Blijf bij jezelf én bij elkaar

Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je jezelf wegcijfert in je relatie. Als je voelt dat je een bestaan leidt dat je eigenlijk niet wilt, voel je je de gevangene van de wensen van de ander. Dan vlammen de emoties algauw op en is er ruzie in de tent. Aan jullie als stel de taak om een evenwicht te vinden tussen autonomie en verbondenheid.

Illustratie van een vrouw zonder gezicht dat een masker vasthoudt

Er is tegenwoordig geen groter goed dan je identiteit. Blijf wie je bent, lees ik op het monument voor Peter R. de Vries op het Leidseplein in Amsterdam. Spirituele goeroes helpen je graag om te ontdekken wie dat is. Ook in reclames is ‘gewoon jezelf kunnen zijn’ het hoogste doel dat je met deze auto, dit bankstel of die mooie vakantie kunt bereiken. Wie niet zichzelf is, telt niet mee. Ook in een relatie moet je volledig jezelf kunnen zijn, vinden we tegenwoordig, anders is het mis. Maar wie ben jij eigenlijk?

Floor zit in een keurslijf

Floor is ‘uitgekeken’ op Wessel. ‘We zijn in een roes gaan samenwonen en getrouwd, kregen al snel onze Sammy. Die maakt me gelukkig, maar voor de rest voel ik dat ik stik’, zegt ze in ons tweede gesprek. Omdat Wessel ‘zo’n vijftiguurbaan’ heeft zorgt Floor het meest voor Sammy en voor het huis. ‘Ik zit in een keurslijf. Dit heb ik nooit gewild: thuiszitten met een kind, een man die in het weekend het gras komt maaien. Maar ik weet ook niet wat ik dan wel wil met m’n leven. Wie ik ben. Geen idee.’

Floors identiteitscrisis doet denken aan die van Emma Bovary uit het boek Madame Bovary of die van April Wheeler uit de film Revolutionary Road. Beiden worstelen met de ketenen van een burgerlijk bestaan dat niet bij hen past. Het loopt met beide vrouwen niet goed af wanneer pogingen om zich van die ketenen te bevrijden (verhuisplannen, vreemdgaan) mislukken. Zo’n vaart loopt het niet met Floor, maar ze vraagt zich wel hardop af hoe ze zich moet bevrijden en zichzelf moet vinden.

De vraag Wie ben ik? houdt filosofen al bezig sinds het begin der tijden. Niet voor niets is ‘ken uzelf’ een van de belangrijkste uitgangspunten van het westerse denken. Deze uitspraak stond gegraveerd op de Tempel van Apollo in de antieke Griekse stad Delphi. Filosofen uit de oudheid gaven er verschillende betekenissen aan, zoals: weet dat je sterfelijk bent, ken je beperkingen en je mogelijkheden, of ken je ziel.

Door de eeuwen maakten geleerden allerlei handleidingen om dit doel, jezelf kennen, te bereiken. Volgens Plato leer je jezelf kennen door anderen te observeren. Andere filosofen zeggen dat je vooral de eigenschappen van je lichaam moet bestuderen. Sigmund Freud vond dat je je je dromen moet herinneren om je onbewuste eigenschappen te leren kennen. Nu zeggen neurologen: wij zijn ons brein, dus denk na. Welnee, zeggen darmonderzoekers: je bent wat je eet, dus snoep verstandig. Hippe goeroes zeggen dat we allemaal boeddha’s zijn en dat we dus niets hoeven te doen.

We betrekken Floors man Wessel bij de gesprekken. Hij maakt zich zorgen over haar, omdat ze zich steeds verder terugtrekt uit hun huwelijk. ‘Is Floor niet depressief?’ vraagt Wessel. Dat is ze niet, kan ik hem vertellen. Floor vult aan dat ze afstand voelt, maar dat ze nog wel van Wessel houdt. ‘Misschien moet ik mijn authentieke ik en mijn levensdoel vinden door letterlijk afstand te nemen’, zegt ze. En dan: ‘Maar nee, dat is onzin.’

