9 prangende pensioenvragen
Weet je hoeveel pensioen je later krijgt? Handig om even uit te zoeken. Hoe eerder je dat weet, hoe meer tijd je hebt om eventueel iets extra’s te regelen. Plus nog acht belangrijke pensioenvragen om even bij stil te staan. Voor werknemers én zzp’ers.
VRAAG 1: Hoeveel pensioen krijg ik?
Dat zie je als je met DigiD inlogt op mijnpensioenoverzicht.nl. Daar vind je de AOW-uitkering die je later krijgt, plus al het pensioen dat je als werknemer hebt opgebouwd. ‘Het handige is dat je niet alleen bruto bedragen ziet, maar ook hoeveel je ongeveer netto in handen krijgt’, zegt Coen van den Bedem, pensioenspecialist en financieel planner bij het Kenniscentrum van Van Lanschot. Maar je leest en hoort zo vaak over pensioenfondsen die moeten ‘korten’.
Hoe weet ik dan zeker dat die bedragen kloppen? ‘Als er langdurig gekort wordt, zal het minder worden’, verwacht Van den Bedem. Alles wat je zelf hebt geregeld voor je pensioen, bijvoorbeeld een lijfrenteverzekering of een bankspaarproduct, staat niet op mijnpensioenoverzicht.nl. Als je via je werkgever nooit pensioen hebt opgebouwd, bijvoorbeeld omdat je zzp’er bent, vind je op mijnpensioenoverzicht.nl alleen de AOW die je later krijgt.
Werkloos
Je bouwt meestal geen pensioen op tijdens een WW-uitkering. Bij je pensioenfonds kun je navragen wat de gevolgen zijn van een periode van werkloosheid voor je pensioen en het nabestaandenpensioen en hoe je zelf je pensioen verder op kunt bouwen.
VRAAG 2: Is mijn partner goed verzekerd?
Pensioen gaat niet alleen over je inkomen als je niet meer werkt, maar ook over je nabestaanden. Kan je partner of je gezin nog goed rondkomen als je zou overlijden? De meeste pensioenregelingen voorzien ook in een nabestaandenpensioen. Als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt, gaat dat meestal vanzelf. Als je samenwoont meestal niet. Dan moet je je partner zelf aanmelden bij je pensioenfonds.
Partnerpensioenen zijn tegenwoordig bijna altijd verzekerd op risicobasis: zolang jij bij je werkgever in loondienst bent, krijgt je partner een nabestaandenuitkering. Verander je van baan en daardoor ook van pensioenfonds? Check hoe het zit met het nabestaandenpensioen. De kans is groot dat je partner bij je oude pensioenfonds geen recht meer heeft op partnerpensioen en bij het nieuwe fonds maar een heel lage uitkering krijgt. Dit kun je meestal voorkomen door je oude pensioen mee te verhuizen naar je nieuwe pensioenfonds. Momenteel is dat lastig, want je pensioen verhuizen kan alleen als beide pensioenfondsen een dekkingsgraad van minstens 100 procent hebben. Dat hebben de meeste fondsen nu niet, dus ze zetten je in de wacht. Maar je oude pensioenfonds moet de mogelijkheid geven om een deel van je ouderdomspensioen om te zetten in een nabestaandenpensioen. Informeer in ieder geval bij je pensioenfonds hoe je nabestaandenpensioen ervoor staat. ‘Dit is ook belangrijk voor zzp’ers’, zegt Van den Bedem. ‘Voor hen is een overlijdensrisicoverzekering een goede oplossing. Dan krijgt je partner een uitkering als jij overlijdt, of andersom.’ Afhankelijk van je leeftijd en het verzekerde bedrag kost een overlijdensrisicoverzekering een paar tientjes per maand.
VRAAG 3: Heb ik genoeg pensioen?
‘Daar gaat een vraag aan vooraf. Hoeveel heb je nodig?’ zegt Van den Bedem. Gaat nu je hele salaris elke maand op? Dan heb je straks waarschijnlijk niet genoeg pensioen, want pensioen is altijd minder dan je salaris. Maar het kan best zijn dat je straks minder geld nodig hebt. ‘Misschien heb je een huis met een hypotheek die je in dertig jaar aflost’, zegt Van den Bedem. Veel mensen zijn wel 30 procent of meer van hun inkomen kwijt aan woonlasten. Als de woonlasten wegvallen, kun je met minder inkomen toe. Of misschien ben je nu nog veel geld kwijt aan je kinderen en staan zij op eigen benen tegen de tijd dat je met pensioen gaat.
