Nederland op z’n mooist! Vier verfrissende najaarsuitstapjes
Wat is er mooier dan een heldere frisse herfstdag als de wereld in een gouden licht baadt en de bladeren aan de bomen rood en geel kleuren? Vier herfst uitstapjes.
Freelance journalist Sarah-Mie Luyckx schrijft onder meer voor dagblad Trouw over wandelen, en is enthousiast over Groene Wissel-wandeling 113 ‘Hollandsche Rading’ door de bossen bij Lage Vuursche (12 km):
‘Deze tocht valt in de categorie ‘betere boswandeling’, die je om de bekende redenen vooral in het najaar een keer moet hebben gedaan. De bomen blinken uit door hun briljante herfstkleuren. Als het niet te droog is geweest, bulkt het van de paddenstoelen. En het ruikt er heerlijk kruidig.
Je loopt in een van de mooiste bosgebieden binnen Nederland, tussen de dorpjes Hollandsche Rading en Lage Vuursche. Dichtbegroeid, afwisselend landschap en licht glooiend, want de streek behoort tot de noordelijke uitlopers van de Utrechtse Heuvelrug. Een stuwwallenlandschap dat is ontstaan in de voorlaatste ijstijd (circa 150.000 jaar geleden), toen enorme gletsjertongen vanuit Scandinavië voor wat reliëf zorgden in dit platte land. Na de start bij het stationnetje van Hollandsche Rading gaat de route rap het groen in, waar je onder meer wandelt onder de torenhoge kruinen van de douglassparren. Via verschillende stille kruip-door-sluip-door-paadjes beland je na een paar kilometer bij het Wasmeer, een paradijsje voor allerlei watervogels die vanuit de overdekte observatiehut zijn te bewonderen. Vervolgens doorkruis je een enkel open heideveld en loop je door majestueuze lanen met eeuwenoude beuken. (Tip: beukennootjes rapen om thuis te poffen). Een van die lanen leidt naar Lage Vuursche, het bekende pannenkoekendorpje waar het er in het weekend ‘met de benen uithangt’. Toch is de nostalgische hoofdstraat aantrekkelijk genoeg om even doorheen te kuieren. Bovendien – even voor de koningsgezinden onder ons – kun je er door het zwarte spijlenhek gluren naar kasteel Drakensteyn, de residentie van prinses Beatrix.
Na Lage Vuursche wachten een fraaie zandverstuiving en een wirwar van intieme bospaadjes. Om die allemaal te kunnen vinden, is de routebeschrijving van deze ‘Groene Wissel’ behoorlijk gedetailleerd, en leent de wandeling zich niet om ook uitgebreid bij te praten. Maar de beloning voor het intensieve leeswerk is klip en klaar: een geweldige wandeling die je op eigen houtje waarschijnlijk niet snel had gemaakt.’ Wandelzoekpagina
Jessica de Korte, fietsjournalist en –vlogger, tipt haar zelf uitgezette fietsroute in en rond Eindhoven van 45 km, of de ingekorte versie van 26 km (minder natuur).
‘Deze tocht heb ik gemaakt voor magazine FietsActief, omdat ik benieuwd was naar wat er allemaal te beleven valt in Eindhoven. Zo’n twee decennia geleden was het een weinig inspirerende stad, maar de afgelopen jaren is die omgetoverd tot een hippe hotspot. Zo eindigt de route bij Strijp-S, het voormalige fabrieksterrein van de firma Philips. In de fabriekshallen zitten tegenwoordig allemaal kleine ondernemers die originele spullen verkopen. Strijp-S ligt achter station Eindhoven Centraal, waar de fietstocht begint. Al snel voert die langs het Inkijkmuseum, dat is gevestigd in een zogenoemd spoelhuisje van een oude linnenfabriek. De muren en het plafond van dit kleine museum hangen helemaal vol met schilderijen van kunstenaars uit de hele wereld, die je door het raam kunt bekijken. Een leuke ervaring. Daarna beland je al snel in het groen. Eerst gaat het door fraaie villawijken en parken, waarvan Eindhoven er verrassend veel heeft. Vervolgens kom je bij de rivier De Dommel, waar je direct het stille bos in fietst. Aan de rand staat het oude, sfeervolle café de Hut van Mie Pils, een aanrader voor een kop koffie of eenvoudige lunch.
De bossen zijn dit jaargetijde uiteraard extra mooi. Vanwege de kleuren, maar ook omdat de bomen door de minder scherpe zon prachtig worden weerspiegeld in de verschillende vennen. Die vind je ook op de Leenderheide – de Veluwe in klein formaat. De heide is rond deze tijd uitgebloeid, daardoor heerst er een mooi soort melancholie. De ruige sfeer van vergankelijkheid met her en der al wat afgevallen kale takken. Valkenswaard, waar je daarna doorheen peddelt, is niks bijzonders. Maar in het dorp – met ooit veel sigarenfabriekjes – is de voormalige spoorverbinding met Eindhoven omgeturnd tot een fietssnelweg voor de forenzen: één recht lang pad door de bossen, waarop je lekker kunt doortrappen.
Je komt Eindhoven weer binnen bij de High Tech Campus met allerlei technische start-ups en instituten, waardoor de stad heel internationaal is geworden. Het is gaaf om er langs de moderne gebouwen met fraaie architectuur te rijden. Dat daar een hoop creatieve geesten bij elkaar zitten, creëert een vibe die je echt voelt in deze Brabantse stad.’ Fietsactief
Boswachter Henk Ruseler van Nationaal Park De Hoge Veluwe adviseert een avondje wild spotten tijdens de bronsttijd van de edelherten
‘Oog in oog staan met een groot wild dier spreekt tot de verbeelding. En tijdens de bronst- ofwel paartijd van de edelherten heb je grote kans deze beesten van dichtbij te zien. Van de eerste week van september tot en met de eerste week van oktober trekken de hitsige herten – die stijf staan van de testosteron – eropuit om vrouwtjes te zoeken. Dan verspreiden ze een indrukwekkend oergeluid dat burlen heet, en het midden houdt tussen het brullen van een leeuw en het loeien van een stier.
De rest van het spektakel is een bijzonder schouwspel. Het zogenoemde plaatshert speelt heer en meester over de roedel, en de andere mannetjes proberen iets van zijn harem af te snoepen. Naast het burlen, imponeren ze elkaar met hun grote geweien, en soms komt het tot een hevig gevecht als de heren aan elkaar gewaagd zijn.
De Hoge Veluwe telt zeven wildobservatieplaatsen, waaronder die bij het Reemsterveld. Een grote open vlakte waar je via de Wildbaanweg makkelijk met de auto en fiets kunt komen. Daar zie je dikwijls roedels van vijf tot vijftien edelherten. Omdat die locaties er al decennia zijn, storen de dieren zich niet aan publiek. Ik raad overigens altijd aan een verrekijker mee te nemen. Dat vergroot je kans om buiten de observatieplekken ook ander wild te spotten: reeën, wilde zwijnen en ook moeflons, ofwel het wilde haarschaap.
Vanaf een uur of vijf valt er veel te zien. Maar omdat het park om acht uur dicht gaat, is het aan te raden niet alleen voor de bronst te komen. Pak een gratis Witte Fiets om alle landschapstypen te verkennen: bos, zandverstuivingen en heide, die dan misschien nog wel bloeit.
Ook de moeite van het bezoeken waard is Jachthuis Sint Hubertus, het voormalige buitenverblijf van de stichters van het park, dat is ontworpen door de befaamde architect Berlage. Vanaf het bezoekerscentrum gaat een zeven kilometer lange wandelroute naar het Jachthuis, die door prachtig dennenbos voert. En eet nog even een hapje in het Park Paviljoen voordat je naar het Reemsterveld gaat. Daar staat ook hert op het menu, want jaarlijks moeten we er een aantal afschieten om het biologisch evenwicht te bewaren. Dit stukje vlees is het meest biologische dat er bestaat.’
Info: hogeveluwe.nl
Hiljanne van der Meer, tentoonstellingsmaker bij het Amsterdamse NEMO Science Museum
‘NEMO is echt niet alleen voor kinderen en nerds. Technologie en ook wetenschap zijn overal om ons heen, en ze helpen je de wereld te begrijpen. Hoe komt het dat mijn hart klopt? En hoe groeit mijn kamerplant? Ons museum probeert de nieuwsgierigheid te prikkelen en nodigt uit zelf op onderzoek uit te gaan. Want op die manier leer je veel sneller hoe dingen in elkaar steken, en beklijft het ook beter dan wanneer een deskundige het uit de doeken doet.
NEMO is een hands on museum: ‘Verboden níét aan te raken!’ Overal in het gebouw staan opstellingen over interessante fenomenen waarmee bezoekers zelf aan de slag gaan. Om dat in gezinsverband te doen, is een aanrader. Als je samen iets hebt opgestoken, kun je het er erna met elkaar weer over hebben. Zo komt het waterzuiveringsproefje misschien bovendrijven als je thuis de kraan opendraait. Een van onze klassiekers is het maken van een levensgrote zeepbel. Je staat dan in een bak met zeepsop en trekt met een grote ring de zeepbel om je heen. Deze proef gaat vooral over verwondering. Wow, wat is die bel groot, en hij knapt niet als ik mijn vinger mét zeep erin steek! In onze nieuwste tentoonstelling Humania staat de mens centraal. Daar vind je bijvoorbeeld de knuffelmachine: een installatie met drie enorme rollers, waar je doorheen kunt gaan. Door de druk lijkt het of je wordt gehugd, wat een prettig gevoel geeft. Dat leert je dus wat over het brein. Of een knuffel van een echt mens komt of van een roller – je hersenen maken toch wel het stofje oxytocine ofwel het knuffelhormoon aan.
Tot slot kun je heerlijk zitten op het dak van Nemo, een bijzonder kopergroen gebouw, waarvan wel wordt gedacht dat het een schip moet voorstellen. Maar eigenlijk is het de gespiegelde versie van de IJ-tunnel, waar-ie bovenop staat. Het terras vind ik een van de best bewaarde geheimen van Amsterdam. Bijna nergens heb je zo’n spectaculair uitzicht over de stad.’
Info: nemosciencemuseum.nl