Hemelbestormer Marcel Levi
Fysiotherapeuten moeten ouderen leren hoe ze voorkomen dat ze vallen, alle sportverenigingen voor kinderen moeten gratis zijn, ongezond eten moet duurder worden. Kortom, de regering moet veel meer doen aan preventieve zorg, vindt internist en hemelbestormer Marcel Levi.
Marcel Levi (1954) is internist. Van 2010 tot 2016 was hij voorzitter
van de raad van bestuur van UMC Amsterdam; van 2016 tot 2021 leidde hij de University College London Hospitals in Londen. Sinds april 2021 is hij voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Marcel Levi is een man die zijn mening niet onder stoelen of banken steekt. Hij schrijft columns, is regelmatig op radio en televisie te horen over uiteenlopende gezondheidgerelateerde onderwerpen, en werd alom gezien als een zeer geschikte minister van Volksgezondheid – helaas staat zijn partij (Partij van de Arbeid) nu niet aan het roer. Na een carrière bij Amsterdam UMC en 4,5 jaar als ziekenhuisdirecteur in Londen is hij sinds april 2021 voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Daarnaast werkt hij nog steeds een dag in de week als internist.
En nu zit hij in de trein. Terwijl om hem heen zo te horen druk wordt gepraat, deelt hij zijn visie op preventie in de zorg. Dat het belangrijk is spreekt inderdaad vanzelf. Door te voorkomen dat gezonde mensen bepaalde gezondheidsproblemen, ziekten en ongelukken krijgen, kunnen ze een aangenamer leven leiden. Bovendien: op die manier zorgen we er deels ook voor dat de kosten voor de gezondheidszorg niet gierend uit de hand lopen, wat mooi meegenomen is. Toch? ‘Bij preventie is geld secundair’, zegt Levi. ‘Het zou in elk geval niet de primaire drijfveer moeten zijn. Het gaat vooral om gezondheid en welzijn.’
Hoe komt het dat het zo moeilijk is om preventieve zorg voor elkaar te krijgen?
‘Het staat niet hoog genoeg op de agenda omdat je het doet voor iets wat op dit moment nog niet aan de hand is. Je verwacht dat iets in de toekomst een probleem zal gaan worden, maar dat is het nu vaak nog niet. Dat maakt het lastig. Van mensen wordt verwacht dat ze nu iets doen of laten waarvan ze pas over twintig jaar misschien profijt zullen hebben. Dat is abstract. Van hoge bloeddruk merk je ook helemaal niks, tot het te laat is. En om te voorkomen dat je er last van krijgt, moet je nu dingen laten die je misschien heel leuk vindt, zoals roken of alcohol drinken. Het is echt een investering die je moet doen, zonder directe beloning. Dat is best veel gevraagd.’
Vindt u dat de overheid een actievere rol zou moeten spelen als het om preventie gaat?
‘Het is natuurlijk een samenspel van allerlei partijen. Burgers hebben een rol, zorgverzekeraars zouden er iets in kunnen betekenen, want op de lange termijn levert preventie hun ook geld op. Voor wat de overheid betreft: als je aan de ene kant verantwoordelijkheid neemt voor de gezondheid van je bevolking en je je aan de andere kant zorgen maakt over de kosten van de gezondheidszorg, dan kan ik me heel goed voorstellen dat je flink investeert in preventie. In het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid staat het ook met zoveel woorden. De houdbaarheid van de zorg staat onder druk, onder meer door de vergrijzing en de toename van het aantal chronisch zieken. Er is al eerder een advies gegeven om serieus werk te maken van preventie, waarbij er vooral voor is gepleit om veel meer de focus te leggen op de groep mensen bij wie het grootste rendement te behalen is. Dat rapport is vervolgens heel beleefd in een la verdwenen.’
Frustreert u dat?
‘Ja. Het is te willekeurig: preventie moet in iemands politieke straatje passen, anders gebeurt er weinig. De politieke partijen die het beleid de afgelopen jaren hebben bepaald, vinden dat mensen het zelf maar moeten weten. Dan ga je voorbij aan het feit dat een heel grote groep mensen daar minder goed in staat is. In 2018 werd er een Nationaal Preventieakkoord gesloten, waarin de afspraken zijn vastgelegd die de overheid heeft gemaakt met meer dan zeventig maatschappelijke organisaties om roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik aan te pakken. Er staan best goede dingen in dat akkoord, al is het vrij algemeen gesteld. Het zijn vooral veel goede voornemens: nu is 50 procent van de Nederlanders bijvoorbeeld te zwaar, en de overheid wil dat in 2040 teruggebracht hebben tot 38 procent. Maar hoe dan? Het is wachten op concrete acties. Als je kijkt naar actief mensen ontraden om te gaan roken, hebben we een achterstand van hier tot aan de maan zo ongeveer. Tot nu toe hebben bewindslieden altijd gezegd dat dit de eigen verantwoordelijkheid is. Daarmee ging de staat zich niet bemoeien. Maar roken is een verslaving en dus een ziekte, niet alleen de eigen verantwoordelijkheid van mensen die daar last van hebben. Daar moet je je dus mee bemoeien.’
