Gezond bewegen: fietsen
Bewegen. Je wordt er fitter, vrolijker en slanker van én het verkleint het risico op allerlei ziektes. Deze keer pakken we de fiets. Wanneer ben je goed bezig? Drie vragen aan bewegingswetenschapper Chris Brands (tevens fietsfanaat en sportinstructeur).
#1 Wat maakt fietsen zo gezond?
‘Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat fietsen het risico op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten verkleint, dat het een goede manier is om af te vallen, dat je er beter door slaapt, dat het goed is voor je spieren en dat het de zuurstoftoevoer naar de hersenen bevordert. Maar dit zijn voordelen die ook voor veel andere duursporten opgaan. Wat fietsen zo uniek maakt, is dat het niet ‘gewichtsdragend’ is, waardoor je je gewrichten nauwelijks belast.
Dat geldt ook voor zwemmen, maar de fiets staat voor de deur, dus je kunt het altijd en overal doen. Daarnaast maakt het niet uit hoe goed of hoe slecht je conditie is. Als je fietst verbrand je net als bij andere vormen van beweging koolhydraten en vetten. Fiets je kort in een heel hoog tempo, dan worden voornamelijk koolhydraten verbrand. Fiets je wat langer in een gewoon tempo dan verbrand je procentueel meer vet dan koolhydraten. We spreken dan van een lage verbrandingsgraad. Die lage verbrandingsgraad is wat fietsen zo gezond maakt. Bij fietsen train je voornamelijk grote spiergroepen, zoals de hamstrings en de quadriceps in de benen. Daarmee zet je ook de stofwisseling in werking.’
#2 Hoelang en hoe vaak moet je fietsen, wil je voordelen ondervinden?
‘Dat hangt een beetje af van de persoon en de situatie, zoals weersomstandigheid en soort fiets. Ga je uit van een gewone stadsfiets en een gewoon tempo, dan kun je tussen een halfuur en drie kwartier fietsen aanhouden om voordelen te ondervinden van die lage verbrandingsgraad. Even op en neer naar de supermarkt in de buurt is dus niet genoeg. Tenzij je dat een paar keer per dag doet. Je kunt dus alle korte stukjes bij elkaar optellen, maar vaak komen mensen op die manier toch niet aan dat minimum van een halfuur.
Kijken we naar de beweegrichtlijnen van de Nederlandse Gezondheidsraad, dan moeten we 150 minuten per week matig tot intensief bewegen. Ga je twee à drie keer per week een flink halfuur fietsen, dan ben je echt al goed bezig. De voordelen zijn niet gering. Ben je eenmaal getraind, dan moet je het tempo iets verhogen om diezelfde verbrandingsgraad te realiseren.’
#3 Voor wie is fietsen vooral goed,en voor wie juist niet?
‘Fietsen is voor iedereen goed, omdat je er alle kanten mee uit kunt. Je kunt er een hoog intensieve sport en laag intensieve sport van maken. Het is voor arm en rijk. Voor mensen met overgewicht is het helemaal een ideale bewegingsvorm, omdat je in een laag tempo kunt beginnen, je er vet mee verbrandt en nog belangrijker: je gewrichten niet belast. Het grootste effect heb je natuurlijk als je er gezond bij eet.’
Fietsers leven langer
Fietsers hebben ten opzichte van automobilisten een grotere kans op een verkeersongeval en ademen dieper vervuilde lucht in. Toch vallen die nadelen in het niet bij de voordelen die fietsen oplevert. Fietsers hebben een hogere levensverwachting. Dat kwam duidelijk naar voren uit een onderzoek van de universiteit van Glasgow, waarbij werd bekeken hoe 365.000 Britten zich verplaatsten tussen huis en werk. Mensen die op de fiets naar hun werk gingen, werden het gezondst oud. Vergeleken met de mensen die met de auto, bus of trein gingen, hadden de fietsers een 41 procent lager risico om vroegtijdig te overlijden, 45 procent minder risico op kanker en een 46 procent lager risico op hartaandoeningen. De mensen die te voet naar hun werk gingen, waren ook gezonder, maar minder gezond dan de fietsers.