Is de zorg in België beter dan in Nederland?

Nederlanders verkiezen soms Belgische zorg boven de Nederlandse. Omdat ze in de buurt van de landsgrens wonen bijvoorbeeld, of omdat sommige wachtlijsten korter zijn. Maar je zou in Gent en Antwerpen ook beter (én vriendelijker) worden behandeld. Reden om op onderzoek uit te gaan.

De boodschap die Meta (64) in 2017 kreeg, was verschrikkelijk. ‘Uw maagkanker blijkt te zijn uitgezaaid naar het buikvlies. Een operatie heeft geen zin meer. We kunnen u niet meer genezen.’ Eén ‘gelukje’ was er wel: in het Antoni van Leeuwenhoek liep net een onderzoek naar een nieuwe operatietechniek. Misschien kon ze daaraan meedoen. ‘Het ging om de zogenoemde HIPEC-behandeling’, vertelt Meta. ‘Dat is een tien uur durende operatie, waarbij niet alleen het kankerweefsel wordt weggehaald, maar je ook verwarmde chemotherapie krijgt in je buikholte.’

Meta greep deze kans met beide handen aan. ‘Maar helaas belandde ik in de controlegroep, die deze behandeling dus niet zou krijgen. Dat kon ik niet accepteren: ik wilde koste wat kost die HIPEC.’ Dat bleek echter niet zo gemakkelijk. Nederlandse ziekenhuizen boden de behandeling vanwege het lopende onderzoek niet aan. ‘Ik vroeg of er een andere weg was, misschien in het buitenland. ‘Daar zitten allemaal cowboys’, kreeg ik te horen van een hautaine arts. Dat kwam goed uit, antwoordde ik, want ik hou wel van countrymuziek.’

Gered in Gent

Meta ging voortvarend te werk, belde haar zorgverzekeraar en belandde voor een second opinion bij het UZ Gent in België. ‘Zij vroegen al mijn medische stukken op en daarna ging ik door een soort ballotage. Had ik niet te veel uitzaaiingen? Kon ik een HIPEC-behandeling aan? Gelukkig mocht ik door. Zij hebben mij echt gered. Het is nu haast zes jaar geleden dat ik mijn laatste chemo kreeg en ik leef nog steeds.’ Bijkomend voordeel was dat de chirurg in Gent nog een deel van haar maag wist te behouden. ‘Dat vond hij belangrijk voor mijn kwaliteit van leven. Het gaat goed met mij, ik hoef nog maar één keer per jaar op controle te komen.’

Zeventien jaar stuntelen

Ook Theo Barkel (55) heeft zijn leven te danken aan zorg in België, vertelt hij. ‘In 1999 kreeg ik op een drukke werkdag een aanval die later als epilepsie bestempeld werd. Daarna is dat nog een aantal keren gebeurd: ik werd duf in mijn hoofd en vervolgens ging het licht uit. Ik voelde het vijf minuten van tevoren aankomen en zocht dan een rustige plek op.’ Hoewel de aanvallen niet vaak voorkwamen, was de psychische impact groot. ‘Het is alsof er continu een donkere wolk boven je hangt. Ik heb ook jarenlang niet auto kunnen rijden.’

Barkel rolde het medisch circuit in, waar hij allerlei verschillende diagnoses kreeg opgeplakt. ‘Van hyperventilatie tot epilepsie en van migraine tot rusteloze benen. Ik ben zelfs ruim twee maanden opgenomen geweest in een epilepsiecentrum. Maar mijn diagnose bleef onduidelijk. Na zeventien jaar gestuntel was ik het zat. Een vriend had uitstekende ervaringen met het UZA in Antwerpen. Ik besloot daarheen te gaan voor een second opinion.’

Het bleken hartproblemen te zijn

Voor Theo ging er een wereld open. ‘Het begon al met de ontvangst: de jonge vrouwelijke neuroloog vroeg hoe het met me ging en zei: ‘U hebt nogal wat meegemaakt, meneer.’ Ik wist niet wat me overkwam: mijn neuroloog in Nederland keek me niet eens aan. Die zat altijd alleen maar naar zijn scherm te staren. Vervolgens zei ze al binnen een kwartier: ‘Maar uw verhaal past niet bij epilepsie, ik denk eerder aan hartproblemen.’’

Na doorverwijzing naar de cardioloog bleek ze gelijk te hebben: Theo had twee verschillende hartritmestoornissen, waarvoor drie ingrepen nodig waren. ‘Daarbij werd ook nog een lekkende hartklep gerepareerd. De specialist zei naderhand tegen me: zonder deze ingrepen had u het eind van het jaar waarschijnlijk niet gered. Dat maakte emotioneel wel veel bij me los. Het eerste jaar hield ik het niet droog bij de specialist.’ Theo schreef zelfs een boek over zijn medische zoektocht: Epilepsie … of niet?.

Dus zijn we beter af in België?

Het lijkt zo klaar als een klontje: de Belgen zijn beter af dan wij als het gaat om zorg. Maar een zoektocht op internet naar de kwaliteit van zorg in beide landen levert toch wisselende antwoorden op. Het blijkt er maar net aan te liggen op welke aspecten van zorg je let en naar welke ranglijst je bekijkt.

Zeker is wel dat de zorg zowel in Nederland als in België internationaal gezien van hoge kwaliteit is. Dat beaamt ook chirurg prof. Nicole Bouvy (Maastricht UMC+). ‘Wat zorgkwaliteit betreft zie ik weinig voor- of nadelen voor patiënten die naar België gaan voor chirurgie’, zegt ze. ‘Een verschil is wel dat er in Nederland volumenormen gelden, dat wil zeggen dat chirurgen een bepaalde ingreep minimaal x keer per jaar moeten doen. Halen ze dat niet, dan mogen ze die behandeling niet meer uitvoeren. Die regel is er om de kwaliteit van de chirurg hoog te houden.’

In België bestaan er geen volumenormen, maar ook zonder zulke regels streeft elke chirurg in elk land natuurlijk naar de beste kwaliteit. Nog een klein verschil is dat er in België meer antibioticaresistentie bestaat dan in Nederland. Dus als je bij een ingreep bijvoorbeeld een wondinfectie oploopt, heb je in België iets meer kans dat die niet goed reageert op antibiotica. Maar de kans op infecties bij een operatie is tegenwoordig gelukkig extreem laag.’

Hoe zit het met de wachtlijsten?

De voornaamste reden waarom patiënten uit haar regio – Limburg – soms naar België gaan, is omdat ze daar sneller terechtkunnen. Bouvy: ‘Dan gaat het altijd om planbare zorg, want op acute zorg hoeven patiënten sowieso niet te wachten. En zelfs voor veel planbare zorg is de wachttijd door logistieke verbeteringen nu vrij kort, bijvoorbeeld voor liesbreuken of verwijdering van de galblaas. Maar voor sommige andere zaken, zoals een nieuwe heup of een littekenbreuk, zijn de wachtlijsten in België korter.’

Zorgverzekeraar CZ, met relatief veel klanten in Zeeland en Noord-Brabant, krijgt ook regelmatig te maken met Nederlanders die naar België gaan. ‘Meestal om medicijnen te halen die hier tijdelijk niet verkrijgbaar zijn’, vertelt woordvoerder Rik van Druten (CZ). ‘Maar ook wel voor behandelingen. Vaak gaat het om mensen uit de grensstreek, voor wie een Belgisch ziekenhuis of andere zorgverlener simpelweg dichterbij is. Daarvoor hebben we ook contracten met Belgische zorgverleners.’ Mensen die verder van de grens wonen, hebben uiteraard andere redenen om naar België te gaan. Bijvoorbeeld vanwege wachtlijsten.

‘Het gebeurt niet zo vaak dat mensen van buiten de grensstreek vanwege wachtlijsten naar België gaan: vorig jaar waren er 25 gevallen. Op het totale aantal is dat peanuts.’ Het UZ Gent, een van de populairste Belgische ziekenhuizen onder Nederlanders, meldt desgevraagd dat 80 procent van de Nederlandse patiënten (jaarlijks ongeveer 4000 patiënten) uit Zeeuws-Vlaanderen komt en 10 procent uit de rest van Zeeland. Dat heeft te maken met de afstand en met de goede samenwerking met het Zeeuwse ZorgSaam, aldus de woordvoerder. De overige 10 procent van de Nederlandse patiënten, die dus niet uit Zeeland komen, bedraagt ongeveer 500 patiënten. De aandoeningen waarmee Nederlanders het vaakst naar Gent komen zijn kanker en orthopedische of urologische klachten.

Over een maagverkleining zijn de Belgen minder streng

Een voorbeeld van niet-vergoede zorg waarvoor Nederlanders regelmatig uitwijken naar België, is een maagverkleining. Die wordt alleen vergoed bij een BMI hoger dan 40, of bij een BMI hoger dan 35 met bijkomende gezondheidsproblemen, zoals diabetes. Mensen die niet zwaar genoeg zijn en geen zin hebben om eerst nóg zwaarder te worden, willen de behandeling soms zelf betalen. Alleen: dat mag niet in Nederland. In België ligt dat anders. In principe gelden er dezelfde regels, maar artsen mogen daar van afwijken als ze het zinnig vinden om iemand met een lagere BMI te opereren. Dat zullen ze uiteraard niet doen als het puur om cosmetische redenen is, want zo’n operatie is geen peulenschil. Maar als mensen met een BMI van bijvoorbeeld 32 er erg onder lijden, dan kunnen ze een uitzondering maken. Hoeveel Nederlanders hiervoor naar België gaan, is onbekend.

Meer operaties, meer complicaties

Chirurg Bouvy herkent dat de criteria om een bepaalde behandeling toe te passen in België vaak wat soepeler zijn. Als voorbeeld noemt ze het weghalen van de galblaas. ‘In Nederland doen we dat 26.000 keer per jaar, maar we zijn er wel heel kritisch op. Met goede redenen, want we zien dat die ingreep bij ruim één op de vijf patiënten geen effect heeft op de klachten. Maar in België wordt je galblaas sowieso verwijderd als de arts met een echo galstenen aantreft. Dat betekent dat er méér mensen een operatie ondergaan, en dat heeft ook weer gevolgen voor het aantal complicaties.’ Orthopedisch chirurg Margot van der Grinten (Erasmus MC) merkt ook dat patiënten in België soms ingrepen ondergaan die in Nederland niet zinvol worden geacht. ‘En af en toe komen ze dan bij ons terug met complicaties of omdat de klachten die ze hadden niet verholpen zijn met de ingreep.’

Hoe zit het met de vruchtbaarheidszorg?

Meer uit de kast halen is ook de reden waarom België een geliefde bestemming is bij Nederlanders met een onvervulde kinderwens. Naar schatting reizen jaarlijks duizenden Nederlanders naar de zuiderburen voor vruchtbaarheidszorg. ‘Mijn indruk is dat het deze mensen meestal gaat om extra onderzoek, bijvoorbeeld van de baarmoeder of van zaadcellen, en om extra behandelopties’, vertelt José Knijnenburg van patiënten­vereniging Freya. ‘Als hier twee ivf-pogingen mislukt zijn, dan willen mensen de derde keer niet weer precies hetzelfde doen. In België wordt meer naar de personen gekeken in plaats van naar behandelprotocollen.’

Een ander verschil is de leeftijdsgrens: na je 42ste kun je in Nederland geen ivf-behandeling meer krijgen. ‘In België speelt leeftijd zeker ook een rol, maar de grens is minder hard. Behandelaars kijken daar naar de vrouw zelf: hoe zit het met haar eicelreserve en hormoonspiegels?’ Verder krijgen stellen in Nederland maximaal drie ivf-pogingen vergoed vanuit de basiszorgverzekering. Zelf betalen voor extra pogingen is veelal niet mogelijk in Nederlandse zieken­huizen; vaak wel in zelf­standige behandelcentra. In Belgische ziekenhuizen kun je, als je geld genoeg hebt, wel terecht voor extra ivf-pogingen.

Maar raadt Freya mensen met een onvervulde kinderwens aan om naar België te gaan? ‘Wij vinden dat de zorg in Nederland gewoon goed moet zijn’, antwoordt ze. ‘En dat is in principe ook zo: het slagingspercentage bij de eerste ivf-pogingen is hier net zo hoog als in België. Het heeft dus geen zin om direct al naar België te gaan. Het ontbreekt in Nederland alleen aan gepersonaliseerde zorg, persoonlijke aandacht en tijd in de spreekkamer. Nederlandse zorg is vooral gericht op doelmatigheid en als je iets anders wilt dan de standaardbehandeling, dan wordt het ingewikkeld. Dan kan België een goede optie zijn. Maar informeer wel altijd van tevoren naar de kosten en check hoeveel je vergoed krijgt. Dan kom je niet voor verrassingen te staan.’

Lees ook deze bijlage

Nationaliteit bepaalt niet hoe vriendelijk een arts is

Een terugkerend thema in de verhalen van mensen die lovend zijn over de zorg in België, is de vriendelijke en persoonlijke bejegening. ‘In Nederland zit elke specialist in zijn eigen hokje en als patiënt ben je een nummer’, zegt Theo daarover. ‘In België ben je echt een mens en overleggen alle specialisten met elkaar. Je hoeft bijna niks te vertellen, ze kennen je achtergrond al als je binnenkomt.’ Theo vermoedt dat de verschillen te maken hebben met een ander zorgstelsel. Zo telt België per hoofd van de bevolking meer artsen dan Nederland.

Chirurg prof. Nicole Bouvy raadt patiënten zeker aan om een second opinion te vragen als ze met een moeilijk probleem kampen of als ze zich niet gezien voelen door hun arts. ‘Maar dat kan ook gewoon in een ander ziekenhuis in Nederland’, zegt ze. ‘Bijvoorbeeld in een universitair medisch centrum. Via de Europese vereniging van chirurgen waar ik bij betrokken ben, ken ik chirurgen uit allerlei landen. Ik heb niet het idee dat het type chirurg in België anders is dan in Nederland. Er zijn vooral veel individuele verschillen. De ene arts is wat warmer dan de andere, dat wordt niet bepaald door je nationaliteit.’

Wordt dat allemaal wel vergoed?
Ook voor zorg in België gelden de regels van de Zorgverzekeringswet. ‘Als een behandeling voor jou in Nederland onder de vergoede zorg valt, dan kun je die behandeling ook in een ander land vergoed krijgen’, legt CZ-woordvoerder Rik van Druten uit. ‘Dat is dan tegen het Nederlandse tarief. Dus als een behandeling in België meer kost, bijvoorbeeld omdat je langer in het ziekenhuis verblijft of meer onderzoeken krijgt, dan zijn die extra kosten voor eigen rekening.’ Belangrijk dus om dat van tevoren uit te zoeken. ‘Bel eerst naar je zorgverzekeraar, die kan dan ook meteen met je behandelaar overleggen.’

Zorg die in Nederland voor jou niet onder de vergoede zorg valt, krijg je elders ook niet vergoed. ‘De minister van volksgezondheid bepaalt op advies van Zorginstituut Nederland welke zorg bewezen veilig en werkzaam is en dus in de basiszorgverzekering zit. Bij ingewikkelde grensgevallen bepalen de zorgverzekeraars samen met de betreffende beroepsgroep van medisch specialisten aan de hand van de ‘stand van wetenschap en praktijk’ of een behandeling die niet in het basispakket zit tóch wordt vergoed.’

Stel nou dat je in België bent behandeld, maar in Nederland complicaties krijgt, wordt de behandeling daarvan in Nederland dan wel vergoed? ‘Jazeker. De reden waarom je zorg nodig hebt, maakt voor ons niet uit bij de vergoeding ervan.’

Lees meer over: Gezond lijf

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu

Log in om de reacties te lezen (6)

Arthur van der Berg
09-08-2024 om 13:42

Ik heb tot nu toe alleen maar lovende berichten gehoord over specialisten van ziekenhuizen in België. Zowel over de wachttijden als de kwaliteit van de behandelingen en ook de mensgerichte/persoonlijke benadering. Ik heb zelf gelukkig die specialistische zorg (nog) niet nodig, maar zou het bij een ernstige ziekte zeker overwegen.

Praat mee