Vier eilandwandelingen om lekker uit te waaien
Een eiland heeft iets bijzonders, je voelt je er altijd ver weg van huis, alsof je op vakantie bent. Vier wandelexperts geven hun favoriete eilandwandelingen prijs.
Wandelblogger Irene Kapinga vindt het Knopenrondje Marken (7 kilometer) een aanrader en plakt er nog een 4 kilometer strekdam (heen en terug) op het schiereiland aan vast.
‘Om een echt eilandgevoel te krijgen ga ik vanaf Volendam met de boot naar Marken, dat sinds 1957 met een dijk met het vasteland is verbonden. Op de Jan Smit scheren de zeemeeuwen langs en kom je al helemaal in de stemming. Eenmaal op Marken beland je in een andere wereld. Het is er net een openluchtmuseum met al die houten huisjes op de dijk bij het haventje.
Via de Zeedijk – met de klotsende Gouwzee aan je linkerhand – ga je het dorp uit. Je loopt dan over een schots en scheef
klinkerpad, met als voordeel: er zijn geen fietsers. Heerlijk rustig! De strekdam die je vervolgens ziet hoort niet bij de route, maar ik sla hem nooit over. De ongeveer twee kilometer lange dam die nooit is gebruikt is juist het hoogtepunt van de wandeling. Je loopt er in je dooie uppie met niks dan stilte en ruimte om je heen en ’s zomers begroeiing tot boven je hoofd.
Daarna ga je om de punt van het eiland heen, waar op een kleine strekdam de befaamde wit-rode vuurtoren staat. Een uniek baken, genaamd ‘Het paard van Marken’, omdat het met enige fantasie op een paard lijkt. De vuurtoren is particulier bezit; je mag er dus niet in. Maar er zijn bankjes in de buurt waarop je van deze weidse, bijzondere plek kunt genieten.
Met het Markermeer aan je linkerhand loop je tot slot weer naar het dorp. In het wijkje Rozewerf keer je het water de rug toe. De huisjes staan daar zo dicht op elkaar dat je het gevoel hebt door de tuintjes te lopen. Daarna vaar je op je dooie gemak terug naar Voldendam en voelt het of je een week vakantie hebt gehad.’
Info: Knopenrondje Marken
Zeeuwse routemaker Hans Corbijn van Wandelenopwalcheren.nl tipt het knopenrondje Oost-
kapelle (10 kilometer) op het schiereiland Walcheren.
‘Deze route gaat voor een groot deel door de Manteling van Walcheren: een bijzonder natuurgebied dat in de 17de en 18de eeuw werd aangelegd om de Zeeuwse elite – die in de zomer de vieze steden verruilde voor fraaie buitenhuizen – te beschermen tegen het zand en de zee.
De lange, smalle strook bos zo dicht bij de kust is behoorlijk uniek. En dan vooral de rij bonsai-eiken boven op de duinen, op zo’n 100 meter van de zee. Deze eeuwenoude mini-eikjes zijn zo klein gebleven door de straffe zeewind.
In de kuststrook zijn nog altijd een paar buitenplaatsen te bewonderen, waaronder Duinbeek. Een prachtig pand met idyllische slotgracht en bijbehorende boswachterswoning. Als je in de Manteling loopt kom je verschillende restanten van deze buitenplaatsen tegen: bruggetjes, vijvers en sterk kronkelende of juist kaarsrechte paden. Ook zijn er nog sporen van de Tweede Wereldoorlog zichtbaar. Bunkers en andere bouwwerken van de Atlantikwall, die de Duitsers optrokken om de geallieerde troepen buiten de deur te houden.
Daarbij passeer je kasteel Westhove. Ooit het vakantieverblijf van de abten van Middelburg, waar tegenwoordig onder meer museum Terra Maris zit, dat de historie van Zeeland vertelt. Je vindt er onder meer aquaria, een landschapstuin en het geraamte van de potvis die in 2017 in Nederland aanspoelde. In de orangerie zit een restaurant, waar ze appeltaart serveren die niet op je bord past. Met een omtrekkende beweging kom je weer terug in Oostkapelle. Een gezellige familiebadplaats met leuke straatjes, een opvallend grote dorpskerk en de nodige horeca.’
Info: Knopenrondje Oostkapelle
Boswachter Mirjam Eikelenboom van stichting het Zuid-Hollands Landschap is enthousiast over Het Vossenpad (12,5 kilometer) op het eiland IJsselmonde.
