Wel en wee van een nieuwe knie

Joke Boon had een ernstig versleten knie. Haar werd aangeraden een operatie zo lang mogelijk uit te stellen. Tot het niet langer kon en ze een nieuwe knie kreeg. Daarna moest ze revalideren en dat viel bepaald niet mee. ‘Toch weet ik dat het helemaal goed gaat komen tussen mij en mijn nieuwe knie.’

Knie illustratie

Ik herinner me oom Karel, de oom van mijn vriendin Caroline. Hij had twee nieuwe knieën en fietste daarmee gewoon door de Middenstreek op Schiermonnik­oog. Ik keek hem na als hij voorbijfietste en vond het een wonder: nieuwe knieën. Medio augustus kreeg ik zelf een nieuwe knie. Al jaren was die knie ernstig versleten. Na een skiongeluk en drie operaties in het verleden was hij inmiddels toe aan vervanging. In de loop der jaren was ik steeds slechter gaan lopen en had steeds vaker pijn. Tien jaar geleden ging ik al naar een privékliniek, waar een arts me meteen wilde opereren, daarna bezocht ik voor een second opinion een orthopeed in een ziekenhuis. Die raadde me aan zo lang mogelijk te wachten, omdat zo’n prothese een beperkte levensduur heeft en ik nog (te) jong was. Zodoende wachtte ik tien jaar en nu was het zover. Ik kreeg een totale knieprothese.

Pijn na de operatie

Ik was er niet op voorbereid dat een nieuwe knie zo ontzettend veel pijn zou doen. Had ik niet geluisterd toen de orthopeed het mij vertelde? En kun je dat eigenlijk wel: je voorbereiden op pijn? Ik had dat nooit zo gehoord van mensen om me heen die ooit een nieuwe knie kregen. Of had ik ook daar niet naar geluisterd? Toen vond ik op Facebook een aantal kniegroepen waarin lotgenoten elkaar steunen met raad en daad. Daar blijkt bijna iedereen behoorlijk veel pijn en hinder te ervaren in de periode na de operatie.

Inmiddels ben ik zes weken verder en is de pijn onder controle te houden met paracetamol, op tijd rusten en een icepack. En het is een andere pijn dan de pijn die ik jarenlang had. Ik oefen veel en loop braaf mijn rondjes die ik steeds groter maak. Mijn nieuwe knie gaat steeds meer als die van mezelf voelen, hij voelt stevig en ik weet dat het helemaal goed gaat komen tussen ons. Het inspireerde me om op onderzoek te gaan naar het wel en wee van een nieuwe knie.

Hoe zwaarder een knie wordt belast door overgewicht, hoe sneller het kraakbeen wordt aangetast

Wanneer heb je een kunstknie nodig?

Het kniegewricht bestaat uit twee botdelen die precies op elkaar passen: het bovenbeen (dijbeen) en het onderbeen (scheenbeen). Daarnaast vormen ook de knieschijf en het bovenbeen een gewricht. De uiteinden daarvan zijn bedekt met een laag kraakbeen, zodat ze soepel en pijnloos over elkaar kunnen bewegen. Naarmate we ouder worden kan het kraakbeen langzaam gaan slijten (dunner worden) en soms zelfs helemaal wegslijten.

De botuiteinden worden dan ruw en gaan langs elkaar schuren, waardoor de knie minder goed kan bewegen, dikker en pijnlijk wordt. Dit heet artrose. Hoe meer het kraakbeen slijt, hoe erger de klachten meestal worden. Zoals pijn, zwelling en slechter bewegen. Soms voelt de knie daarbij instabiel aan. Ook door reuma, een ongeval of een afwijkende stand van de benen kan beschadiging en slijtage in de knie ontstaan.

In 60 procent van alle gevallen zijn het vrouwen die een nieuwe knie krijgen. Waarom het vaker vrouwen zijn dan mannen, is onbekend. Wel is bekend dat hoe zwaarder een knie wordt belast, hoe sneller het kraakbeen wordt aangetast. Overgewicht zet het kraakbeen onder druk, net als intensieve sporten zoals hardlopen en voetballen, en zware lichamelijke beroepen. Bewegen is overigens wel goed voor het soepel houden van het kniegewricht: het masseert het kraakbeen. Ook met een versleten knie is het goed om in beweging te blijven.

Als na een bezoek aan de arts (orthopeed) en uit de klachten en röntgenfoto blijkt dat er duidelijke slijtage is, kom je in aanmerking voor een nieuwe knie. Die klachten zijn divers: van ’s nachts wakker worden van de pijn, veel pijnstillers moeten slikken en moeilijker kunnen lopen en fietsen. Op een gegeven moment denk je: dit gaat zo niet langer.

Hoe oud is de patiënt en hoelang overleeft de nieuwe knie?