Soms moeten we onszelf opnieuw uitvinden

Veel mensen die worstelen met hun identiteit melden zich dezer dagen bij de geestelijke gezondheidszorg. Hun worsteling wordt alleen vaak niet als zodanig herkend, omdat ze zich presenteren met een depressie, een angststoornis, of met relatieproblemen. Over deze symptomen maken behandelaars, maar ook onderzoekers en beleidsmakers zich – terecht – grote zorgen. De kranten staan bijvoorbeeld bol van de onderzoeken naar gen Z, de generatie die werd geboren tussen 1997 en 2012: waar komen al die burn-outs en andere geestelijke problemen bij jongeren ineens vandaan?

Zoeken naar je identiteit is geen nieuw verschijnsel en het is ook niet voorbehouden aan gen Z of aan millennials zoals Floor. In elk mensenleven zijn meerdere momenten aan te wijzen waarop we onszelf opnieuw moeten uitvinden. Mensen zochten bovendien al naar zichzelf voordat de tempel van Apollo in Delphi werd gebouwd, en bedenk dat Madame Bovary werd gepubliceerd in 1856 en Revolutionary Road gesitueerd is in de jaren vijftig van de vorige eeuw.

Veel verklaringen voor de identiteit-gerelateerde problemen van nu zijn wel modern. Pesticiden vergiftigen ons eten, zodat onze hersenen teloorgaan. Sociale media vreten aan onze concentratieboog. Klimaatverandering, pandemieën en andere onoplosbare problemen doen de rest: we weten niet meer wat we moeten doen, welke kant we moeten kiezen, en dus ook niet meer wie we zijn. Ook psychologen doen een duit in het zakje. Zij verklaren de gevoeligheid van gen Z en van oudere generaties uit de opvoeding. Al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw voeden we kinderen op met het idee dat ze het middelpunt van het universum zijn. Dit leidt tot keuzestress: wat doe je als je altijd hebt gehoord dat je alles kunt doen en bereiken? Zo’n opvoeding leidt ook tot overgevoeligheid voor kritiek: als je dacht dat je perfect was, komt elk commentaar aan als een mokerslag. En omdat volwassen­heid nu eenmaal komt met kritiek en tekortkomingen raken jongvolwassenen al snel in een identiteitscrisis: wie ben ik als ik niet simpelweg geweldig ben?

Mensen met identiteitsproblemen zoeken houvast bij instant-identiteitverschaffers in de politiek en de hulpverlening. In mannen­groepen leren mannen om man te zijn. In vrouwengroepen leren vrouwen vrouwendingen. Lifecoaches vertellen je hoe je moet leven, businesscoaches hoe je moet werken. In de meeste van die trajecten draait het om authenticiteit en om het vermogen alles uit jezelf te halen wat erin zit – want natuurlijk blijf je au fond geweldig, boeddha!

Bij een klein deel van de mensen met een identiteitsvraag leidt het streven naar die authenticiteit tot een zich afkeren van de maatschappij. Mensen verhuizen naar landen met veel ruimte, zoals Scandinavië of het platteland van Hongarije. Daar kunnen ze hopelijk wel echt zichzelf zijn. Anderen verhuizen niet, maar verklaren zich soeverein, de vorsten van hun eigen koninkrijkjes.

Stellen bewegen zich heen en weer tussen de polen autonomie en verbondenheid

Af van opgedrongen rollen

Ook Floor zoekt authenticiteit. De afkeer van haar man is symbolisch. In feite keert ze zich af van de rollen die haar zijn opgedrongen. Dit ziet ze zelf ook: ‘Ik zoek geen andere man, ik zoek een andere vervulling van mijn leven.’ Wat die invulling ook gaat zijn, Wessel zal mee moeten veranderen. ‘Als ik voor mezelf kies, gaat Wessel dat merken. We hebben een kind. Iemand moet de was doen.’