Wat zou er gebeuren als u het voor het zeggen had?
‘Het begint ermee dat je het onderwerp belangrijk vindt. En dan moet er geld voor worden vrijgemaakt, ook al weet je dat het niet meteen iets zal opleveren. Ik zie een heel breed scala van maatregelen voor me; het moet gaan van roken tot bewegen en alles daartussenin. Er zijn bijvoorbeeld uitstekende programma’s die aantonen welke interventies wél werken en welke níét bij stoppen met roken. Ook met valpreventie zou bijvoorbeeld veel winst te behalen zijn.’
Hoe dan?
‘Als je kijkt waardoor mensen op een bepaalde leeftijd in een ziekenhuis belanden, dan is dat vaak na een val. Jaarlijks overkomt dit 30 procent van de 65-plussers en bij vijf op de honderd ouderen veroorzaakt zo’n val ernstige gezondheidsschade, soms zelfs met de dood tot gevolg. Toen ik die cijfers zag, dacht ik: jemig, als dat voorkomen zou kunnen worden, zouden we een enorme slag slaan. En dan heb ik het niet eens over het geld dat dan bespaard wordt op dure medicijnen en ingewikkelde operaties, hoe belangrijk dat ook is, maar gewoon over kwaliteit van leven en gezondheid.’
Hoe ziet valpreventie eruit?
‘Je kunt mensen die al eens zijn gevallen een cursus laten volgen. Een ergotherapeut bij hen thuis laten komen om te kijken of er losse snoeren en kleedjes liggen waarover ze zouden kunnen struikelen. De fysiotherapeut kan ouderen laten zien hoe ze kunnen voorkomen dat ze vallen als ze op straat lopen.
Ook hier weer: allemaal bestaande programma’s die bewezen effectief zijn. Maar ze bereiken vaak niet de doelgroep die er het meest bij te winnen heeft. Dat is een groot probleem bij veel preventie- campagnes: ze bereiken vooral de mensen die al weten dat ze moeten sporten, dat ze gezond moeten eten, niet moeten roken. De groep die dat minder goed weet, komt niet met de campagnes in aanraking. Die lezen misschien geen kranten of kijken geen televisie, of niet naar de programma’s waarin deze thema’s worden behandeld.’
Hoe zou je die groep wel kunnen bereiken?
‘Misschien moet je naar sociale media kijken. Bekend is dat we geneigd zijn vooral naar familie en bekenden te luisteren. Daarvan zou je gebruik kunnen maken door te proberen doelgroepen via hun sociale omgeving te bereiken, of door samenwerkingen te zoeken met kerkgenootschappen of lokale koffiehuizen.
Ik weet het ook niet precies, maar denk wel dat we op een andere manier moeten gaan communiceren dan we dat tot nu toe hebben gedaan: we moeten meer out of the box denken, origineler zijn, meer lef tonen. Dat mis ik nu. Je kunt zoveel meer doen op dit gebied.’
Waar denkt u nog meer aan?
‘In het regeerakkoord staat dat men de btw op groente en fruit wil afschaffen. Dat lijkt mij een uitstekend plan, want een probleem is ook dat ongezond eten vaak goedkoper is dan gezond eten. Door de btw op groente en fruit af te schaffen worden die een stuk goedkoper, waardoor het makkelijker wordt om een gezonde keuze te maken. Een suikertaks (extra belasting op suikerhoudende frisdranken en ongezonde voeding) vind ik ook een heel goed idee. Het is in het buitenland al uitgebreid getest en hartstikke effectief gebleken. Dus waarom zou je dat hier niet proberen? Qua bewegen zou je kunnen zeggen: we maken alle sportverenigingen gratis voor kinderen, punt. Als je dat wilt, kun je dat vandaag nog doen. Het kost wat geld, maar dat is alles. En het zou heel veel impact kunnen hebben.’
Loopt Nederland achter op dit gebied?
‘Ik heb geen onderzoeken en cijfers paraat, maar ik heb wel de indruk. We lopen in ieder geval niet fier voorop.’
Hoe komt dat? Is dat de typisch Nederlandse eigenwijsheid van: wij maken zelf wel uit wat we doen, daar heeft niemand zich mee te bemoeien?
‘Nee, dat denk ik niet. Er is genoeg goede wil bij mensen. Ik denk echt dat het politieke klimaat van de afgelopen jaren het grootste probleem is. Daarin gold toch wel heel erg: het is allemaal je eigen verantwoordelijkheid. Dat heeft ons niet op voorsprong gezet.’
Gaat dat veranderen?
‘Natuurlijk. Ik ben een optimist, ook op dit gebied. Maar het is wel hardnekkig. Ik hoop op meer energie en hogere investeringen.’
Karin Van havere
04-09-2022 om 18:42Ik geef in zuid Limburg al valpreventie individueel bij de kwetsbare oudere aan huis. Meeste nonsens huisartsen en poh ouderenzorg weten niet dat dit deels of volledig vergoed wordt afh can aanvullende verzekering.
Karin Van havere
04-09-2022 om 18:43Nonsens moet weg . Excuus