In Nederland worden per jaar zo’n 20.000 nieuwe knieën geplaatst. De gemiddelde leeftijd van de patiënt is zeventig jaar. Is iemand in een goede algehele conditie, dan is er eigenlijk geen bovengrens wat betreft de leeftijd voor een nieuwe knie. Er is ook geen minimumleeftijd voor een knieprothese. Wel wordt geprobeerd om het bij jongere mensen zo lang mogelijk uit te stellen, omdat een jonger iemand meestal veel actiever is en een langere levensverwachting heeft. De prothese moet dus langere tijd functioneren, én intensiever. De overlevingsduur van een knieprothese is bij verstandig gebruik meer dan vijftien jaar of zelfs langer, afhankelijk van je lichaamsgewicht en hoe actief je bent.

Knieprotheses zijn zo ontworpen dat ze zo veel mogelijk het natuurlijke kniegewricht nabootsen. De prothese moet het mogelijk maken om te lopen, te rennen en te buigen. Zo’n prothese moet duurzaam zijn en niet snel slijten. De kunstknie kan eventueel opnieuw worden vervangen. Dat heet revisie en is een grote operatie.

Twee soorten knieprotheses

Totale knieprothese (TKP)
Het doel van een totale knieprothese is pijn verminderen, de functie van de knie te verbeteren en iemand weer mobiel(er) te maken.
Bij een totale knieprothese worden de beschadigde uiteinden van het dijbeen, het scheenbeen en soms ook de achter­kant van de knieschijf vervangen. Deze botoppervlakken worden operatief verwijderd en vervangen door kunstmatige onderdelen die zijn gemaakt van een combinatie van metaal en plastic. Hiermee wordt een kunstmatig gewricht gecreëerd. Het metalen gedeelte wordt meestal geplaatst op het uiteinde van de het dij- en scheenbeen, het plastic gedeelte fungeert als een glad oppervlak dat tussen de metalen delen beweegt. Dit zorgt voor soepele bewegingen. De metalen delen aan onder- en bovenbeen worden bevestigd met speciaal botcement.

Halve knieprothese HKP)
Een halve knieprothese wordt toegepast als een deel van de knie is aangetast. Dan wordt alleen dat aangetaste deel vervangen, waardoor er meer natuurlijk weefsel van de knie behouden blijft. Dit kan zorgen voor een meer natuurlijk gevoel in het kniegewricht na de operatie.

Niet meer knielen en hurken

Met een kunstknie kun je niet knielen en hurken: de druk die dan ontstaat op onderdelen van de prothese, is niet goed voor de levensduur ervan.
Een nieuwe knie geeft beperkingen: je voelt (anders dan bij een nieuwe heup) dat het een kunstgewricht is, kunt de metalen delen over elkaar voelen klikken bij beweging. Ook kan het buigen en strekken tegenvallen, én de knie blijft gevoeliger. Minder dan 10 procent van de mensen met een nieuwe knie zegt dat deze aanvoelt als een natuurlijke knie.

Minder dan 10 procent geeft aan dat een nieuwe knie aanvoelt als een eigen, natuurlijke knie

Bereid je voor

Het is verstandig om al voordat je een nieuwe knie krijgt contact op te nemen met een fysiotherapeut. Deze kan spierversterkende oefeningen geven, waardoor je zo goed mogelijk de operatie ingaat. Ook kun je alvast oefenen met op krukken lopen. Na de operatie bezoekt de fysiotherapeut je aan huis totdat je naar de praktijk kunt komen. Na een operatie is gemiddeld 3-6 maanden fysiotherapie nodig, maar dit kan uitlopen tot een jaar.

Vanaf een dag voor de operatie moet je je wassen met een speciale desinfecterende wasgel en desinfecterende neusgel, en tot vijf dagen na de operatie moet je een mondspoeling gebruiken. Ook moeten bed en kleding worden verschoond. Dit alles om te voorkomen dat bacteriën op de huid een infectie veroorzaken.

En dan … de operatie

Afhankelijk van waar je wordt geopereerd, sta je meestal een tijdje op een wachtlijst. Die kan langer of korter zijn; privéklinieken kennen meestal een kortere wachttijd. Voor de operatie moet je nuchter zijn, dus een flink aantal uren ervoor mag je niets meer eten en alleen kleine beetjes water drinken.

Je hebt al eerder in overleg gekozen voor een ruggenprik of algehele narcose. Krijg je een ruggenprik, dan kun je daarnaast een roesje krijgen waardoor je niets van de operatie merkt. De huid wordt na de operatie dichtgeniet en op de wond komt een drukverband dat er de volgende dag afgaat. De waterafstotende pleister eronder blijft een week zitten.

Op de dag van de operatie begint de revalidatie al. Je mag meteen volledig op het geopereerde been steunen, wat uiteraard best even eng is. Met hulp van een fysiotherapeut ga je meteen belast lopen, en in en uit bed komen met behulp van krukken. Moet je thuis trappenlopen, dan oefen je dat in het ziekenhuis. Als je goed kunt buigen (zo’n 90 graden) en strekken en geen complicaties hebt, ga je na één nacht naar huis. Je krijgt recepten mee voor pijnstilling en bloedverdunners vanwege de verhoogde kans op trombose.

