Het leven in 2030: we gaan veel meer delen

We leven in roerige overgangstijden – dat staat wel vast. Er komen steeds meer eenpersoonshuishoudens bij, wat zorgt voor krapte op de woningmarkt. Wetenschapsjournalist Diana de Veld vraagt zich af: wat kunnen we verwachten voor over – pak ‘m beet – tien jaar? Derk Loorbach, hoogleraar socio-economische transities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam: ‘Over tien jaar is mobiliteit delen heel normaal geworden. Dan stappen we met onze ov-kaart in de deelauto’.

Mijn man heeft een auto en ik heb er ook een. Een kleine Toyota Aygo. Ik gebruik hem misschien twee keer per week, de rest doe ik op de fiets of met het openbaar vervoer. Op zich best milieuvriendelijk, maar ergens ook een beetje onzinnig. Want mijn auto neemt wél bijna de hele week een parkeerplek(je) in. Om nog maar te zwijgen over de verzekeringspremie en de wegenbelasting die ik betaal voor die luttele kilometers. Maar ja, hij rijdt zo fijn en ik ben een beetje emotioneel aan hem gehecht. Het ergste is dat de auto van mijn man óók bijna altijd in de straat staat. Er zijn mensen die het beter doen: zij delen auto’s met elkaar. ‘Bijvoorbeeld met Buurauto’, vertelt professor Derk Loorbach. ‘Daarmee delen buren gezamenlijk een elektrische auto. En er zijn ook buurtbewoners die een eigen coöperatie oprichten voor hun vervoermiddelen. De organisatie Wij zijn DEEL (wijzijndeel.nl) helpt ze om alle mobiliteit bij één maatschappij te leasen.’ De voordelen zijn – naast meer parkeerruimte, een lagere milieu-impact en veel minder kosten – ook meer flexi­biliteit. ‘Wil je boodschappen doen, dan pak je een klein elektrisch autootje. Ga je met je gezin weg, dan neem je de Tesla of een busje.’

Van jou, van mij, van iedereen:
We gaan veel meer delen

Het moet geen verplichting zijn

Voor Loorbach is het zo klaar als een klontje dat we steeds meer mobiliteit zullen delen. Toch is er nog steeds maar een heel klein groepje dat hier nu mee experimenteert. Zelfs de Greenwheels-auto’s die sinds 1995 rondrijden worden relatief weinig gebruikt. Mijn ouders van rond de zeventig zouden waarschijnlijk nooit aan zoiets beginnen. Ze zijn te veel gesteld op hun privacy en zien op tegen gedoe. ‘Greenwheels is voor veel mensen te duur en te omslachtig, maar het wordt allemaal steeds mooier en gebruiksvriendelijker’, verzekert Loorbach me. ‘Over tien jaar is mobiliteit delen normaal geworden. Je zult zien, dan stappen jouw ouders ook met hun ov-kaart in de deelauto. Maar geef ze alsjeblieft niet het gevoel dat ze ‘moeten’: het gaat allemaal vanzelf en het is zeker geen verplichting.’

Praktischer, goedkoper en socialer

Behalve vervoermiddelen kun je nog veel meer dingen delen. Een partytent, een decoupeerzaag of hogedrukreiniger gebruik je tenslotte niet elke dag. Via Peerby kunnen buurtgenoten zulke zaken van elkaar huren. Een trouwjurk voor € 100, een kattenreismandje voor € 2: dat scheelt geld én opbergruimte in huis. Wasmachines gebruiken we veel vaker, maar die staan desondanks meer dan 95 procent van de tijd te niksen. Bewoners van portiekflats of sociale huurwoningen kunnen soms al gebruikmaken van een gemeenschappelijke was- en droogruimte, zodat niet iedereen eigen apparaten hoeft te kopen. Loorbach: ‘Mensen zoeken naar duurzamere alternatieven, die praktischer, goedkoper en socialer zijn. Maar dit soort veranderingen voltrekken zich niet van vandaag op morgen. Jongere generaties denken minder in termen van bezit. Voor hen gaat het makkelijker.’

Derk Loorbach is hoogleraar socio-economische transities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en directeur van DRIFT (Dutch Research Institute For Transitions). Dit actie-onderzoeksinstituut houdt zich bezig met alle mogelijke duurzaamheidstransacties.

Lees meer over: Duurzaam leven

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu