Introversie is geen handicap

De introvert vindt alleen-zijn of kleine groepen mensen prettiger dan grote groepen. Een extravert vindt het prettig om aandacht te krijgen, is sociaal en houdt van nieuwe dingen en situaties. Voor beiden geldt: daar hoeft niks mis mee te zijn.

In 1910 werd voor het eerst over introversie en extraversie gesproken – het was de wereldberoemde psychiater en psycholoog Carl Jung die die namen gaf aan deze persoonlijkheidskenmerken.

Ruim honderd jaar later zijn de labels op zich gemeengoed, maar toch bestaan er nog veel misverstanden over. Introverten worden vaak verlegen genoemd, en met een beetje pech krijgt een extravert het etiket ‘haantje-de-voorste’ of zelfs ‘schreeuwlelijk’ opgeplakt. In werkelijkheid is het natuurlijk allemaal niet zo zwart-wit, en vaak ook simpelweg niet waar.

Introverten zíjn vaak helemaal niet verlegen, dat is echt iets totaal anders. Hoe het ooit door Jung bedacht en gecategoriseerd werd: introversie wordt gekenmerkt door onder andere gereserveerdheid, bedachtzaamheid en een bepaalde mate van het privé houden van emoties. De introvert vindt alleen-zijn of kleine groepen mensen prettiger dan grote groepen. Extraverten vinden het prettig om aandacht te krijgen, zijn sociaal en houden van nieuwe dingen en situaties.

Geschat wordt dat ongeveer een derde van de mensen introvert is. In feite gaat het om de waarde die iemand hecht aan de binnen- of buitenwereld. Voor de extravert heeft de buitenwereld de meeste waarde; zijn bewustzijn is ingesteld op de mensen, feiten en gebeurtenissen om hem heen. Voor de introvert daarentegen gaat het vooral om de binnenwereld, hij is ingesteld op de subjectieve beleving van zaken. Een belangrijk verschil tussen de twee is de manier waarop iemand oplaadt, waar hij energie van krijgt en wat hem energie kost. Heel kort door de bocht: de introvert laadt op door alleen te zijn, of in heel kleine groepjes. De extravert krijgt juist energie van gezelschap.

Bescheidenheid wordt als een deugd gezien, dus krijgen extraverten vaak het stempel ‘arrogant’