Hoe het verderging

Als twee weken na mijn knieoperatie de nietjes worden verwijderd, tref ik een aardige doktersassistente die mij meteen geruststelt. ‘Het doet geen pijn hoor, het kietelt een beetje; ik heb het zelf ook meegemaakt.’ Wat blijkt: Ilse Sijmons (57), die al vijftien jaar werkt op de polikliniek orthopedie van het OLVG in Amsterdam, kreeg een paar maanden geleden zelf een halve knieprothese.

Ze vertelt: ‘Ik had al twee jaar pijnklachten aan de binnenzijde van mijn rechterknie. Ik heb de operatie lang uitgesteld. Wel heb ik een injectie met pijnstillers en ontstekingsremmers laten zetten, maar daar heb ik helaas geen baat bij gehad. Ik had volledige slijtage aan de binnenkant. De buitenzijde was nog helemaal intact, daarom kwam ik in aanmerking voor een halve knieprothese.

De eerste twee weken vielen enorm tegen, ik had veel pijn en was emotioneel. Je kunt niets en bent ontzettend afhankelijk van hulp. Toen de agraves (nietjes) eruit gingen, gaf dat verlichting. Na drie weken kon ik met één kruk overweg en ging het langzaamaan steeds beter. Voor mijn werk is het een voordeel: ik weet nu nog beter wat iemand te wachten staat en kan dit delen met de patiënt. Vóór de operatie kon ik bijna niet meer lopen en had ik veel pijn. Een paar weken erna ben ik vanuit huis gaan werken, dat gaf afleiding.

Na zes weken ben ik de ochtenden weer op locatie gaan werken. Inmiddels gaat het goed, ik ben nu vier maanden verder en kan weer bijna alles. Trap­lopen blijft nog erg pijnlijk, maar ik moet geduld hebben, zegt de orthopeed. Volledig buigen kan ik nog niet, maar ik kan wel weer sporten. De knie is ook nog steeds gauw dik maar dat komt door de belasting en is een normale reactie.’

‘Ik heb die nieuwe knie te lang uitgesteld volgens de fysiotherapeut’

Margriet van der Haagen (64) kreeg een totale knieprothese. ‘Het verhaal van mijn nieuwe knie kent een lange geschiedenis. Toen ik 27 was ging ik skiën en verdraaide daarbij mijn knie. Er was toen nog geen MRI-techniek, dus dat ik mijn kruisband had gescheurd, werd niet opgemerkt. Ik heb jaren zonder juiste behandeling doorgelopen. Ik had veel pijn en problemen met lopen. Op advies van de fysiotherapeut ging ik uiteindelijk naar de orthopeed. Ik was toen 52 en die vond me te jong voor een nieuwe knie. Zodoende heb ik nog jaren voortgetobd.

Mijn andere knie ging ook opspelen, maar mijn man werd ernstig ziek, waardoor ik een operatie opnieuw uitstelde. Een tijdje nadat hij was overleden, heb ik me laten opereren. Dat was inmiddels urgent, want ik kon nog amper lopen. Dat is nu drieënhalf jaar geleden. Ik heb een volledige nieuwe knie en knieschijf gekregen, het gebeurde in een kliniek. Ik heb lang gedaan over de revalidatie. Het duurde wel een jaar voordat ik voor mijn gevoel niet meer voorzichtig hoefde te zijn en geen pijn meer had. In het begin hoorde ik vooral verhalen over hoe snel andere mensen wel niet revalideerden met een knieprothese. ‘Sommige klachten blijven, zoals niet kunnen knielen of hurken’

Ik kreeg fysiotherapie aan huis en vond het verschrikkelijk pijn doen. Ik vond dat het pijnaspect wel gebagatelliseerd werd. Ik kon amper slapen van de pijn en de eerste zes weken alleen op mijn rug slapen. De fysiotherapeut vertelde dat de ene patiënt veel meer pijn heeft dan de andere. Mijn knie werd dik als ik te veel had gedaan. Ook kon ik dan niet goed op dat been steunen, zo’n pijn deed dat. Als mijn knie dik werd pakte ik mijn krukken er weer bij. De fysiotherapeut zei dat ik die nieuwe knie te lang had uitgesteld.

Omdat ik nog amper kon lopen had ik nauwelijks spierkracht meer. Dat kan natuurlijk ook het verschil uitmaken met de positieve uitzonderingen die je hoort. Ik ga nog steeds vooruit, maar sommige klachten zullen blijven: ik kan niet meer op mijn knieën zitten, met zwemmen voel ik het ijzer (van de prothese, red.) als ik de schoolslag doe, tijdens yoga kan ik sommige oefeningen niet meer uitvoeren, en mijn knie voelt vreemd aan – het is geen pijn, maar een soort blijvende stijfheid.’

Lees meer over: Gezond lijf en Ouder worden

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu