Onzin over seks
Seks heeft veel minder te maken met voortplanting dan met plezier, zegt arts-seksuoloog Rik van Lunsen. En nog eens wat: dat vrouwen minder vaak zin in seks zouden hebben is een mythe. ‘Je hebt geen zin nodig voor seks, maar je hebt wél plezierige seks nodig voor zin.’
RIK VAN LUNSEN (1951) is arts-seksuoloog. Hij gaf jarenlang leiding aan de afdeling seksuologie van Amsterdam UMC. Samen met collega Ellen Laan (1962-2022) schreef hij – naast vele wetenschappelijke artikelen – de boeken Seks! Een leven lang leren (2017) en De waarheid over seks (2023).
Het zal je misschien niet zijn ontgaan: afgelopen voorjaar brak er enig tumult uit vanwege de Week van de Lentekriebels, een project op basisscholen van expertisecentrum Rutgers en de GGD. Hierin kregen leerlingen op een bij hun leeftijd passend niveau les over weerbaarheid, relaties en seksualiteit.
‘Na twintig jaar gezeur van collega Ellen Laan en mij ging het dit jaar voor het eerst ook over seksueel plezier’, vertelt seksuoloog Rik van Lunsen, thuis aan de eettafel. ‘Tot nu toe draaide het in de voorlichting vooral over wat ik altijd rampenbestrijding noem: pas op voor ongewenste zwangerschap, voor seksueel overdraagbare aandoeningen en voor enge mannen. Daar krijg je toch geen prettige associaties bij? Terwijl het bij seks in de eerste plaats om plezier gaat. Bij het thema ‘Wat vind ik fijn?’ kwam dit jaar eindelijk ook plezier aan de orde en toen kreeg de organisatie meteen de kous op de kop. Dat ging via een grotendeels vanuit Forumkringen opgezette, maanden van tevoren bedachte campagne, bedoeld om onrust te zaaien. Het sloeg helemaal nergens op.’
‘Vrouwen raken niet minder snel opgewonden, dat is ze aangepraat en ze zijn het zelf gaan geloven’
Van Lunsen schudt in ongeloof zijn hoofd. Dat het bij seks alleen om plezier gaat is een van de centrale uitgangspunten van zijn dit voorjaar verschenen boek De waarheid over seks. Het boek bevat het gedachtegoed van Van Lunsen en collega-seksuoloog en vriendin Ellen Laan, die vanwege haar ziekte helaas niet meer aan het schrijven toekwam. ‘Een paar maanden voor haar dood in 2022 zei Ellen: ‘Ik wil qua werk nog één ding: dat het boek dat we hebben bedacht er toch gaat komen.’ Dat heb ik haar toen beloofd. Ik heb het geschreven, maar het voelt echt als een boek van ons beiden, omdat het een neerslag is van alles wat we hebben gedacht en geschreven over seksualiteit. We hebben meer dan 25 jaar samengewerkt. Van het begin af aan deelden we eenzelfde gedrevenheid om de seksuele gezondheid van mensen van alle genders te verbeteren door een einde te maken aan alle onzin, mythes en indoctrinaties waar we als mensen mee zitten.’
En dat zijn er genoeg. Zo is seks beslist niet alleen op de voortplanting gericht, zoals (kerkelijke) instituties ons eeuwenlang hebben willen laten geloven, vooral om de vrouwelijke seksualiteit te beteugelen. En dan komen we op een van de stokpaardjes van Van Lunsen en Laan: op seksueel gebied verschillen mannen en vrouwen biologisch niet of nauwelijks van elkaar. ‘Er is één belangrijk verschil tussen mannen en vrouwen, en dat zijn de voortplantingsorganen en hun taak in de voortplanting’, aldus Van Lunsen. ‘Alleen als je denkt dat seksualiteit in het teken staat van de voortplanting zijn er seksuele verschillen tussen de genders. Maar al sinds de oudheid weten we dat mensen vooral seks voor hun plezier hebben en dat de meerderheid van de menselijke seksuele handelingen niks te maken heeft met de voortplanting. Seks is voor de lust bedoeld. Pijn hoort er dus nooit bij: doe het met plezier of doe het niet.’
Hoe weet je dat mannen en vrouwen niet van elkaar verschillen in hun vermogen om seksueel plezier te ervaren?
‘Omdat je in ons sekslab, waar we onderzoek doen, geen verschil tussen de genders ziet in het reageren op seksuele prikkels. Die reactie is er voor iedereen binnen een tiende seconde. Vrouwen zijn net zulke seksuele wezens als mannen. Het clitoraal complex, zoals wij dat noemen, is géén minuscuul speldenknopje waarnaar moeizaam gezocht moet worden, maar een imposant zwellichaam, dat goed te vergelijken is met de penis.’
Waarom is het belangrijk om dat te weten?
‘Omdat het duidelijk maakt dat alle genders dezelfde seksuele capaciteiten hebben. En dat het dus een kwestie is van kiezen of je daarvan gebruikmaakt. Vrouwen kunnen ervoor kiezen om er even veel of even weinig gebruik van te maken als mannen. Het is niet biologisch zo dat vrouwen minder zin hebben in seks of minder snel opgewonden raken, en andere zaken die vrouwen zijn aangepraat en die ze zelf zijn gaan geloven. Wat je ook moet weten is dat zin in seks niet uit de lucht komt vallen. Een tijd geleden las je in tijdschriften: vrouwen hebben nu eenmaal minder zin dan mannen en dus moeten ze het maar maken. Vreselijk. Zin kun je niet maken. Je kunt het wel krijgen. Zin is het gevolg ergens van.’
Hoe krijg je zin?