Vraag je af hoe je leven eruitziet als je met pensioen gaat en welke uitgaven daarbij horen. Ziet het er niet naar uit dat er allerlei kostenposten wegvallen? Probeer dan eens twee maanden rond te komen van het bedrag waarvan je na je pensioen moet leven. Als dat goed lukt, hoef je niet meer na te denken over je pensioen.
VRAAG 4: Hoe krijg ik meer pensioen?
De meeste mensen krijgen het benauwd als ze proberen rond te komen van het bedrag dat ze straks als gepensioneerde gaan ontvangen. Ze hebben meer nodig. Hoe doe je dat? ‘Kijk of het lukt om elke maand geld over te houden en zet dat apart’, adviseert Van den Bedem. ‘Het is het makkelijkst om elke maand automatisch een vast bedrag over te maken naar een spaarrekening.’ Je kunt dat geld op een spaarrekening laten staan. Dat is veilig, maar je krijgt vrijwel geen rente. ‘Soms kun je ook bijsparen bij je pensioenfonds of een lijfrenteverzekering afsluiten’, zegt Van den Bedem. Of dat kan hangt af van het pensioenfonds en van fiscale regels, dus informeer bij je pensioenfonds of werkgever. Beleggen is ook een mogelijkheid. (Zie vraag 7: Beleggen, is dat een goed idee?)
VRAAG 5: Waarom lever ik zoveel pensioen in als ik eerder wil stoppen?
Zodra je stopt met werken, betaal je geen pensioenpremie meer. Dat scheelt sowieso al veel geld. Van den Bedem maakt een globale berekening. Iemand die bijvoorbeeld € 50.000 per jaar verdient, bouwt in dertig jaar tijd een pensioenkapitaal op dat na pensionering jaarlijks € 20.000 pensioen oplevert. Als deze werknemer één jaar eerder stopt, gaat zijn jaarlijkse pensioenuitkering met € 650 omlaag. Als hij vijf jaar eerder stopt en dus geen premie meer inlegt, gaat zijn jaarlijkse pensioenuitkering met € 3.250 omlaag. Dat is wat er gebeurt als hij het pensioen niet laat uitkeren. Als hij zijn pensioen wel laat uitkeren zodra hij stopt met werken, levert hij zomaar zo’n 40 procent van zijn pensioen in. Omdat hij minder inlegt, omdat zijn pensioenuitkering over een langere periode wordt uitbetaald én omdat zijn pensioenaanspraken minder lang kunnen renderen. Van den Bedem: ‘Bij elkaar hebben die drie componenten een enorm effect.’
VRAAG 6: Is het slim om je hypotheek af te lossen?
Met een afgeloste hypotheek heb je bijna geen woonlasten meer. Als je bang bent dat je straks niet kunt rondkomen van je pensioen, is dat een goed idee. Hoe lager je lasten, hoe minder inkomen je nodig hebt. ‘Het is zeker iets om over na te denken, maar ga niet zonder meer aflossen’, waarschuwt Van den Bedem. ‘Straks zit je geld in je huis. Wat doe je dan als je geld nodig hebt, bijvoorbeeld om je pensioeninkomen aan te vullen?’ Dan kun je je huis verkopen en goedkoper gaan wonen. Als je dat niet wilt, kom je terecht bij een opeethypotheek, wat lang niet altijd een fijne oplossing is. Of je neemt een hypotheek om aan geld te komen. Maar: ‘Als je een hypotheek wilt, toetst de bank je inkomen. Als dat niet voldoende is, krijg je geen hypotheek.’
VRAAG 7: Beleggen, is dat een goed idee?
