Als je met pensioen gaat, kun je vaak het partnerpensioen (het pensioen dat je partner krijgt als jij overlijdt) omruilen voor een hoger ouderdomspensioen voor jezelf. Méér pensioen, dat is aantrekkelijk, dus veel mensen kiezen hiervoor. Maar in de praktijk kan het tot treurige situaties leiden.
Zonder partnerpensioen heeft de achterblijvende partner vaak een te laag inkomen om rond te komen. Dat betekent verhuizen, bezuinigen, misschien aankloppen bij de bijstand. Kies dus niet te snel voor dat hogere ouderdomspensioen, maar breng eerst in kaart hoe de ene partner er financieel voor zou staan als de andere overlijdt.