‘In de achtertuin van Rotterdam, op slechts 13 kilometer afstand van het Centraal Station, loop je langs verschillende gebieden met zoetwatergetijdennatuur die uniek zijn in Noordwest-Europa. Het eiland IJsselmonde ligt aan de rivier de Oude Maas, die in open verbinding staat met zee. Zodoende heb je er twee keer per dag te maken met eb en vloed, waarbij hoogteverschillen van gemiddeld één meter kunnen ontstaan. De Oude Maas stroomt bij hoogwater de Carnisse Grienden binnen, waar deze route begint.
Grienden zijn oude wilgenplantages, waar in oude tijden wilgentenen werden geoogst voor bijvoorbeeld het vlechten van manden. Inmiddels zijn veel van die grienden verdwenen of ze worden niet meer onderhouden. Daardoor is prachtige jungle ontstaan, die doet denken aan de vloedbossen van eeuwen geleden. Je loopt er op onverharde paden en dijkjes in een mikado-achtig landschap, waarvan de wind en de bever de architecten zijn.
Vervolgens voert de wandeling een stuk pal langs de Oude Maas met veel industriële scheepvaart, wat je mooi of lelijk kunt vinden. Daarna gaat het langs een eendenkooi, net als de grienden nog zichtbare landschapsgeschiedenis. In eendenkooien werden met behulp van onder meer rietschermen – waarachter de jager ofwel kooiker en zijn hond zich konden verstoppen – eenden gevangen voor menselijke consumptie. Omdat dat weinig opleverde, kreeg deze eendenkooi de naam Klein Profijt.
Ook gaat de route een flink stuk door open polderlandschap. Eeuwenoude akkers, omsloten door dijken. Bovendien heb je veel kans daar reeën te zien. Via een stuk nieuwe natuur, Koedood genaamd, beland je weer bij het beginpunt van deze afwisselende wandeling. In het voorjaar is die extra de moeite waard vanwege waterplant de spindotterbloem, die dan in de kreken en sloten bloeit. Eén grote gele zee!’
Info: Vossenpad
Boswachter Mariëtte Smit van Staatsbosbeheer noemt route ‘Duinen van Texel’ (15 kilometer) op het waddeneiland zeer de moeite waard.
‘Deze wandeling is de oversteek naar Texel zeker waard. Het is een bijzonder traject met veel mooie elementen. Ze begint aan de rand van de Cocksdorp, het meest noordelijke plaatsje van het eiland, bij het in de jaren tachtig aangelegde Krimbos, waar je doorheen loopt. Daarna gaat het een flink stuk langs De Slufter: een open natuurgebied met kreken, waar de zee zijn gang gaat. Elke jaargetijde is het er weer anders. Behoorlijk ruig in de winter en ’s zomers ziet het er paars van de bloeiende lamsoor. Er groeien ook andere zout verdragende planten, zoals zeealsem, waarvan de zilvergrijze bladeren prachtig reflecteren in het zonlicht.
Vervolgens passeer je De Muy: een bijzonder natuurgebied met duinmeertjes, waar het zeewater geen toegang heeft. Daarom kan de orchidee er groeien. In het voorjaar is het één groot roze veld, waarvoor mensen zelfs speciaal naar Texel komen.
De iets verderop gelegen Bertusnol is letterlijk en figuurlijk een van de hoogtepunten. Vanaf dit steile duin heb je een prachtig uitzicht over de duinvalleien en zie je in de verte de zee en het polderlandschap. En bovenop is een plateau met picknickbank. Wil je ook graag langs het strand lopen, dan kun je er na het beklimmen van de Bertsnol voor kiezen om even van de route af te wijken. En die bij Strandpaal 21 of 20 – bij het dorp De Koog – weer op te pikken.
Tot slot wandel je door een gevarieerd bos naar Ecomare, waar je onder meer zeehonden kunt zien en een aquarium met vissen van de Noord- en de Waddenzee, en ook zeepaardjes. Je bent daar wel even zoet, dus wat dat betreft is het een goed idee een nachtje op Texel te slapen.’
Info: Duinen van Texel
Tip: Op Texel rijdt de Texelhopper: een busje dat je minimaal een halfuur van tevoren kunt bestellen, en dat je oppikt op een van de 130 opstapplaatsen. Handig voor je als de route eventueel wilt inkorten.