Beleggen levert op lange termijn meer op dan sparen, maar het brengt ook meer risico’s met zich mee. Neem de coronacrisis. Alleen al in de eerste weken dat het virus in Europa en de Verenigde Staten rondwaarde, zagen heel wat beleggers hun aandelen zomaar 40 procent in waarde dalen. ‘En stel dat je dat geld op dat moment nodig had’, zegt Van den Bedem. ‘De ervaring leert dat het wel vier of vijf jaar kan duren voordat de aandelen weer terug zijn op het niveau van vóór de crisis.’ Beleggen lijkt dan ook alleen een goed idee voor mensen die geen slapeloze nachten krijgen van een crisis en die de rust hebben om te wachten tot de storm voorbij is. En die een lange horizon hebben. Dertigers en veertigers hebben een lange horizon, vijftigers vaak ook nog. Maar als je ouder bent? ‘Heb je al je geld ineens nodig als je met pensioen gaat, of maar een deel?’ vraagt Van den Bedem. ‘Als je in de eerste jaren bijvoorbeeld maar 30 procent nodig hebt, heb je voor de overige 70 procent nog wel een langere horizon. Je kunt daar een plan voor maken en je aandelen in stapjes afbouwen.’ Wat ook helpt is om minder risico te nemen naarmate je ouder wordt. Als je belegt kun je aanvinken of je offensief, neutraal of defensief wilt beleggen. We raden aan: hoe ouder je bent, hoe defensiever je portefeuille, dus met zo min mogelijk risico. Verschillende pensioen- en verzekeringsproducten, ook voor zzp’ers, bieden life cycle beleggen aan. Dan heb je als dertiger misschien wel 100 procent aandelen, maar op je 55ste nog maar 45 procent en is de rest van je geld op een veiliger manier belegd.
VRAAG 8: Hoe komt een zzp’er aan pensioen?
Werknemers bouwen bijna altijd vanzelf pensioen op via hun werkgever. Zzp’ers bouwen nooit vanzelf pensioen op. Als zij niets regelen, hebben ze later alleen AOW. Dat is heel krap. Als zzp’er kun je fiscaalvriendelijk geld opzij zetten voor later. Dat geld zet je op een geblokkeerde bankrekening (dat heet banksparen). Omdat de rente laag is en banksparen weinig oplevert, bestaan er tal van beleggingsvarianten van banksparen. Dan heet het ‘zzp-pensioen’ of ‘beleggingslijfrenteverzekering’. Dit kan bij verzekeraars en banken of bij aanbieders als BrandNewDay of Bright. Ook hier kun je kiezen voor life cycle beleggen. (Zie ook vraag 7: Beleggen, is dat een goed idee?) Als je met pensioen gaat, moet je van het bij elkaar gespaarde of belegde bedrag een lijfrenteuitkering kopen. Het geld dat je inlegt mag je aftrekken van de belasting, over de uitkeringen betaal je belasting. Het voordeel van op deze manier sparen voor je pensioen is dat het geld vaststaat en dat je er eigenlijk niet meer naar om hoeft te kijken. En dan is er natuurlijk ook nog het fiscale voordeel: je inleg is aftrekbaar. Het nadeel is dat je tot je pensioen niet over dat geld kunt beschikken. Daarom is het meestal verstandiger om niet alleen fiscaalvriendelijk geld opzij te zetten voor je pensioen, maar ook gewoon zelf te sparen. En misschien een beetje te beleggen, voor wie dat na de coronacrisis nog durft.
VRAAG 9: Blijven werken, kan dat ook?
Zzp’ers kunnen dat sowieso. Maar ook voor werknemers zijn er genoeg mogelijkheden. Blijven werken is misschien wel de beste manier om een hoger (pensioen)inkomen te krijgen. Investeer in jezelf, in je gezondheid, in je kennis. Werk je in een zwaar beroep? Overleg ruim voordat het te zwaar wordt met je werkgever over mogelijke alternatieven in het bedrijf.
S.P Suijkerbuijk
27-06-2020 om 08:43Mijun ervaring is ben nu a.s December officieel 2 jaar met pensioen.
Voorheen 39 jaar en 10 mnd bij Postnl gewerkt.Dus net niet de 40 jaar.
Scheelde hun weer een bonus.
Moest met vervroegd pensioen.Veel ex collega,s werden niet goed voorgelicht vind ik
Zat zelf in de Ondernemingsraad was regelmatig lastig,wist te veel.