen. Dat doen ze alleen als iemand al duidelijke klachten of verschijnselen heeft als gevolg van de spataderen, zoals de genoemde huidverkleuring, slecht genezende wonden aan het onderbeen, vochtophoping in het been, of kramp. Een andere eis is dat een Duplexonderzoek met geluidsgolven moet aantonen dat er sprake is van ‘ernstige afwijkingen van de doorsnede (ten minste 3 millimeter) en bloeddoorstroming van de aderen in het been’. Wil je heel kleine spatadertjes laten behandelen, dan kost dat vanaf € 150 per been. Intensievere behandelingen kosten zo’n € 580 of meer. In die gevallen zal er meestal ook sprake zijn van klachten en kan de arts een vergoeding aanvragen bij de zorgverzekeraar.

Het laat volgens Wikkeling zien dat er nog weinig aandacht is voor veneuze insufficiëntie. ‘Spataderen zijn niet sexy, er is in de media weinig aandacht voor. Maar vergeet niet dat het een sluipende ziekte is. Uiteindelijk kan iemand met spataderen een trombosebeen krijgen. Zestig procent van de patiënten krijgt daarna het posttrombotisch syndroom. Dat verloopt bij een klein deel van de mensen zeer ernstig: zij houden blijvende klachten, zoals pijn en een open been. Het voorkomen van deze complicatie is dus van groot belang.’

Kuitspieren in actie

Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans dat kleppen in de aderen gaan ‘lekken’: van de honderd mensen boven de 80 jaar hebben er 75 spataderen. Er zijn allerlei risicofactoren die – naast erfelijke aanleg – het ontstaan van spataderen kunnen versnellen: zwangerschap, overgewicht, ouderdom, hormonale veranderingen of veel en lang stilstaan of stilzitten.

Wat dat laatste betreft: beroepsgroepen als leerkrachten, horecamedewerkers, winkelmedewerkers en kappers zijn risicogroepen. Bewegen kan waarschijnlijk verergering van de spataderen tegengaan. Zet vooral de kuitspieren in actie, adviseert Wikkeling: dat bevordert de terugstroom van bloed naar het hart. ‘Probeer daarom vaak te lopen en de voeten op en neer te bewegen en regelmatig van houding te wisselen.’

En wie zweert bij een zit-sta-bureau om aan te werken, moet toch echt regelmatig even gaan zitten, zo blijkt uit recente studies. Dat is ook het advies van Wikkeling: ‘Blijf niet langer dan twee uur staand werken achter zo’n zit-sta-bureau. Eigenlijk is het heel simpel: ‘Als je veel zit, ga dan af en toe lopen, en als je veel staat, ga dan af en toe zitten

Dit is een EXTRA artikel

Dit EXTRA artikel is alleen te bekijken voor abonnees. Maak eenvoudig een account aan en kies het abonnement dat het best bij je past. Je krijgt direct onbeperkt toegang tot alle artikelen!

Maak een account aan