Als je worstelt met de vraag Wie ben ik? weet je vooral wat je niet wilt zijn: geketend. Als je voelt dat de rollen in je leven je dwingen om toneel te spelen, voel je je de gevangene van de wensen van andere mensen. Je keert je van hen af om vrij te kunnen zijn. Maar wat betekent dat, vrij zijn? Wat ga je doen met je vrijheid? Floor heeft psychologie gestudeerd en de fotoacademie gedaan. Gaat ze met een van deze interesses verder? Of gaat ze een nieuwe opleiding doen, of een baan zoeken?

Het is nog best lastig om het streven naar vrijheid om te zetten in concrete doelen. Bovendien levert een nieuw plan, zoals een nieuwe baan, ook weer onvrijheden op: voortaan moet je bijvoorbeeld van negen tot vijf op een kantoor zitten. Daarnaast levert het streven naar vrijheid onmiddellijk spanningen op in relaties. Dat komt nog niet eens zozeer doordat mannen als Wessel de was niet zouden willen doen, of niet minder zouden willen werken.

Relationele spanningen zijn vooral emotioneel. De emoties vlammen op wanneer het evenwicht tussen autonomie en verbondenheid verschuift. Elk stel moet voortdurend naar dit evenwicht zoeken. Door veranderende omstandigheden (een van beiden krijgt of verliest een baan bijvoorbeeld), maar ook door interne processen (haar spirituele ontwikkeling, zijn identiteitscrisis) bewegen stellen heen en weer tussen de polen autonomie en verbondenheid.

Stellen met jonge kinderen kennen weinig autonomie of vrijheid: ze kunnen niet zelf beslissen over hun tijd en ze zijn gedwongen om samen te werken, anders zinkt het schip. Oudere stellen hebben meer vrijheid, ze kunnen autonoom beschikken over hun tijd. Voor hen is het juist zaak om de verbinding niet uit het oog te verliezen wanneer ze op zoek gaan naar een (andere) levensvervulling.

Een paar maanden na het begin van onze gesprekken begint Floor veranderingen aan te brengen in haar leven, in samenspraak met Wessel. Ze neemt een ‘tussenbaan’ als fietskoerier, omdat de flexibele werktijden daar haar in staat stellen om voor Sammy te zorgen. Ze begint ook aan een master psychoanalyse. Sammy gaat wat vaker naar de opvang. Elke stap van deze weg bespreekt ze met Wessel. Maar de belangrijkste verandering is dat ze weer communiceert. Ze trekt zichzelf niet langer terug in zichzelf.

Je identiteit staat niet los van de anderen

Communicatie is key in een relatie. Maar dat is het ook bij het beantwoorden van de vraag Wie ben ik? Je identiteit, wie je bent, staat niet los van de mensen om je heen. De starheid of de flexibiliteit van jouw rollen hangt af van jou, maar ook van je partner, je familie, zelfs je collega’s. In filosofische zin is het onderscheid tussen jou en een ander zelfs helemaal bepalend voor je identiteit. Je bent pas iemand als er ook anderen zijn. Maar als je zoekt naar jezelf kun je een harde kern vinden, een eigenheid, een besef van ik.

Psycholoog Dolph Kohnstamm heeft mooi geschreven over het moment in je leven waarop je ineens weet dat je iemand bent. Meestal is dat zo rond het derde, vierde jaar. Later in je leven kun je dat moment herbeleven, telkens als je een sterke ik-gerelateerde emotie hebt. Vooral trots en schaamte vertellen je wie je bent. Schaamte vertelt je wat je beperkingen zijn. Trots zegt je wat je mogelijkheden zijn. De optelsom daarvan ben jij.

Wie ben jij?

  • Let op wat je doet. Dat zegt meer dan wat je denkt over jezelf. Zelfs de grootste schurk heeft goede bedoelingen.

  • Let op schaamte en trots. Schaamte vertelt je wat je beperkingen zijn. Trots zegt je wat je mogelijkheden zijn.

  • Focus in relaties niet alleen op jezelf en niet alleen op de ander. Soms moet je identiteit wat meer aandacht krijgen, soms de intimiteit en de verbondenheid.

Lees meer over: Samen leven

Registreer nu bij RADAR+

RADAR+ biedt waardevolle tips om gezond te blijven van lijf & geest! Maak nu een gratis account aan en lees meteen meer!

Registreer nu