Kruidentuin van 1 m2

Wil je een kruidentuintje? Doe vooral niet moeilijk. Houd het klein, laat die lastige mierikswortel achterwege en ga voor makkelijke meerjarigen als tijm en rozemarijn. Doen het ook prima op het balkon en de vensterbank. 

Telkens wanneer ik in de supermarkt van die gezellige potjes met basilicum en koriander zie, neem ik me voor een kruidentuin aan te leggen. In gedachten stel ik me voor hoe ik op een zonnige zomerochtend langs al die geurige smaakmakers loop. Aan mijn arm bungelt een pittoresk mandje waar ik, als er gebakken vis op het menu staat, een handjevol dille in leg. Eten we daar een Griekse salade bij, dan pluk ik nog wat oregano, knoflook, koriander en tijm. En rozemarijn, want dat is lekker op de gebakken aardappelen.

• 

• 

Een kruidentuin aanleggen, zo moeilijk kan dat toch niet zijn? 

Een kwestie van ruimte vrijmaken, de grond bewerken en kruiden planten, lijkt me. Opgekweekt uit zaad of, nog makkelijker, door plantjes uit kwekerij of supermarkt in de grond te stoppen. Elk jaar neem ik het me voor. En ook al is het er nooit van gekomen, deze keer weet ik het zeker: die kruidentuin, die komt er! Alleen, hoe pak ik het aan?

Eerst maar wat boeken raadplegen om te zien hoe het moet. En dan wordt het verwarrend, want er blijkt van alles mogelijk te zijn. Ben je in het bezit van een landgoed, dan past daar met gemak een kruidentuin in met lange rechte paden en perken die omzoomd worden door elegante buxushaagjes. Is je tuin een stuk kleiner, dan kun je een perk aanleggen. Is daar ook daar geen ruimte voor, dan zet je de kruiden gewoon tussen de planten die er al staan. Dat heeft een extra voordeel: als je bieslook en salie kriskras tussen de rozen en de hortensia’s zet, kun je tegen je vrienden zeggen dat je een ‘potager’ hebt. Klinkt toch een stuk chiquer dan ‘kruidentuintje’.

Kruiden mogen natuurlijk ook in potten. Tijm, bieslook en loopkamille passen zelfs tussen de tegels van het terras. En heb je helemaal geen tuin, dan stop je de plantjes in een bak, mand of pot op het balkon, of binnen op de vensterbank. Kortom, er is een kruidentuin voor iedereen. Nadat ik alle mogelijkheden heb bekeken, kies ik voor een perk, niet al te ver van de keukendeur.

En dan rijst de vraag: welke kruiden wil ik? 

Want, zo lees ik in de boeken, je denkt toch niet dat kruiden alleen in de keuken worden gebruikt? Naast keukenkruiden zijn er medicinale en aromatische kruiden, kruiden voor verf, voor cosmeticaproducten en voor oliën. Goed, dat bewaar ik voor een volgend leven, in dit leven beperk ik me tot keukenkruiden. Nu ik weet wat ik wil, kan ik gaan planten. Daarbij moet ik er aan denken dat het ene kruid veel zon wil en het andere niet. En dat sommige goed tegen droogte kunnen en andere niet. Het beste is om simpel te beginnen. Zoals je na de eerste pianoles niet meteen solliciteert naar een vaste baan bij het Concertgebouworkest, zo moet je bij het aanleggen van een eerste kruidentuin geen mierikswortel en bergamot willen kweken.

Goede kruiden om mee te beginnen, zijn planten die meerjarig zijn en waar je dus jarenlang plezier van hebt zoals bieslook, salie, tijm en rozemarijn. Dat is makkelijker dan eenjarige kruiden zoals basilicum en dille, die in de herfst afsterven en het jaar daarop opnieuw gezaaid of geplant moeten worden. Mijn kruidentuin is er inmiddels. Ik kan het iedereen aanraden, want tegenwoordig leuk ik niet alleen de gebakken vis, de Griekse salade en de aardappels op met kruiden, maar ook het kopje thee en de boterham met kaas. De plantjes groeien zo goed en vragen zo weinig onderhoud, dat ik me af en toe betrap op de gedachte dat een medicinale kruidentuin… of eentje met verfkruiden… of toch liever die aromatische…?