‘Zin ontstaat door de juiste prikkels, het creëren van de juiste omstandigheden én de verwachting dat het tot iets leuks zal leiden. Je blijft alleen zin in seks houden als je weet dat die zin doorgaans leidt tot iets dat leuk, lekker en plezierig is. Je hebt geen zin nodig voor seks, maar je hebt wél lekkere en plezierige seks nodig voor zin. Bij vrouwen gaat het daar vaak mis, omdat er al eeuwenlang vooral wordt gevrijd op een manier die door mannen gedefinieerd is. Als voor vrouwen de prikkel is dat haar man zegt: ik heb zin om te vrijen, is dat niet genoeg om zin te krijgen.’
Vandaar dus dat plezier zo belangrijk is.
‘Voor alle duidelijkheid: plezier hoeft niet altijd een orgasme te zijn. Maar vraag aan je vriendinnen: wat heb je liever: een leuke vrijpartij mé of zonder orgasme? Dan kiezen ze voor het eerste, denk ik. Toch nemen veel vrouwen om allerlei redenen met minder genoegen: om hun partner tevreden te houden of omdat ze denken dat het zo hoort. Op die manier ontstaat er een ongelijkheid in het ervaren van plezier die steeds groter wordt. Wij hebben het daarom liever over een ‘plezierkloof’ dan een ‘orgasmekloof’. Op een gegeven moment is het zo dat het lijkt alsof de één altijd zin heeft en de ander nooit. Dat is geen biologisch gegeven, maar de uitkomst van een situatie die steeds verder de verkeerde kant op is gegaan.’
Gendergelijkheid is een voorwaarde voor seksueel plezier, zeggen jullie. Daarom is het een goed teken dat er nu ook mannen op jullie spreekuur komen die geen zin hebben. Hoe zit dat?
‘Vrouwen worden autonomer op allerlei gebied, ook seksueel. Een gevolg daarvan kan zijn dat de klassieke rolverdeling wordt omgedraaid: zij wil vaker seks dan hij. Zij heeft dan de regie, maar als je samen een film maakt, moet je dat samen doen. Dat mannen altijd maar zin hebben is trouwens ook zo’n mythe die niet klopt. Ook mannen hebben regelmatig seks terwijl ze eigenlijk geen zin hebben. Ze hebben dan het gevoel dat ze toch een prestatie moeten leveren. Ik ben niet zo’n man die zegt: mannen zijn zielig, ze mogen tegenwoordig ook niks meer. Dat is onzin. Mannen zijn net als vrouwen onzeker, maar konden dat tot voorheen vaak goed bedekken door te doen alsof het tegendeel het geval was. Dat lukt nu minder. Dat is alleen maar goed. Het zal zich op den duur wel uitbalanceren. Bovendien denk ik dat het aan elkaar tonen van onzekerheden een belangrijk ingrediënt is om de gewenste gelijkwaardigheid te bereiken. En daarmee een beter seksleven. Wat ook weer goed is, want onderzoek laat zien dat mensen met een plezierig seksleven gezonder blijven en langer leven.’
Dit voorjaar verscheen er een onderzoek van het CBS waarin werd gesteld dat Nederlanders in vergelijking met 2014 minder zijn gaan vrijen. Met name jongeren tussen de 16 en 25 jaar zouden het laten afweten, schijnt het. De 75-plussers daarentegen zijn als enige groep juist seksueel actiever geworden.
‘Wat het CBS er niet bij vertelt, is dat jongeren het nu met meer plezier doen. Het is niet de kwantiteit die telt, maar de kwaliteit. En voor wat de ouderen betreft: mensen die een plezierig seksleven hebben gehad, blijven langer seksueel actief. Waarom ook niet? Vroeger was het vaker zo dat vrouwen blij waren als ze in de overgang kwamen, want dan ‘hoefde’ het niet meer. Dan waren zogenaamd hun eierstokken dood en was hun vagina kurkdroog. Dat is weer zo’n verhaaltje. Na de overgang is de vagina inderdaad droger – als de vrouw niet opgewonden is. Een goed opgewonden vrouw wordt bij het vrijen net zo nat als toen ze twintig was.’
Hoe zit dat bij mannen van die leeftijd?
‘Zij hebben ook meer prikkels nodig dan toen ze jong waren. Het duurt misschien iets langer voordat hun penis hard wordt, maar wat geeft dat: hoe langer een vrijpartij duurt, hoe leuker toch? Mannen maken zich heel snel zorgen als hun penis ineens niet meer op commando five feet long and as hard as steel wordt. De overgrote meerderheid van de 55-plus mannen met een erectieprobleem heeft geen lichamelijk probleem. Ze zouden zelfs geen erectieprobleem hoeven te hebben als ze meer aandacht zouden besteden aan waarmee ze seksueel bezig zijn in plaats van aan de staat van hun erectie.’
Was je eigenlijk verbaasd over de commotie rond de Week van de Lentekriebels?
‘Nee, ik moest erom lachen, eerlijk gezegd. Het zijn de laatste stuiptrekkingen van een patriarchaat dat zijn macht aan het verliezen is. Bij Rutgers waren ze geschrokken, maar ze gaan als ze de kans krijgen gelukkig op de ingeslagen weg voort. In dit vak moet je een lange adem hebben. Een van mijn lijfspreuken is: Frappez, frappez toujours – ga door met het herhalen van je punt. We kunnen niet in een paar jaar tijd duizenden jaren patriarchaat omverwerpen. Wat me goed doet is dat nu ook jongere mensen de boodschap van Ellen en mij verkondigen. Ik ben heel blij met Joy Delima, de sekscolumniste van Volkskrant Magazine, en de Sekszusjes. Het moment nadert dat ik met een gerust hart kan stoppen als hemelbestormer.’
E. Beumer
25-08-2023 om 10:00En zo is het!👌