Wandelen in het wild

We kunnen niet garanderen dat je een zeearend, een moeflon, een bever of een konikpaard tegenkomt op je wildlife-wandeling in Nederland. Maar er is altijd een kans dat het wél gebeurt.



Boswachter Hans-Erik Kuypers van Staatsbosbeheer tipt de Zeearendroute (5 kilometer) in de Oostvaardersplassen.

‘Op deze route door de Oostvaardersplassen heb je kans een ‘vliegende deur’ over te zien komen, ofwel een zeearend. Die oogt nogal rechthoekig en heeft een maximale spanwijdte van liefst 2.40 meter. Een gigantisch dier met een heel rustige vleugelslag die, als hij over het water scheert, alle andere vogels uit angst doet opstuiven.

Sinds 2006 zijn er in Nederland weer zeearenden. De Oostvaardersplassen in Flevoland zijn voor deze bijzondere vogels een erg geschikt territorium. Rustig, veel water, en genoeg bomen om in te broeden. De kern van het natuurgebied bestaat uit een grazig stuk, groot moerasdeel en uitgestrekte rietvelden. Daarin voelt het baardmannetje zich opperbest: ook een prachtige vogel die kenmerkend is voor de Oostvaardersplassen. Hij heeft zwarte bakkebaardjes en maakt een metaalachtig geluid.

‘De zeearend wordt ook wel ‘vliegende deur’ genoemd, hij heeft een vleugelspanwijdte van tweeënhalve meter’

Tijdens deze wandeling door de Driehoek, zoals het gebied heet, kun je op diverse punten over het water uitkijken. Vooral het Wigelseiland is mooi. Daar zie je onder andere lepelaars, bergeenden, grauwe ganzen en brandganzen, die in het najaar vanuit het hoge noorden hiernaartoe komen om te overwinteren.

Mocht je vijf kilometer aan de korte kant vinden, dan kun je deze route uitbreiden met het noordelijke, blauw gemarkeerde stuk van het Dodaarspad. Beide beginnen in het buitencentrum met horeca en een prachtig panorama. Niet ver ervandaan beland je in het noordelijke deel van het Oostvaardersveld. Een halfopen bos-weidegebied, waar ook konikspaarden struinen.

Kijkpunt Kleine Praambult is een geliefde plek bij vogelaars. Vanaf deze kleine heuvel heb je een machtig uitzicht over het kerngebied van de Oostvaardersplassen. Neem daarom vooral een verrekijker mee.’

Info: Wandelroute Zeearend
NB De Driehoek is in de winter niet toegankelijk, om de grote grazers de nodige rust te gunnen.


Marieke Ankoné is coördinator educatie van Nationaal Park De Hoge Veluwe, ze raadt de Moeflonroute (7,7 kilometer) aan.

‘De moeflon is net als de witte fietsen een van de iconen van ons park. Dit wilde haarschaap, dat oorspronkelijk uit Corsica en Sardinië komt, is ruim een eeuw geleden geïntroduceerd door de stichters van het park, het echtpaar Kröller-Müller. Hoewel hij dus officieel een exoot is, is de moeflon volledig ingeburgerd in het park. En inmiddels onmisbaar.

Oorspronkelijk was hij voor de jacht bedoeld, maar zijn belangrijke rol voor het natuurbeheer bleek pas later: het dier doet zich op de open vlaktes tegoed aan zaden en jonge, sappige boompjes.

‘Dankzij de moeflon is deze route een combinatie van heidevelden, dennenbos en een jeneverbessenbos’

Zonder de moeflon zou de Hoge Veluwe één groot dennenbos zijn. De route is dus mede dankzij dit schaap een mooie combinatie van heidevelden, dennenbos en een eeuwenoud jeneverbessenbos. Ook loop je langs het indrukwekkende stuifzandgebied De Pollen, waarvan mensen een woestijn- gevoel krijgen.

Of je ook moeflons te zien krijgt, kan ik natuurlijk niet garanderen. Dat vind ik eigenlijk ook wel weer leuk; ze zijn de kers op de taart, mocht je ze spotten. Het zijn schuwe dieren met scherpe zintuigen. Ze zien jou voordat je hen ziet. Zodoende heb ik voornamelijk foto’s waarop zijn billen te zien zijn! Maar als je hem treft, voelt dat dus extra bijzonder.

Zijn krukken – enorme gedraaide horens – zijn ontzettend mooi. Wel heel jammer is dat het minder goed gaat met de moeflon sinds er in het park twee wolven zijn binnengeslopen. Daardoor is de populatie inmiddels gehalveerd tot ongeveer 170 exemplaren. Speur dus extra goed de horizon af als je deze route door een van de rustigere stukken van het park loopt.’

Info: Wandelroute Moeflon
In september zijn delen van deze route afgesloten vanwege de hertenbronst. Het paarseizoen van de moeflons volgt in oktober, maar is minder spectaculair omdat de wilde haarschapen niet burlen. Voor toegang tot het Nationale Park Hoge Veluwe moet entree worden betaald. De parkvoorzieningen, zoals de witte fietsen, zijn inbegrepen in de entree.


Boswachter Andy Liebrand van Staatsbosbeheer is super-
enthousiast over de wandeling door het Noord-Limburgse Schuitwater (9,1 kilometer). 

In het Schuitwater vind je op kleine schaal opvallend veel verschillende landschapstypes: moerasbos, heidevelden, vochtige graslanden en twee oude rivierarmen van de Maas. Daarin ontstond in een ver verleden door plantenresten langzaam maar zeker een dik pakket veen, dat tot in de vorige eeuw werd afgegraven voor onder meer brandstof. Zo ontstond er weer open water in het gebied, waar in 2003 een beverpaartje is uitgezet.

Die joekels – ze kunnen wel 25 kilo wegen – met fikse platte staart en dito snijtanden waren uit- gestorven in Nederland, maar doen het hier tegenwoordig weer goed. In de herfst en winter heb je met een beetje geluk kans ze te zien aan de oevers van het Schuitwater. Omdat de waterplanten na de zomer op zijn, schillen ze dan als voedsel de zachte bast van wilgentakken. Mocht je de bevers missen, dan zijn ook hun vraatsporen al een attractie. Ze knagen met hun krachtige tanden hele bomen om, waardoor het stuk stam dat nog overeind staat een potloodachtige punt heeft.

Van de dikste takken, die worden dichtgesmeerd met modder, bouwen ze burchten, met een ingang onder water. In het najaar is de grond vochtiger, waardoor je vaak beter de pootafdrukken van de zoogdieren kunt zien. Er leven ook dassen in het Schuitwater, waar ze een stuk of vier zogenoemde kraamburchten hebben. Hun sporen zijn prachtig en duidelijk herkenbaar: een niervormig middenvoetkussen met vijf teenkussentjes en lange nagels erboven. In de herfst is de route ook de moeite waard om de paddenstoelen, verkleurende bomen en overwinterende vogels, zoals koperwieken en sijzen.

Tot slot mogen de Exmoor-pony’s, die het hele jaar het gebied bewonen, niet onvermeld blijven. Er loopt een zevental van deze bruine oerpaardjes met witte snoeten, die door hun manier van grazen zorgen voor variatie in het landschap, wat goed is voor de biodiversiteit. De pony’s waren nagenoeg uitgestorven, maar in het Verenigd Koninkrijk hebben ze de soort weten terug te fokken, waardoor er wereldwijd nu een paar duizend rondlopen. De bijzondere dieren zijn dus eigenlijk zeldzamer dan de reuzepanda!’

Info: Wandelroute Schuitwater Schuitwaters


Sarah-Mie Luyckx schrijft voor dagblad Trouw en RADAR+ over wandelen, ze vindt de Konikroute door het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (7,5 kilometer) een prachtig traject

‘Af en toe tref je op deze route smalle veepaadjes met een bordje erbij: Verboden voor wandelaars. Deze zijn gereserveerd voor de konikpaarden. Stoere grijsbruine jongens die van origine uit Polen komen, en sinds begin jaren tachtig in Nederland een handje helpen met het natuurbeheer. Vooral nu het slecht gaat met de konijnenstand als gevolg van besmettelijke ziektes, zijn de halfwilde paarden graag geziene gasten in dit Noord-Hollandse Nationaal Park. In plaats van de geplaagde knaagdieren doen ze zich tegoed aan de ruige grassen en struikjes, die anders het natuurgebied zouden overwoekeren.

Het is natuurlijk maar de vraag of je ze tegenkomt, mogelijk tref je enkel hun paardenvijgen op je pad. Maar dan nog kun je op deze wandeling een heerlijk safarigevoel beleven. Eerst gaat het door een oud bos – de bomen zijn soms meer dan een eeuw oud – met veel kruip door, sluip door-weggetjes, en ook het nodige klim- en daalwerk. Daarbij stuit je al snel op de Koepelberg met een denderend uitzicht over de ‘groene zee’ van het gebied. Ongeveer op de helft bulkt het van de fijne vergezichten. Dan sturen de zwarte pijlen waarmee de route is gemarkeerd je door open duingebied, waar je je met een beetje fantasie in Afrika waant.

Ook een troef van deze route: de oorverdovende stilte, vooral op doordeweekse dagen, terwijl je je niet ver van de Randstad bevindt. Overigens ga je zonder dat je het echt in de gaten hebt over twee landgoederen: eerst Duin en Kruidberg, en vervolgens Midden-Herenduin. Bij eerstgenoemd landgoed – ooit het eigendom van rijke kooplui – hoort een schitterend buitenhuis, waarin een illuster hotel-restaurant is gevestigd. Daar serveren ze elke zondag een chique afternoon tea (van tevoren reserveren). Mocht je een meer kindproof besluit van de wandeldag willen: bijna recht tegenover het startpunt van de route zit een pannenkoekenhuis.

Tien tips om wild te spotten

  • 1

    Ga aan het einde van de avond of in de vroege ochtend op pad wanneer de dieren op zoek gaan naar voedsel.

  • 2

    Draag onopvallende kleding (schutkleuren), gebruik geen deodorant e.d. en neem een verrekijker mee.

  • 2

    Loop met zo min mogelijk geluid en tegen de wind in. Maak geen wilde bewegingen.

  • 3

    Zoek naar sporen, zoals schuurplekken op boomstammen, uitwerpselen, omgewoelde grond en pootafdrukken.

  • 4

    Zie je een wildwissel (een door dieren gevormd paadje) blijf dan eens een halfuurtje uit het zicht en op minimaal 25 meter afstand stil wachten.

  • 4

    Grote dieren kun je het beste zien vanaf eind februari tot en met half oktober. Juni en juli zijn goede wildspotmaanden. Eind juli en begin augustus, is de bronsttijd van de reeën (blaffen). In september en oktober is het bronsttijd van de edelherten (burlen).

Info: Konikroute
De Konikroute is makkelijk te bereiken met het openbaar vervoer. NS-station Santpoort-Noord is in de buurt. 

Wild spotten met een boswachter? Natuurmonumenten organiseert regelmatig leuke wildspot-wandelingen.

  • TIP

    Wild spotten met een boswachter? Natuurmonumenten organiseert regelmatig leuke wildspot-wandelingen.

Dit is een EXTRA artikel

Dit EXTRA artikel is alleen te bekijken voor abonnees. Maak eenvoudig een account aan en kies het abonnement dat het best bij je past. Je krijgt direct onbeperkt toegang tot alle artikelen!

Maak een account aan